Integrale samenwerking
Meting
Teun Vorselman, landmeetkundige:
aanpassingen aan de stations nodig (zie
figuur i).
Voor de uitvoering van het project P76
werken verschillende disciplines binnen
Arcadis samen. De adviesgroepen Rail
Survey (meten), Baan Spoor (spoorcon-
structies) en TEV (tractie en energievoor
ziening) zorgen samen voor de goede
uitwerking van het project. Bij stations
waar specifieke oplossingen nodig zijn,
wordt een beroep gedaan op andere bin
nen Arcadis aanwezige specialismen, zoals
kunstwerken en grondmechanica.
De processtappen in het project P76 zijn:
Figuur 2 - Meten van een Har melen overweg met een spoormal.
Processtappen
Meting
Nultracé
Advies
Doeltracés
Ontwerptekening
rapportage
Voor een goed advies meten wij de
huidige situatie van het perron en het
spoor in. De metingen voeren we uit met
een tachymeter, een waterpasinstrument,
een laserscanneren met een GPS-toestel.
Het spoor wordt tot 300m voor en na het
perron ingemeten of tot de dwangpunten
in het spoor, zodat wij een eventueel
spoorontwerp kunnen aansluiten op de
bestaande spoorligging.
Bij een meting van een station worden alle
punten in XYZ-coördinaten bepaald en
meten wij de volgende objecten:
de perronpunten;
de spoorpunten met de verkanting;
de dwangpunten in het spoor, zoals
wissels, overwegen en bruggen (zie
figuur 2);
alle punten die een belemmering
vormen voor het tracé, zoals (dwerg)
seinen, lichtmasten, trekblokken en
bovenleidingpalen.
De meting sluiten we aan de op de
bekende coördinaten van de Permanente
Vastlegging Spoorgeometrie (PVS)-bou-
ten. De bouten zitten in de bovenleiding-
palen en het werkelijke meetpunt wordt
zichtbaar gemaakt door een prisma of een
adapter op de bout te klikken. De punten
zijn bekend in het RD- en NAP-stelsel.
Per station maken wij minimaal 5 nieuwe
PMG-punten (Primaire Meetkundige
Grondslag) in zettingsvrije objecten.
Deze punten blijven in het hele proces
van inmeting tot uitvoering stabiel.
De aannemer kan aan deze punten zijn
maatvoering ontlenen. Voor deze punten
gebruiken we nieuw geplaatste bouten
(zie figuur 3).
Op niet geëlektrificeerde baanvakken
sluiten wij de meting aan op bekende PMG-
punten van ProRail langs de spoorbaan.
Deze punten zitten gemiddeld om de 4km
in zettingsvrije objecten. De PMG-punten
meten we in met GPS en worden via een
virtueel referentiestation (VRS-station)
verbonden met de meetlocatie. De GPS-
basislijnen worden berekend in het soft
warepakket TBC (Trimble Business Centre)
Figuur 3 - Nieuw PMG-punt bij station Rosmalen.
"Het aantrekkelijke van een P76 meting is dat per station alle aspecten van het landmeten aan de orde komen. Je begint met het maken
van een goede grondslag: goed verdeeld over het meetgebied en in zettingsvrije objecten. Daarna wordt de situatie ingemeten met
tachymetrie, waterpassen, GPS-metingen en laserscannen. Het resultaat is een betrouwbare en nauwkeurige meting."
Geo-lnfo 2012-10 5