Nultracé Draagkabel Znwaartse Rijdraad Met het tracéprogramma maken wij een nultracé. Een nultracé is een wiskundige gedefinieerd model van het spoor, waarbij wij de meetdata zo goed mogelijk benaderen. Het horizontale tracé bestaat uit rechtstanden, bogen, overgangsbogen en wissels. Het verticale tracé bestaat uit hellingen en bogen. Bij het maken van een tracé houden we rekening met: 1. de dwangpunten van het spoor, zoals de perrons, de wissels, de overwegen en de vaste spoorstaafbevestiging (zie figuur 13); 2. de eisen zoals die gelden bij het maken van een nultracé: de maximale schift en lichtwaardes bij de diverse spoor- constructies; en de metingen worden verwerkt met het softwarepakket MOVE3 (zie figuur 4). Voor een goed overzicht van de huidige stationssituatie meten wij het hele station inclusief bovenleiding in met de laserscan ner. De laserscanmeting sluiten wij aan op dezelfde PVS-bouten zoals gebruikt bij de tachymetrische meting. Op de PVS- bouten wordt nu een adapter met een bol geplaatst. Per standplaats maken wij een scan en alle scans worden aan elkaar gerekend tot 1 groot bestand. Uit dit scanbestand bepalen waaruit wij coördinaten van de rijdraad en eventueel de draagkabel ter plaatse van het steun punt (zie figuur 5). Deze punten gebruiken we om in het nul- en doeltracé de rijdraad- hoogte en eventueel de systeemhoogte te bepalen. Voor een goed advies is het van belang om de juiste perrontypes te weten. De landmeter classificeert het type perron. Een geconstrueerd perron is nu eenmaal lastiger aan te passen dan een perron met keerwandstukken(zie figuur 6). Het advies dat wij bij dit station geven is om het spoor aan te passen ter plaatse van het geconstrueerde perron, zodat daar geen perronaanpassing nodig is. Voor het gedeelte met de keerwanden wordt het perron aangepast, waarbij de juiste positie van de keerwanden wordt afgeleid uit het nieuwe doeltracé (zie figuur 12. jwmim jMdfpnnr Figuur 4 - Meetopzet bij station Voorst - Empe, waarbij we aansluiten op de PMG-punten van ProRail en deze via een VRS-station verdichten naar de meetiocatie. Alle tachymetrische standplaatsen in het meetgebiedzijn met een GPS-meting aan de PMG-punten gekoppeld. Figuur 5 Rijdraad, draagkabel en zijwaartse bij een ophangpunt. Figuur 6 Verzakte perronrand bij station Rotterdam Lombardijen. Rechts het geconstrueerde perron en links de perronrand met keerwandstukken model tg8o. Perron met keerwandstukken Geconstrueerd perron 6 Geo-lnfo 2012-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 8