ÏHfflBI: Doeltracé NAP -1.00 m Duur*44H»h<iïi*t; Aan de hand v.iri J criterw Ü5 4e ge advise*? 4* $pfo5$üi£ukliitLng getesHü 4uufU.unhfid.De kom £ifn toegekend op rem r-ch,u»l v.in 1 5 Vf44(föj 1 t* nier 4ubrajibi «ti 5 Ml dttui wam. 0nd**böu.uifig 4e k«««ü if hier«v4ej pe-j criterium brahifwn. lodomrivAfb N'^ uthwefing opiating. ligt *t «n OVSpio<*j Matton Mwiitetj i El lijn vorl MopmAzhiiw fn»Mtfi cn raatefied nodig N {jkJetiult S Et is vet! jrv.iiori.ivd i ballast et* ofTtgt.nirrgf nodig om dan de OVS te voïdoen. IrLlegi.uL Er Sprlm itlmdni1 ptefeetrfL ïtejtelijn geluNrl t"]H elicit ■ttgestemd. Ei iskciml t mVgivial onlvrtrp. Ttwbmit Integraal Maieriw Material j Öploivingirichtiing Figuur 10 Duurzaamheidsscan van station Almere-Buiten. kantelt van het perron af of naar het per ron toe. Met de gegevens uit het nultracé maken wij een advies om de perronhoogte aan de eis van 76cm boven BS te voldoen. Bij het maken van het advies kijken we naast de huidige perronhoogte en -type naar de ligging van de wissels, kunstwer ken, overwegen en beperkende objecten op het perron, zoals trappen en liften. In het advies maken wij een keuze tussen een spooraanpassing, een perronaanpas sing of een combinatie van beide. In de praktijk komt het vaak voor dat we kiezen voor een combinatie van spoor- en per ronaanpassing. Het nultracé en het advies worden beoor deeld door de afdeling TEV. Hierbij geven wij aan wat consequenties voor de bovenlei ding zijn bij de gekozen oplossingsrichting. Daarnaast geven we aan waar er ontheffing moet worden aangevraagd als de rijdraad- hoogte niet aan de normwaardes voldoet. Bij elk advies maken wij een duurzaam heidscan, waarbij wij aangegeven hoe duurzaam de gekozen oplossing is. Daarbij kijken we naar: de toekomstvastheid, in hoeverre voldoet de oplossing aan de scope van P76 en worden er nog verbeteringen aan het tracé meegenomen; het materieel, de benodigde inzet van machines voor de realisering; het materiaal, de hoeveelheid materi aal, zoals omvang van de perronaan passing; de integraliteit, worden verschillen projecten gelijktijdig uitgevoerd en zijn deze op elkaar afgestemd. Bij verschillende oplossingsrichtingen kan de duurzaamheidsscan gebruikt worden bij het maken van de uiteindelijke keuze (zie figuur 10). Het advies en het nultracé leggen wij ter goedkeuring voor aan ProRail. Na goedkeu ring door ProRail maken wij het doeltracé. Nadat ProRail akkoord is met de gekozen oplossingsrichting in het advies maken wij ROTTERDAM LQMBAROUEN doeltroce tt>v P76, LENCTESCHAAL 1:500 HOOGTESCHAAL 1:50 Spoor L Figuur tl Lichtplot van het doeltracé station bij Rotterdam Lombardijen, waarbij door de spooraanpassing het geconstrueerd perron binnen de band breedte valt. 8 Geo-lnfo 2012-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 10