Textuurinformatie
dense matching genoemd), zijn dat dan
nog ca. 10% van de punten niet goed kan
worden berekend, omdat ze op onvoor
ziene objecten vallen. De puntenwolk
moet dus nog op een slimme manier
gefilterd worden. Daarnaast kun je geen
hoogtes meten van maaiveld of gebou
wen die van bovenaf niet te zien zijn door
de aanwezigheid van bomen. Voordelen
van dense matching zijn, dat de inwinning
relatief goedkoop is en dat de luchtfoto's
met dit vliegplan ook geschikt zijn voor de
opbouw van textuurinformatie.
Textuurinformatie bestaat uit kleuren of
beelden en het belangrijkste doel ervan
is het realistisch visualiseren van 3D data.
Textuurinformatie kan worden toege
voegd aan opgebouwde 3D IMGeo data.
Een realistische visualisatie is wat waard
(zie figuur 3), maar niet per definitie het
enige doel van textuurinformatie in 3D
modellen. De textuurinformatie kan ook
worden gebruikt om andere, niet-fysieke
eigenschappen van objecten te visualise
ren (zoals geluidsbelasting op de gevel).
Daarnaast kan textuurinformatie worden
bevraagd en voor analyse worden gebruikt,
op dezelfde manier als dat geldt voor de
andere eigenschappen van 3D-objecten.
Textuurinformatie in CityGML
Texturen worden in CityGML met de
extensiemodule Appearance gemodel
leerd (zie CityGML 2.0 specificaties).
Omdat IMGeo is gemodelleerd als een
uitbreiding op CityGML, kan aan 3D IMGeo
data texturering worden toegekend
volgens deze Appearance module. Een
Appearance bestaat uit textuurinformatie
voor elke geometrie met een oppervlak,
dus elk vlak of object bestaande uit vlak
ken in het 3D model. Textuurinformatie
kan bestaan uit beelden (meestal foto's)
of één kleurwaarde per vlak, zoals een
gemiddelde puntkleur of een kleur op
basis van een thema, zie figuur 4-
In CityGML wordt gesproken over material,
als het gaat om constante eigenschap
pen zoals kleur, en wordt gesproken over
texture, als het gaat om eigenschappen
die afhangen van de locatie binnen het
oppervlak, zoals het geval is bij texturen
uit beeldinformatie.
Bij textuur op basis van beeldinformatie
(texture) wordt meestal gebruik gemaakt
van luchtfoto's, oblieke luchtfoto's, panora
mafoto's of-video's. Deze textuurinforma
tie kan (vrijwel geheel) geautomatiseerd
worden toegekend, als de beeldinformatie
van voldoende hoge geometrische
kwaliteit is èn alle oriënteringsgegevens
(stand en positie bij de opnames) bekend
zijn. Zo niet, dan is de beeldinformatie
ongeschikt. Normaliter wordt textuurin
formatie uit beeldinformatie opgeslagen
in separate bestanden in gecomprimeerde
grafische formaten (zoals jpg), en worden
aan de 3D objecten alleen attribuutgege-
vens toegevoegd, zoals een link naar het
jpg bestand en gegevens voor eenduidige
projectie op het object. Het gebruik van
beeldinformatie betekent wel een fors
beslag op hard- en software, waardoor
interactief navigeren in een complex 3D
model lastig of zelfs onmogelijk is. Om dit
te voorkomen, kan sterk vereenvoudigde
textuurinformatie worden gebruikt, zoals
een "gemiddelde" kleurwaarde van de op
dat vlak geprojecteerde beeldinformatie.
Net als bij textuur op basis van beeldinfor
matie worden hiervoor foto's op vlakken
geprojecteerd, maar wordt er per vlak
een enkele kleur berekend en toegekend.
Deze manier van textureren is dus een
logische tweede of extra optie als met
beeldinformatie wordt gewerkt.
Met textuur op basis van een constante
eigenschap (material) kan een bepaalde
IMGeo eigenschap worden getoond in het
3D model, of andere, niet per se visuele,
Figuur 4 - Texturering: a. zonder textuur; b. textuur uit (lucht-)fotobeelden; c. textuur op basis van
de gemiddelde puntkleur per vlak; d. textuur op basis van gemiddelde kieur en visualisatie IMGeo
(inclusief ondergrond).
Figuur 3 - Getextureerd 3D model (LOD2) van gemeente Rotterdam met als doel realistische visualisatie.
10 Geo-lnfo 2013-3