Modelleren naar de toekomst waterdieptes op een locatie door de tijd. Hiermee kunnen nieuwe kaarten gemaakt worden van de 'mobiele laag' van de Wad denzeebodem. Dit geeft informatie over hoeveel sediment er maximaal is verdwe nen of bijgekomen op een plek (figuur 6). Ook kunnen kaarten gemaakt worden over het verschil tussen periode X en de huidige tijd. Op deze kaarten zijn niet alleen de plaats van de oude geulen (de hoofdvaarroutes) te zien, ook kun je erop zien of, en zo ja waar, deze oude geulen verzand, of juist geërodeerd zijn. Dit geeft niet alleen een inzicht in waar in het verleden mogelijk schepen zijn vergaan, maar ook of de wrakken uit die periode nu volledig afgedekt zijn, of juist vrij spoelen of zelfs al verdwenen zijn (figuur 7)- Binnen de archeologische wereld wordt al geruime tijd gewerkt met een 'Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden', de zogenaamde IKAW. Dit is een model van Nederland waarin de kans op het aantref fen van archeologie in de bodem kan worden afgelezen. Dit model bestaat uit een 50-meter-grid met een oplopende waardeschaal. Hoe hoger de waarde, des te groter de kans op archeologie (figuur 8). De waterbodems in Nederland zijn voor de kustwateren en het IJsselmeer meege nomen in de modellering. Het probleem hierbij is alleen dat de archeologische waar dering voor water alleen is gedaan op basis van vondstmeldingen en expert judgement, niet op daadwerkelijke modellering van de bodem door de tijd heen. Het nadeel is dus dat alleen die wrakken zijn meegenomen in de modellering die bloot gespoeld zijn, en dus bedreigd worden door erosie. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wil nu met haar Programma Maritiem een nieuwe IKAW waterbodem maken, die meer gebaseerd is op de (veranderende) morfologie van de zeebodem. De weste lijke Waddenzee is binnen dit programma gekozen als eerste pilot. Om te komen tot een dergelijke indicatieve kaart worden er twee wegen bewandeld; ten eerste wordt er gekeken of er door het maken van kaarten per periode een voorspelling kan worden gedaan waar schepen zouden kunnen zijn vergaan. Dat is uiteraard op die plaatsen waar gevaren kon worden Figuur 6 - Dikte van de mobiele laag, de laag bijgekomen of verdwenen, sediment gemodelleerd vanuit de verschillende historische (loding)gegevens. Figuur 7 - Vergelijkingsmodel van de zeventiende-eeuwse geulen met de huidige bathymetrie. Dit model geeft een inzicht in waar sedimentatie en erosie ten opzichte van de zeventiende-eeuwse situatie is opge treden. Dit wil zeggen dat wrakken in het donkergroene gebied begraven liggen onder sediment, terwijl wrakken in het donkerrode gebied waarschijnlijk zijn bloot gespoeld en aan erosie onderhevig zijn. 8 Geo-lnfo 2013-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 10