I
Aansturing
De adviseur gevaarlijke
stoffen kan bijvoorbeeld
in het veld een simulatie
starten...
Samenvatting en conclusies
WW»1 M'mlj
AGW*» I'm'ml I
IB#»» ir* P.H.
Rsiït hmüh
VirlicaEr diilnbutit i9ori1ifwi|
AiiAi
Figuur 4 - Dwarsdoorsnede van bovenstaande rookpluim. De bron ligt links bij afstand o, de afstand over de grond wordt met de wind mee gemeten, midden in de rookpluim.
starten. Hij voert onder andere de locatie
van de brandhaard in en de sterkte en duur
van de emissie. Het starten van een simula
tie gebeurt vervolgens door middel van het
WPS (Web Processing Service) protocol.
De uitvoer van het pluimmodel is
4-dimensionaal (x, y, hoogte en tijd).
De rookpluim kan worden weergegeven
als 2-dimensionale contouren gezien van
bovenaf (figuur 3), en als een verticale
dwarsdoorsnede door het midden van
de rookpluim (figuur 4). Beide aanzichten
kunnen in de tijd worden doorlopen, stap
voor stap of als animatie. De resultaten
worden opgevraagd met het WMS proto
col. Door open standaarden te gebruiken
kunnen de resultaten in een willekeurig
GIS systeem of crisismanagementsysteem
worden gebruikt. Ook rekenmodellen kun
nen eenvoudig toegevoegd en vervangen
worden, zoals bijvoorbeeld een natuur-
brandverspreidingsmodel (zie figuur 5).
Modelresultaten worden centraal opgesla
gen. Hierdoor zijn modellen uit het verle
den altijd terug te zoeken, en ook kan een
model vanaf de ene cliënt gestart worden
en vanaf de volgende cliënt ingeladen
worden. De adviseur gevaarlijke stoffen
kan bijvoorbeeld in het veld een simulatie
starten (tablet) en deze later in de com
mandowagen openen en analyseren.
Momenteel is de dienst te benaderen via
een website en via een GIS systeem (ESRI
ArcGIS Desktop). In de web interface is alle
basisfunctionaliteit beschikbaar: het star
ten van een nieuwe rookpluim simulatie,
het ophalen en bekijken van de resultaten,
het tonen van dwarsdoorsnedes en het
opvragen van basale informatie zoals wind
snelheid, windrichting en rookconcentratie
per locatie. Als de rookpluim dienst vanuit
Rookpluim
model
Kaartlageri
WPS
wms/wts
Internet
Web GIS
Desktop GIS
Figuur 5 - Blokschema van de modellen, de gis-
applicaties en de gebruikte protocollen.
een desktop GIS systeem wordt benaderd,
krijgt de gebruiker extra mogelijkheden.
Dit betreft vooral het doen van ruimtelijke
analyses op de resultaten:
Hoeveel mensen wonen er binnen de
rookpluim contour?
Zijn hier oudere, kwetsbare mensen bij
en zo ja, hoeveel?
Zijn er gevaarlijke stoffen opgeslagen
binnen het gebied?
Natuurlijk krijgt de gebruiker zo ook toegang
tot zijn eigen datalagen die al in het GIS
systeem beschikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld
de locaties van sirenes of een gedetailleerde
kaart met opgeslagen gevaarlijke stoffen per
gebouw. Verder biedt het GIS systeem de
mogelijkheid om afgeleide prognoses in te
tekenen en deze vervolgens te delen.
BMT ARGOSS en Geodan hebben een dienst
ontwikkeld waarmee veiligheidsdiensten
nauwkeurige informatie kunnen krijgen
over de verspreiding van rookpluimen
en gaswolken. De dienst lost een aantal
problemen in de huidige werksituatie op:
Er wordt een nauwkeurige verwachting
voor de komende uren geleverd: antici
peren op veranderende weersomstan
digheden wordt daarmee mogelijk.
Door gebruik van een weermodel met
een hoog ruimtelijk detailniveau wordt
de weerssituatie ter plaatse van de
rookpluim correct meegenomen in de
berekening.
Verticale verspreiding van rookgas wordt
correct berekend en weergegeven
Koppeling aan bestaande GIS systemen
maakt het eenvoudig om verdere analy
ses te doen.
De rookpluimdienst is door de deelne
mende veiligheidsregio's zeer enthousiast
ontvangen. Er is duidelijk behoefte aan
deze informatie, en de vorm en functiona
liteit voldoen aan de wensen.
In samenwerking met de veiligheidsregio's
wordt nu gewerkt aan een marktintroductie
van de dienst. In 2013 wordt de rookpluim-
dienst geëvalueerd in de dagelijkse praktijk.
Daarna zal de dienst operationeel worden
aangeboden aan alle veiligheidsregio's in
Nederland. Verder wordt een marktintroduc
tie in het buitenland en in andere sectoren,
zoals de chemische industrie voorbereid.
Een aantal technische zaken zijn nog in
ontwikkeling, onder andere het aansluiten
van andere modellen (natuurbranden,
explosies, modellen voor zware gassen).
Verder zal voor een aantal specifieke GIS
systemen een meer uitgebreide koppeling
worden gerealiseerd.
18 Geo-lnfo 2013-4