Literatuur Figuur 8 - De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, versie 3. De kleurschakering geeft de kans op aantreffen van archeologische resten weer. Hoe donkerder de kleur, des te hoger de kans op archeologie in de bodem. Merk op dat de kartering in zee aanmerkelijk grover is dan die op land. (geulen) en op de rand van (gevaarlijke) zandbanken. Door de veranderende lig ging van de geulen door de tijd heen ver leggen de vaarroutes zich ook.Ten tweede wordt er gekeken of die locatie door de tijd veranderd is in het diepteprofiel; is er sinds periode X zand overheen gekomen, en zo ja hoeveel, of is het gebied sterk geëro deerd? De opbouw van de'mobiele laag' van de zeebodem kan op die manier ook inzicht geven of er een verwachting is dat een bepaald gebied in de nabije toekomst wellicht erodeert, waardoor mogelijk begraven wrakken blootspoelen (figuur 9)- Dit model kan niet alleen door archeolo gen gebruikt worden, maar dient vooral ook voor erfgoed beheer in zee. Met dit model kan bijvoorbeeld ook bijgehou den worden wat moderne antropogene verstoringen, zoals baggerwerken, kabel en leidinggoten of schelpenwinning voor effect hebben op het culturele erfgoed onder water. Het kan ook inzicht geven tot op welke diepte dergelijke ingrepen kunnen worden uitgevoerd zonder erfgoedschade. Dergelijke gegevens zijn in ons intensief gebruikte landje van onschatbare waarde. Os, 2011: Os, BJ.H. van Kosian, M.C., Sluipende degradatie van het archeologisch erfgoed. In: Lauwerier, R.C.G.M., Groot, T. de, Os, BJ.H. van &Theunissen, L. (red.) Vragen over Malta. Onderzoek naar de effectivi teit van de onderzoeksketen, sluipende degradatie en de effecten van vrijstellingen. Amersfoort 2011.41-84. Wag henaer, 1584: De vermoerde stroemen, Tvlie ende Tmaersdiep, opstreckende inde ZuijderZee voorbij Enchuijsen totAmstel- redam, met alle sanden plaeten en ondiepten opdeselvestroemen geleghen. In: Lucas Janszoon Wag henaer, Spieghel der zeevaerdt, van de navigatie der Westersche zee, innehoudende alle de custen van Vranckrijck, Spaingen ende't principaelste deel van Engelandt, in diversche zee caerten begrepen. Amsterdam 1584. Walsmit, 2009: Walsmit, E., Kloosterboer, H., Persson, N. Ostermann, R., Spiegel van de Zuiderzee. Geschiedenis en Cartobiblio- grafie van de Zuiderzee en het Hollands Waddengebied. Houten 2009. Figuur 9 - Sedimentatie- en erosie-ontwikkelingsmo del van de westelijke Waddenzee vanaf de zestiende eeuw (onder) tot de eenentwintigste (boven). Drs. Menne Kosian Onderzoeker Ruimtelijke Analyse binnen de afdeling Landschap van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort (m.kosian@cultureelerfgoed.nl) Geo-lnfo 2013-6 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 11