Levels of Details (LOD) CityGML (en daarmee 3D IMGeo) kent verschillende detailniveaus (Levels of Details) voor de verschillende themati sche hoofdklassen (gebouwen, vegetatie, water, terrein, etc.). Het hoogteniveau op maaiveld (Digital Terrain Model) wordt weergegeven in LODo. Volumeobjecten, zoals gebouwen en kunstwerken, kunnen vervolgens op verschillende detailniveaus worden opgetrokken in 3D, bijvoorbeeld als eenvoudig blokmodel (LOD1) of met dakvormen (LOD2). Daarna volgen ramen, deuren en andere exterieurkenmerken (LOD3) en tenslotte een volledig uitge werkt interieurmodel (LOD4). beheer van de buitenruimte AHN2 in combinatie met hoge resolutie hoogte informatie, zoals AHN2. Brondata Voor het opbouwen van 3D IMGeo data, wordt in de technische specificaties gead viseerd om 2D IMGeo als uitgangspunt te nemen. Dus eerst 2D IMGeo maken en dan pas uitbreiden naar 3D. De belangrijkste, geschiktste of meest voor handen zijnde andere relevante brondata beschikbaar in bestaande informatieprocessen (regis traties) zijn: BAG,TOPioNL, AHN2, DTB (Digitaal Terrein Bestand van Rijkswater staat) en (stereo)luchtfoto's. De belangrijkste, geschiktste of vaakst voor handen zijnde brondata uit (eigen) inwinning zijn laseraltimetrische data, laserscandata uit dynamische inwinning, oblieke luchtfoto's, 360° panoramafoto's of -video's en puntenwolken uit stereolucht foto's (via image matching, zie verder). Al deze brondata worden uitgebreid beschreven in één van de eindrapporten van de eerste fase van de 3D Pilot "3D aanbod van geo-informatie"(NCG, 2011). Bij de uitbesteding van de opbouw van 3D IMGeo data moet worden gespecificeerd welke brondata moet worden gebruikt en welke eigenschappen die brondata bezit. Het kan zijn dat de opdrachtgever deze broninformatie al in bezit heeft en aanlevert. Het kan ook zijn dat nieuwe broninformatie moet worden verzameld. Puntenwolken uit luchtfoto's De nog relatief weinig bekende methode om 3D puntenwolken te genereren uit stereoluchtfoto's kan een belangrijke rol spelen bij de opbouw, en waarschijnlijk vooral bij de update van 3D data. Onder een aantal voorwaarden kunnen er uit luchtfoto's gedetailleerde en hoognauw- keurige puntenwolken worden berekend, zie figuur 2 (Haala, 2011). Zo'n puntenwolk beschrijft het"bovenaanzicht"van het terrein (inclusief objecten), welke (bijna) gelijk is aan de hoogtedata ingewonnen bij laseraltimetrie (zoals AHN2). De belang rijkste voorwaarden voor bruikbaarheid hebben betrekking op het vliegplan (nodig is een grote langsoverlap van bijvoorbeeld 80% zodat alle punten in het terrein in tenminste drie foto's zichtbaar zijn) en de verwerking (er is een hoog waardige triangulatie- en blokvereffening nodig zodat nauwkeurige oriënteringsge- gevens kunnen worden bepaald). De voor 3D aanvullende eisen aan dwars- en langsoverlap zijn duidelijk hoger dan wat nu gangbaar is als eisen aan beeldmate riaal. Dat betekent dat de huidige eisen (enigszins) moeten worden aangescherpt om beeldmateriaal geschikt te maken als 3D bronmateriaal. Een dergelijke overlap voor 3D inwinning kan echter wel weer een interessante eis zijn voor de landelijke inkoop (al dan niet voor over een x-aantal jaar) van beeldmateriaal. Onder deze voorwaarden zouden pun tenwolken kunnen worden gegenereerd met een precisie vergelijkbaar met die van AHN2, maar wel met een hoger inwin- ningsfrequentie. De nadelen van deze methode (ook wel image matching of Figuur 2 - Puntenwolken automatisch gegenereerd uit luchtfoto's. Geo-lnfo 2013-3 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 11