Analyse minutenraster Terugblik Dankwoord Literatuur en de omrekenfactor van de lengten op de kaart van Delfland naar de topografische kaart is het mogelijk de Rijnlandse roede te berekenen als 3,77 0,01 meter. Dat is mid den op de officiële waarde van 3,767 m die in 1808 is vastgelegd. De kaart van Delfland is opgemeten in Rijnlandse roeden, maar kent ook een raster van parallellen en meridianen. De verbin ding wordt rechtsonder op de kaart gelegd: Een Duytsche myl [maatbalk van -100 tot o tot 1800] roeden. De Rijnlandse roede is 3,77 meter volgens de kaart en de Duitse mijl is 4 minuten, ofwel er gaan 15 mijlen op de graad. Terugrekenend uit het raster valt een waarde van 1789 7 Rijnlandse roeden per Duitse mijl te berekenen. Er zijn twee bronnen waaruit de gebroeders Kruikius hadden kunnen putten. Snellius heeft als eerste in 1615 via een driehoeks meting de Duitse mijl op 1900 Rijnlandse roeden bepaald. Dit is gepubliceerd in zijn boek Eratosthenes Batavus van 1617. De Fransman Jean Picard vindt, ook via een driehoeksmeting, een waarde van 1968 Rijnlandse roeden per Duitse mijl. Hij publi ceert dat in zijn boek Mesure de la Terre uit 1671. De moderne waarde op basis van de zeemijl geeft 1966,2 roeden per Duitse mijl. Door de foutieve berekening van het minu tenraster verloopt de miswijzing op het kaartbeeld van de breedte van een halve minuut in het zuiden tot anderhalve minuut in het noorden. Op de breedte van Delft bedraagt de fout ongeveer een minuut. Nicolaes Kruikus heeft op latere kaarten het aantal Rijnlandse roeden per Duitse mijl steeds verhoogd. Op de kaart 1:10.000 van de Merwede bij Gorinchem uit 1730 valt uit de breedteminuut een waarde van 1934 2 roeden per mijl te berekenen. Van Musschenbroek publiceert in DeMag- nitudine Terrae uit 1729 een lengte van 1967,6 roeden per mijl. Kruikius maakte nog een kaart van de Merwede, maar dan op een schaal 1:50.000, en daar staat in de tekst een waarde van 1970 roeden per mijl. Op de kaart van Delfland geven de gebroe ders Kruikius de meridianen aan met de letters A tot en met Z. Het minutenraster en het raster van de 25 deelkaarten hebben in principe geen enkele relatie tot elkaar. Het valt daarom op dat bij de 15 centrale grote kaartdelen een meridiaan zo mooi een diagonaal vormt van linksonder naar rechts boven. Er gaan drie (schuine) meridianen op het onderste kniplijntje en aan de rechterkant ook drie naar boven. De parallellen gaan in zeldzame gevallen ook door hoekpunten linksonderen rechtsboven (kaarten 4,8 en 12). Hier gaan er vier parallellen op een diagonaal. De geometrie van de kaarten 4, 8 of 12 maakt het mogelijk de lengteminuut L te bereke nen uit de breedteminuut B met de formule L (4/3)Bcosasina waarbij a de hoek is tussen het kaartnoor- den en het noorden volgens de lengtemi nuut (50,7 graden). De landmeetkundige lengteminuut moet worden berekend met de formule L= Bcos|3 waarbij |3 de geografische breedte is van de kaart (rond de 52 graden). De lengte minuut op de kaart van Delfland is dus gebaseerd op een schoonheidsideaal. Op de kaart van Delfland geven de gebroeders Kruikius de lengte nog aan in hele minuten en met de letters A tot en met Z. Op de kaart van de Merwede 1:10.000 geeft Nikolaes een onderverde ling van de minuten in 10 seconden aan. De kerk van Gorinchem ligt volgens hem op 21 graden 2 minuten en 40 secon den oosterlengte. Hij houdt daarbij de nulmeridiaan van het Canarische eiland El Hierro aan (vaak de meridiaan van Tenerife genoemd). Die ligt 18 graden westerlengte ten opzichte van de nulmeridiaan van Greenwich. Gorinchem ligt 5 graden oosterlengte, wat het totaal ten opzichte van El Hierro op 23 graden brengt. Het is onduidelijk wat Nikolaes ertoe bewogen heeft om een nauwkeurigheid van 10 seconden te claimen. Chronome ters en de methode om met de maan de lengte te bepalen worden pas aan het einde van de i8e eeuw gemeengoed. Maar ook dan wordt nog geen nauwkeurigheid van 10 seconden bereikt. Het blijkt dat de plaats waar de gebroeders Kruikius hebben gestaan op de Nieuwe Kerk is terug te vinden. Het bordes op de eerste omloop dat uitkijkt op het stand beeld van Hugo de Groot (figuur 8), geeft zicht op het grootste deel van de kerken van Delfland, van Den Haag via het westen tot Overschie. Het overeenkomstige bordes aan de achterkant van de toren geeft uitzicht van Den Haag via het oosten tot Berkel. Ook is er ruimte om met een Hollandse Cirkel uit de voeten te kunnen. (In de voetstappen van de gebroeders Kruikius staan gaf mij een warm gevoel!) f Een woord van dank ben ik verschul digd aan het Hoogheemraadschap van Delfland voor het opmeten van de kerktorens in hun GIS-pakket en het mogen onderzoeken van de originele koperplaten. Kruikius, J. en Kruikius, N. (1712), Kaart van Delf land. Delft: Hoogheemraadschap van Delfland. Kruikius Kaart op de website van de TU-Delft: http://www.tudelft.nl/live/ pagina.jsp?id=a6eb38bi-52fd-497e-a79e- C498ai6fd650&lang=en; 10 oktober 2012. Postma, C. (1988), Inleiding Nicolaes Kruikius en zijn werk, opgenomen in Kruikius Kaart van Delfland i772.Alphen a/d Rijn: Canaletto, 2e druk met index op de kaart. Nonhof, C J., Nauwkeurigheid Kaart Delfland gebr. Kruikius 7772, bijlage bij facsimile-uitgave onder de titel Delfland Toen en Nu, Schrijvers Collectief Westland, 2012. Krogt, P.C J. van der (1995), Het verhoudings getal als schaal en de eerste kaart 7:70000, in: Geodesia, 01/01/1995, P- 3 Haasbroek, N.D., Willebrord Snel van Royen;zijn leven en zijn werken, in: Lustrumboek"Snellius" i960. Haasbroek, N.D., Bij de onthulling van een gedenkplaat, (Rede, uitgesproken ter gelegen heid van de onthulling van een gedenkplaat ter ere van Willebrord Snellius, te Leiden op 2 december i960). Haasbroek, N.D., Bij de herdenking van de meting van het eerste snelliuspunt in 7675, in: Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 1965; met rectificatie 1966 p. 48. Haasbroek, N.D., Een analyse van Snellius' basesnetten in de omgeving van Leiden uit de jaren 7675 en 7622, in: Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 1966. Haasbroek, N.D., Een analyse van het driehoeks- net van Snellius tussen Alkmaar en Bergen- op-Zoom, in:Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 1967. In het bestek van deze bijdrage is het niet mogelijk het complete onderzoek te presenteren. De volledige versie is bij de auteur op te vragen. Geo-lnfo 2013-2 15 Geo Info 02-13.indd 15 18-02-13 09:34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 17