Ondersteuning van 3D IMGeo
door commerciële software
Broninformatie voor de
opbouw van 3D IMGeo data
Een selectie van de eisen uit de Technische
Specificaties voor 3D IMGeo (Geonovum, 2013)
IMGeo is een formele ADE (Applica
tion Domain Extension) van CityGML.
De semantiek en geometrie van 3D
IMGeo data kan daarom worden herkend
en bewerkt door software die CityGML
2.0 ondersteunt. Binnen de 3D Pilot heb
ben een aantal bedrijven (Safe software,
Bentley, MOSS en CPA Systems) dit laten
zien in de"3Ü IMGeo-CityGML estafette"
(www.geonovum.nl/sites/default/files/
scenario_3d_imgeo_relay_final.pdf).
De uitkomsten van de estafette zijn
beschikbaar als Youtube filmpjes (zie
www.geonovum.nl/content/films-relay).
- LOD2-LOD3 Bomen en Inrichtingsele
menten
4- Eisen ten aanzien van textuur
De eerstgenoemde drie onderwerpen
zijn in het voorgaande artikel behandeld.
Dit artikel bespreekt de eisen ten aanzien
van textuur, maar vat eerst samen wat de
technische specificaties over de bronin
formatie vermelden, welke kan worden
gebruikt bij de opbouw van 3D IMGeo data.
Het spreekt voor zich dat de broninforma
tie die voor opbouw van 3D data wordt
gebruikt, bepalend is voor het resultaat.
Hieronder worden enkele van de diverse
kwaliteitsaspecten met betrekking tot de
broninformatie besproken. De specifica
ties leggen de nadruk op broninformatie
waarover organisaties al beschikken of
gemakkelijk kunnen beschikken.
Ambitieniveau
Hoewel de toepassing van de gegevens
het uitgangspunt moet zijn, bepaalt de
beschikbare brondata ook vaak het ambi
tieniveau van de modellering. Als gebruik
kan worden gemaakt van data waarover
de organisatie al beschikt of van data die
tegen relatief lage kosten kan worden
ingewonnen, zijn ook de kosten van de
opbouw van 3D modellen laag. Ruwweg
kunnen de volgende 3D objecten met
de volgende brondata worden gemodel
leerd (voor de betekenis van LOD wordt
verwezen naar het kader hierover):
panden in LODi kunnen worden gemodel
leerd als er topografische data beschikbaar
is, die object georiënteerd is gestructu
reerd (zoalsTOPioNL, BGT of BAG) in com
binatie met (globale) hoogte-informatie;
panden in LOD2 kunnen worden gemo
delleerd als ook hoogte-informatie van
Figuur i - AHNi (laserdata; puntenwolk) van Amersfoort stationsplein, zonder maaiveld.
(Bron: AHN, www.ahn.nl)
Eis 33- Het 3D model moet alle data
bevatten die nodig zijn om de volledige
en eenduidige relatie te leggen tussen
textuurinformatie en geometrie.
Eis 34. Aan alle objectvlakken wordt een
textuur toegekend, uitgezonderd het
grondvlak van objecten (gelijk aan de
snijding van object met maaiveld) en
uitgezonderd (delen van) objecten waar
voor geen broninformatie beschikbaar is.
Eis 39. Alle textuurinformatie wordt
gemodelleerd in CityGML 2.0 met de
extensiemodule Appearance.
Eis 40.Textuurinformatie voor (pand-)
objecten wordt alleen gemodelleerd
voor het naar buiten gerichte deel van
elk vlak. Er wordt geen textuurinforma
tie gedefinieerd voor het naar binnen
gerichte deel van elk vlak.
Aanbeveling 10. Als de oriënteringsge-
gevens van de broninformatie relatief
eenvoudig kunnen worden verrijkt door
een additionele geometrische correctie
(bijvoorbeeld door bij luchtfoto's een
stringenter triangulatie en blokvereffe-
ning toe te passen) dan wordt aanbevo
len om deze correctie ook uit te voeren.
een voldoende detaillering beschikbaar
is, tot op het niveau van dakvormen en
(grotere) dakkapellen (zoals uit AHN2
(zie figuur 1) of eigen inwinning);
panden kunnen worden getextureerd,
als beeldinformatie inclusief nauwkeu
rige oriënteringsgegevens beschik
baar zijn (luchtfoto's met voldoende
langs- en dwarsoverlap, oblieke foto's
of panoramafoto's die precies zijn
georiënteerd);
een 2.5D terrein (LODo) kan worden
gemodelleerd, als voldoende hoogte
informatie beschikbaar is, uit AHN2,
eigen inwinning of image matching in
stereo-luchtfoto's (zie verder);
LOD1/LOD2 groenobjecten (bij
voorbeeld bomen) kunnen worden
gemodelleerd, als punttopografie
beschikbaar is uit systemen voor het
8 Geo-lnfo 2013-3