Het stelsel en zijn staart Redactioneel MIJNGIN Ad van der Meer Het stelsel van basisregistraties is een prachtig grand design. Alles éénmalig en gestandaardiseerd opslaan, meervoudig gebruik alom, verplichte terugmeldingen voor afwijkingen - mooi, mooi, mooi. Effciencyvoordeel en winstpakkers vliegen je om de oren, een overheid zonder basisregistraties lijkt haast niet meer mogelijk. Laat ik vooropstellen dat ik een voorstander ben van het stelsel zoals dat is bedacht. Dat de implementatie geld kost, daar is iedereen zich wel van bewust. In de dagelijkse uitvoeringspraktijk levert het stelsel echter niet alleen winst: daar zitten nieuwe kosten. Een stelsel vereist nieuwe beheertaken en brengt nieuwe beheerissues met zich mee, die boven het beheer van de individuele registraties uitstijgen. Een simpel voorbeeld om dit te illustreren. De gemeente Amster dam kent twee woonplaatsen: Amsterdam en Amsterdam- Zuidoost. De gemeentelijke politiek heeft in 2012 vastgesteld dat dit er één moet worden. Het zou simpel moeten zijn: ergens een woonplaatscode wijzigen en voila, het hele stelsel is aangeslo ten. Maar helaas. Het model van de BAG zit zó in elkaar dat het aanvankelijk leek dat we alle 40.000 verblijfsobjecten in Zuidoost zouden moeten wijzigen. Voorts bleek dat het niet mogelijk is om een woonplaats simpelweg toe te voegen aan een andere woonplaats. In zo'n geval moeten beide woonplaatsen worden opgeheven en één nieuwe worden gevormd. Het probleem dijde dus uit naar 480.000 verblijfsobjecten in heel Amsterdam. Door de koppeling BAG-GBA zou de GBA voor 800.000 inwoners een gewijzigde adresaanduiding moeten toepassen. En de koppeling naar de landelijke voorziening van de GBA zou op zijn beurt weer tot miljoenen mutaties naar afnemers van die voor ziening leiden.'Leve het stelsel! Maar dit resultaat was uiteraard niet gewenst.' Inmiddels hebben we een workaround gevonden, maar het probleem is daarmee nog niet principieel opgelost. Het blijkt namelijk erg lastig om de precieze impact te bepalen van een mutatie in één van de basisregistraties op de andere. Datamodel len, netwerkprotocollen, codetabellen, berichtenformaten - alles kan invloed hebben op hoe een mutatie binnen de hele informa- Ad van der Meer tieketen uitpakt. Dat leidt tot grote onzekerheid bij de operationeel-technische medewerkers. Die zijn allemaal erg goed en erg slim, maar vooral voor hun eigen gedeelte. Zij gaan hulpeloos kijken als je ze vraagt om de impact van een wijziging op de totale informatie keten. Hier zijn dus specialistische functionarissen nodig die de hele ketens binnen het stelsel scherp op hun netvlies hebben, de koppelvlakken uit en te na kennen, en goed op de hoogte zijn van de (eigen)aardigheden van netwerken, uitwisselformats en wat dies meer zij. En ook nog dit. Je houdt basisregistraties bij ten behoeve van (interne) afnemers. Die gaan hun bedrijfsprocessen inrichten op de basisregistraties. In een toenemend aantal gevallen gaat dit betekenen dat een mutatie in een basisregistratie bij een afne mer automatisch een bedrijfsproces start. Zo zal een uitschrij ving van bewoners uit de GBA bij de Sociale Dienst automatisch leiden tot een mutatiebehandelingsverzoek aan de backoffice: immers, dit kan een wijziging in de uitkeringsrelatie betekenen. Bij het beheren van basisregistraties moetje dus erg oppassen bij het doorvoeren van wijzigingen. Je moet niet alleen goed op de hoogte zijn van je interne ketens, maar ook van de bedrijfs processen van je afnemers. Dat houdt in dat je (deels) achter de voordeur meekijkt. Dit betekent datje bij het implementeren van een basisregistratie nauwkeurig moet analyseren wat dat bij interne afnemers van die gegevens betekent, en datje bij elke wijziging van een registratie moet onderzoeken óf en zo ja wat dat dan kan betekenen. Dat zijn doorgaans tijdrovende vraag stukken. De moraal van dit verhaal? Het grote voordeel van het stelsel is dat alles met alles is gekoppeld. Dat is tegelijkertijd ook het grote nadeel: alles in het stelsel heeft invloed op elkaar, in die zin bijt het stelsel zichzelf in de staart. Je moet dus zorgen voor grondige kennis van de informatieketens tot en met de afnemers. En onder schat de hoeveelheid werk niet en beleg die taken structureel in de organisatie! Je afnemers zullen je dankbaar zijn. Via MIJNGIN wordt de GIN-ledendatabase up-to-date gehouden. We zijn er met z'n allen in geslaagd om van onze leden betere gegevens in deze database te plaatsen. Op basis van de nu beschikbare informatie starten we in maart een lezerspanel. De bevindingen en ideeën uit deze groep zullen we onder deze rubriek opnemen en publiceren. Meer informatie over MIJNGIN en hoe daar gegevens aan te vullen en te verbeteren vind je op www.geo-info.nl. Geo-lnfo 2013-2 3 Geo Info 02-13.indd 3 18-02-13 09:34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 5