Prof. ir. J.C. de Munck In Memoriam (1924-2012) De juiste man op de juiste tijd op de juiste plaats. Kort voor de kerstdagen van 2012 overleed professor Jan de Munck, natuurkundig ingenieur, op 88-jarige leeftijd. In mijn her innering was hij een originele, maatschap pelijk bevlogen man met veel gevoel voor humor. Hij kwam in 1951 bij de Onderafde ling Geodesie. Eén van zijn eerste taken bij de leerstoel Fotogrammetrie was onder zoek te doen (in een witte jas) naar camera sluiters met een oscillograaf. Er is nauwe lijks een fysisch-technisch onderwerp in de geodesie te noemen waar Jan de Munck zich niet mee bezig heeft gehouden. In verband met het Internationaal Geofy sisch Jaar in 1957 was de Delftse inbreng het geodetisch-astronomisch station op Curasao, waarbij Jan heeft meegewerkt aan de instrumentele opbouw. Met astrono mische metingen hoopte men, overigens zonder veel resultaat, het uiteendrijven van de continenten te kunnen meten. Met de introductie van de kunstmanen was er meer succes. Samen met zijn geodetische collega Aardoom bouwde hij aan het eerste satellietwaarnemingsstation in de Wippolder. Daarbij werd gebruikgemaakt van een spiegelcamera die ontworpen was bij "De Oude Delft". Ook bij andere technische nieuwigheden kwam de kennis van Jan de Munck goed van pas. Met ir. Husti bouwde hij aan een kunstster voor het simuleren van astro nomische plaatsbepaling. Ik herinner mij colleges van hem over de principes van de nieuwe elektronische afstandsmeters, zoals de tellurometer en de geodimeter. Bij mijn eigen promotieonderzoek naar de ontwikkeling van een rangefinder met een automatisch registratiesysteem heb ik veel aan Jan te danken gehad. Het instrument had een optische, een fijnmechanische en een digitaal-elektronische component. Op al deze terreinen was hij de ideale vraagbaak. Vóór 1980 bestond aan de toenmalige TH de mogelijkheid om briljante medewer kers te benoemen tot persoonlijk lector. Deze eer viel hem in 1969 te beurt. Zijn openbare les in dat jaar was getiteld: "Tijd en afstand in de landmeetkunde". In deze les laat hij het verband zien tussen deze twee grootheden. Onder meer geeft hij de stand van zaken met betrekking tot de elektronische afstandsmeting. Bijvoor beeld dat het mogelijk is om een afstand van tientallen kilometers in een kwartier te meten met een nauwkeurigheid van enkele centimeters. Het instrument weegt 25 kg en is volgens de leverancier draag baar, daarmee is Jan het eens, maar alleen als een ander het voor je draagt. Hij voor spelt in zijn les de komst van de elektroni sche tachymeters, een voorspelling die al heel gauw gaat uitkomen. Zijn vakgebied breidt zich steeds verder uit, bijvoorbeeld de barometrische hoogtemeting en metingen van de ruwheid van scheeps huiden. Al dat meten is hem nog niet genoeg, zo vertelt hij dat hij regelmatig met een peilstok de stand van de benzine in zijn oude 2CV opnam. In 1980 worden de lectoraten afgeschaft en omgezet in leerstoelen. Zo wordt Jan de Munck hoogleraar in de Elektroni sche Afstandsmeting en Plaatsbepaling. Zijn staf bestaat uit enkele medewerkers en hij continueert het beheer over het elektronisch laboratorium van de Faculteit Geodesie. Hij is nu niet meer in eerste instantie de adviseur van andere leerstoelen, maar ontwikkelt een eigen wetenschapsgebied waarin tijd en vooral refractie zwaartepunten zijn. Refractie is de begrenzing van de meeste geodetische metingen. In zijn hele loopbaan hield hij zich met dit fenomeen bezig, zoals bij astronomische metingen, satellietgeode- sie, elektronische afstandsmeting, ijkbasis Loenermark, basismeting Afsluitdijk, enz. Bij herhaling pleit hij vooreen hoofdrichting Zeegeodesie, maar daarvoor is het studen tenaantal in de Geodesie toch te klein. In 1989 houdt hij zijn uittreerede met als titel "Het is tijd om afscheid te nemen van de landmeetkunde". Hij behandelt zijn ervaringen van boven naar beneden. Hij begint bij de astronomische metingen en via de satellietgeodesie komt hij bij de luchtfotogrammetrie. Daarna zakt hij af naar de metingen op het aardoppervlak en uiteindelijk komt hij onder de zeespiegel terecht bij de scheepshuiden. Zijn loopbaan viel ongeveer samen met de analoog-digi- taal omzetting van het geodetisch vakge bied. De nieuwe technieken betekenden een hausse in de instrumentele geodesie. Zonder Jan was dit zeker ook gebeurd, maar zou dan in Delft wel met veel meer moeite en tijdverlies gepaard zijn gegaan. Jan de Munck was geliefd bij de studen ten, die hem in 1986 het erelidmaatschap van de studentenvereniging Snellius ver leenden. De subtitel van zijn uittreerede is "Een vreemde eend in de geobijt". Dit is natuurlijk onzin, Jan de Munck was één van onze beste geodeten! Ik wens zijn vrouw Renée en zijn kinderen veel sterkte bij dit verlies. Pmf.dr.ir. M.J.M. Bogaerts/ oud-decaan Faculteit Geodesie - TU Delft. 24 Geo-lnfo 2013-2 Geo Info 02-13.indd 24 18-02-13 09:35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 26