Een bijhoudingsexperiment op het Grotekerkplein in Rotterdam ERASMUS kadastïale bijhoyciirig: toveren met tijd rtiimle Kadastermuseum cat.nr 2997. Zie GIN website voor meer informatie. eersten verkoop van een stukje grond voor een groot perceel werden beide perceelen op het eerste bijblad gebragt; bij verkoop in een volgend jaar van nog een stukje grond werden beide deelen op het tweede bijblad geteekend; en als de bezitter van dat grootere perceel ieder jaar, 20 jaren lang, een stukje een anderen eigenaar verschafte, dan moest men die stukjes op 20 verschillende bijbladen zoeken. Voor een richtige administratie, die een snel overzicht vordert, was het duurzaam volgen van dit voorschrift onhoudbaar.(...) [p. 30] In dat stelsel van bijbladen, zoo onhoudbaar voor eene verre toekomst, is het kadaster ingekleed geweest tot in 1844. Toen werd bij Ministerieel besluit van den 6den Augustus 1844, N°. 727 voorgeschre ven, dat bij elk blad van het minutenplan een eenig bijblad zou worden aangehou den, voorstellende den laatsten stand der perceelen; dat op dit blad zouden worden gebracht al de veranderingen in de grenzen der perceelen, en wel door uit schrapping en inplaatsstelling. Overigens bepaalde dat besluit, dat de in gebruik zijnde bijbladen zouden worden afge schaft, dewijl uit de perceelkaarten, die vroeger schetsen, of schetsteekeningen [en uiteindelijk Hulpkaarten, vdS] werden genoemd, de opvolgende gesteldheid der perceelen kon worden nagegaan. De nette atlassen ten kantore van hypo theken en kadaster voorhanden, werden alzoo van het stel bijbladen, dat haar in 1839 werd toegevoegd ontdaan en al de daarop voorkomende nieuwe perceelen werden door uitschrapping en inplaats stelling op de plans zelve overgebracht. Op die wijze worden thans nog deze plans bijgehouden. Ik geloof, dat de misgreep, waaraan men zich schuldig maakte, om de terreins-veranderingen op bijbladen te teekenen, heeft veroorzaakt het geheel nutteloos aanleggen van ten minste 60,000 tot 70,000 kaartbladen, waarvan wel is waar het materieel niet geheel verloren is gegaan, maar waarbij men toch in rekening moet brengen den tijd die ver spild is om op de kaarten de quarrées en de schilden te teekenen en om de nieuwe perceelen daarop over te brengen. Eene reeks van verkeerde maatregelen, ten gevolge van een zeer onpractisch besluit genomen, heeft bij het zeer laat vinden van het eenige bruikbare mid del dat voor de instandhouding van het kadaster in toepassing moest worden gebracht, veroorzaakt nuttelooze uitga ven, te veel omslag, last bij het gebruik en vergeefschen arbeid.' De bijbladen-oude-stijl van voor 1844 zijn vermoedelijk allemaal vernietigd of op een of andere manier hergebruikt (papier was duur!). Maar ze zijn, met niet al te veel moeite, redelijk goed uit de gelukkig wel bewaarde hulpkaarten te reconstrueren. Hun informatie is geborgd, om een uit spraak van het Kadaster vrij te citeren, nu in zijn omkering. Voor het Grotekerkplein in Rotterdam, waarop ik deze analyses heb uitgevoerd, blijkt tot het bombardement van 1940 met slechts vier bijbladen-oude- stijl volstaan te kunnen worden. Dit gebied was kennelijk niet zo dynamisch. Maar in de buurt van de huidige Kunsthal (rond de voormalige villa Dijkzigt, nu Natuurhisto risch Museum) zou je wegens de dynamiek van het terrein in 1852 al zeven bijbladen nodig hebben gehad, met vermoedelijk, later, nog veel meer. Het Grotekerkplein is nu een nogal vorm loze ruimte, wel vereerd met het (originele, hoewel na zijn val in 1996 gedigitaliseerde) standbeeld van Erasmus uit 1622 en recen telijk met een bank voor de filosoof Pierre Bayle.Voor het bombardement was het een huizenblok met oeroude wortels. Ik heb er alle eigendomsgegevens vanaf 1538 van verzameld, inclusief de kadastrale. Van 1832 tot aan het bombardement blijken er vijf tien hulpkaarten van gemaakt. Met scans daarvan ben ik aan de slag gegaan, en daar heb ik,'uit hobbymatige interesse'(zo spreekt het Kadaster daarover!), de hiervoor al getoonde kaarten uit geconstrueerd. Het meest recente is een 3D-model (in Sket- chüp), waar de (digitaal uitgeknipte) nieuw ontstane percelen langs de verticale as in de tijd zijn geplaatst. Wanneer je het vanuit het oneindige van boven bekijkt, zie je het eerder getoonde 'bijblad'van de grondbe lasting. Uit de hulpkaart fragmenten vallen, wat minder bewerkelijk, ook alle stadia van vroegere (niet meer bestaande) bijbladen- nieuwe-stijl te reconstrueren. De interpreta tie daarvan kost ons geen enkele moeite. Maar wat, wanneer het systeem van voor 1844 was voortgezet? Door nauwkeurige analyse van de geschie denis van elk perceel blijkt, dat de percelen die ontstaan zijn tussen 1832 (het minuut plan) en 1941 (het jaar waarin alle percelen in 8 Geo-lnfo 2013-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 10