Operationele invulling in
samenwerking met NWP
CIWK slecht drempels en
vergroot marktkansen
In deze geo-informatie wereld neemt
Nederland een unieke, vooraanstaande,
maar nog bescheiden positie in. Deze
positie vraagt om schaalvergroting
en exploitatie, waarbij Nederland zich
wereldwijd positioneert voor de levering
van innovatieve diensten en producten
op dit terrein en zich hiermee dienstbaar
maakt voor de samenleving. Ook daarvoor
is samenwerking nodig.
Decennia lang wordt er geïnvesteerd
in ruimtevaart (upstream) en heeft zich
ondermeer ook hoogwaardige aardob
servatie technologie ontwikkeld (down
stream). De aandacht voor toepassingen
neemt sterk toe, waarbij de vraag is of de
toepasser/eindgebruiker deze ontwik
kelingen kan bijhouden. In de zoektocht
naar balans tussen wat technologisch kan
en wat eindgebruiker vraagt (en aankan),
maar ook tussen wie er voor betaalt en
wie er geld mee verdient, is samenwerking
in de hele informatieketen essentieel.
De wil voor samenwerking werd manifest
en op 24 februari 2011 sloten, op initiatief
van ondermeer het'Co-operative Pro-
gramme on Water and Climate (CPWC),
Netherlands Space Office (NSO) en Geoma-
tics Business Park(GBP), ruim 30 partijen
afkomstig uit de ruimtevaart-, aardobserva
tie- en geomatica-, water-, en klimaatsec
tor, het Convenant Informatieketen voor
Water en Klimaat (CIWK,'Water Climate
Services'). Meer partijen zien het nut en de
noodzaak daarvan in en haken aan.
Partijen zijn ieder sterk op hun eigen
terrein, maar zien meerwaarde van
samenwerking: enerzijds door hun eigen
sterkte te plaatsen in de informatieketen
van aardobservatie, remote sensing, data
inwinning en bewerking, modellering
en advisering, opleiding en training en
anderzijds door de eindgebruiker centraal
te stellen. Door te beginnen bij de vraag
van de eindgebruiker en terug te werken
in de informatieketen vergroten zij de
ontvankelijkheid en verantwoorde en
functiegerichte toepassing van door hen
geleverde informatie, kennis en kunde.
CIWK kan bijdragen om in het buiten
land te kapitaliseren op in Nederland
gedane investeringen in kennisopbouw
in geo-informatie, zoals bij voorbeeld het
GeoValley programma van het Geomatics
BusinessPark. Dit programma heeft een
belangrijke impuls kunnen geven aan de
ontwikkeling van product- en dienstin-
novaties op het gebied van waterbeheer,
luchtkwaliteiten ruimtelijke kwaliteit.
Binnenkort verschijnt een eBook over de
resultaten, over het belang voor de sector
zelf, alsook over de betekenis van de
sector voor de maatschappij. Het eBook
zal binnenkort beschikbaar komen (zie het
volgende nummer van Geo-lnfo).
Momenteel hebben zich ruim 50 partijen
aangesloten, die allen ambities hebben op
de internationale markt van water, klimaat
en voedselzekerheid. Vooral de vroege
fase van de ontwikkeling van deze markt
vraagt om investeren in verkenningen en
opbouw van relaties. Het secretariaat van
CIWK draagt bij aan de operationele invul
ling van de ambitie van de partners mid
dels verkenningen en missies en commu
nicatie daarover. Het secretariaat fungeert
als loket, vraagbaak voor partners van
het convenant en als aanspreekpunt voor
overheden en instellingen die nationaal
en internationaal beleid ontwikkelen en/
of daarvoor argumentatie bijeen brengen.
Voor het versterken van de onderlinge
relaties faciliteert het secretariaat netwerk
bijeenkomsten, briefings, thematische
bijeenkomsten en één-op-één commu
nicatie met CIWK partners. Gezamenlijk
gaan zij op zoek naar kansen in de markt
en naar eikaars competenties en capaci
teiten zodat specifieke consortia van CIWK
partners zelfde integrale oplossingen als
antwoord op geïdentificeerde kansen/
behoefte in de internationale markt kun
nen aanleveren.
CIWK heeft een samenwerking aangegaan
met het Netherlands Water Partnership
(NWP), dat kantoor houdt in het Inter
national Waterhouse in Den Haag. In de
afgelopen jaren heeft NWP een uitgebreid
internationaal netwerk weten op te
bouwen, zowel vanuit de Nederlandse
water- en sanitatie sector, als vanuit de
relaties met de Nederlandse ambassades
en de programma's van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken (Ontwikkelings
amenwerking en Handel). De combinatie
met de geo-informatie sector met deze
watersector levert meerwaarde op voor
zowel de best passende oplossingen voor
problemen met te veel en te weinig water
en daarmee samenhangende voedsel
zekerheid, alsook voor de bedrijven en
instellingen, die partner zijn van het CIWK.
Door deze samenwerking komt veel actuele
informatie van het NWP en haar landenplat-
forms met hun kernadviseurs snel beschik
baar voor de partners van CIWK.
De samenwerking heeft al geleid tot meer
ruimte voor geo-informatie in de lopende
waterprogramma's. Op initiatief van en
gefaciliteerd door CIWK en NSO heeft dit
geleid tot een structurele inbedding van
gebruik van geo-informatie in de themati
sche programma's voor Water en Ontwikke
lingssamenwerking van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken. Zo droeg CIWK bij aan
de totstandkoming van het programma
'Geodata for Agriculture and Water'(G4AW).
Dergelijke bijdragen zullen in de toekomst
vaker worden geleverd. De volgende acti
viteit dient zich al weer aan. Zeer recent
lanceerde de Wereldbank het'Water
Partnership Program (WPP), Phase 2',
een nieuw meerjaren-en multi-sectoraal
programma met focus op deltagebieden.
Wereldwijd zullen projecten worden
opgezet voor risico management bij
rampen. Het WPP zal daarbij expliciet de
toepassing van remote sensing /geo-infor
matie bij watermanagement stimuleren.
Het secretariaat van CIWK, NWP en NSO
zullen met het Ministerie van Buitenlandse
Zaken afstemmen hoe projecten in het
WPP tot stand kunnen komen.
Met ondersteuning van de CIWK part
ners, NWP en medegefinancierd door
het Programma'Partners voor Water'zijn
de ambities van het convenant verder
uitgewerkt. Vroegtijdig informeren over
en gezamenlijk optrekken bij het mede
organiseren van buitenland missies van
de overheid om zo de CIWK partners in
samenhang te positioneren vergroten hun
marktkansen.
Zo werd bijgedragen aan de inventarisa
tie studie over de droogteproblematiek
in de Hoorn van Afrika en het daarop
Geo-lnfo 2013-6 25