Aardobservatie en
geo-informatie: 1 1 3
Gert van der Burg, directeur Stichting Geomatics Business Park, Marknesse
burg@geomaticspark.nl, www.geomaticspark.nl
Geo-informatie en aardobservatie
zijn twee"werelden"die in Nederland
gescheiden ontwikkelingen hebben
doorgemaakt. Er is inmiddels veel gedaan
om beide werelden te integreren. Dat dit
proces nog niet is voltooid bleek tijdens
het laatste GIN Symposium (november
2012). Daar waar het gebruik van aar-
dobservatiegegevens in het morgenpro
gramma een prominente plaats innam
(bv. Google Maps) was de deelname door
de Nederlandse aardobservatiesector aan
het symposium slechts "bescheiden".
Aardobservatie (in het algemeen het
gebruik van sateliietgegevens: naast
aardobservatie ook navigatie en communi
catie) wordt in Nederland als onderdeel van
het ruimtevaartbeleid gestimuleerd. Dat ligt
in handen van het Ministerie van EZ. Inno
vatie van het bedrijfsleven speelt daar de
boventoon. De nadruk ligt hier traditioneel
meer op de upstream (d.w.z. het ruimteseg
ment: de ontwikkeling van satellieten, com
ponenten en sensoren) dan op de down
stream (het gebruik van sateliietgegevens).
Omdat de roep om maatschappelijk en
economisch rendement van de ruimtevaart
steeds luider klinkt en de markt het gebruik
van sateliietgegevens steeds lucratiever
vindt, vindt langzamerhand een kentering
plaats. Bijvoorbeeld: naar aanleiding van de
ESA ministersconferentie in november 2012
is een nieuw beleidsplan opgesteld, waarin
de Nederlandse ruimtevaartinzet wordt
beschreven. Dit stuk ademt nadrukkelijk de
sfeer van het commercieel en maatschap
pelijk nut van ruimtevaart, in het bijzonder
het gebruik van sateliietgegevens op de
commerciële toepassingenmarkt. Echter, als
het om de toewijzing van budgetten gaat,
trekt de downstream (nog?) aan het kortste
eind. Erg positief is dat in het kader van het
topsectorbeleid, de downstream een inte
graal onderdeel uitmaakt van de Roadmap
Space binnen HTSM, die is opgesteld onder
auspiciën van SpaceNed (de vereniging van
ruimtevaartbedrijven in Nederland). Bij mijn
weten één van de eerste keren (zo niet dé
eerste keer) dat van een integrale up- en
downstream aanpak sprake is.
Het businessmodel binnen de down
stream sector is nog volop in ontwikke
ling. De aardobservatie "value adding"
sector wordt door steeds meer bedrijven
gezien als strategisch. Dat komt natuurlijk
door de toenemende vraag naar actuele,
global én local geo-informatie, voor het
monitoren en voorspellen van ingre
pen aan onze leefomgeving. Een goed
voorbeeld is de energiesector waar in
steeds meer remote area's wordt gezocht
naar olie en gas. Grote, veelal internatio
naal opererende concerns voegen deze
specialistische (kennis van) bedrijven toe
aan hun product-portfolio, bijvoorbeeld
door middel van een bedrijfsacquisitie.
Dit geeft deze specialistische bedrijven
dan een grotere armslag op de interna
tionale markt. Anderzijds zijn de grote
Europese (upstream) ruimtevaartindus
trieën gaan inzien dat het echte geld
verdiend kan worden door de exploitatie
van de gegevens afkomstig van hun eigen
satellieten. Ze hebben daarvoor dan ook
specifieke bedrijfsactiviteiten opgezet.
Dit alles betekent dat het landschap
binnen de Nederlandse downstream
sector de afgelopen tien jaar ingrijpend is
veranderd. Door het toenemend gebruik
van ruimtevaartgegevens binnen de geo-
informatiesector zal dit veranderingspro
ces zich voortzetten. En dat is gunstig voor
beide sectoren, want ze maken allebei
onderdeel uit van dezelfde geomatica-
keten: 1 1= 3!
Bovenstaande overwegingen kwamen ter
sprake tijdens de GIN Oost bijeenkomst
op 17 januari jl. in het Geomatics Business
Park (GBP/Marknesse; de bij dit artikel
geplaatste oblique foto). U bent hier in een
vorige uitgave van Geo-lnfo over geïnfor
meerd (pag. 30 van Geo-lnfo 2013 - 2).
Geo-lnfo 2013-4 15