Slotopmerkingen Rijksoverheid moet orde op zaken stellen Projectmanagers moeten sturen op weten contract Het Europese aanbestedingsrecht Het Europese aanbestedingsrecht heeft tot doel om overheidsopdrachten boven zekere, regelmatig bij te stellen, drempelbedragen binnen de EU toegankelijk te maken voor ondernemers uit de gehele EU. Het Europese aanbestedingsrecht is daarmee uiterst belangrijk voor de BGT-aanbestedingen, zowel waar het data betreft als ICT. Nationale wetgeving en contracten tussen overheden en data- en ICT-leveranciers moeten in lijn zijn met het Europese recht en het Europese aanbestedingsrecht. Zij mogen hiermee zeker niet in strijd zijn. De in de volgende alinea te noemen onderdelen van het Europese recht en het Europese aanbeste dingsrecht zijn daarom van groot belang voor het aanbestedingsrecht dat geldt in Nederland. Het Europese aanbestedingsrecht wordt geregeerd door de beginselen van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU), de Europese Richtlijnen, vooral de richtlijnen 2004/17/EG (specifiek gericht op water, transport, energie en posterijen) en 2004/18/EG (gericht op overige leveringen, werken, pro ducten en diensten), de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (voorna melijk de jurisprudentie die betrekking heeft op het vrije verkeer), en de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht. In het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie zijn voor aanbestedingsrecht de bepalingen van belang die gaan over de interne markt binnen de Europese Unie (EU). Hierbij is zowel sprake van negatieve integratie (het wegnemen van drempels voor het verkeer tussen de lidstaten van de EU) als positieve integratie (bijvoorbeeld het harmoniseren van normen en verder gemeenschappelijk beleid). Voor het in stand houden van beide integraties is handhaving wezenlijk. Van belang voor het Europese aanbe stedingsrecht zijn de vrijheden van verkeer van goederen (art.28 VWEU), dien sten (art.56 VWEU) en werknemers (art.45 VWEU) en het recht op vrije vestiging (art.49 VWEU). Verder zijn van belang de algemene beginselen die bij aanbesteding moeten worden nageleefd: de beginselen van transparantie, non-discriminatie (art.18 VWEU), proportionaliteit en objectiviteit. Vooral volgens de Europese Commissie moeten de algemene beginselen van aanbestedingsrecht, ook wel de beginselen van transparantie, proportionaliteit, objectiviteit en gelijke behande ling, ook buiten de Europese richtlijnen door aanbestedende diensten worden toegepast. Hier wordt voornamelijk gedoeld op bedragen onder de drempelbe dragen. Kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking zijn verboden (art.34 VWEU). De BGT is een levering volgens Richtlijn 2004/18/EG. Het Europese aanbestedingsrecht is in het BGT-programma vooral een zaak die bron houders, SVB-BGT en het Kadaster raakt. Daar vinden de omvangrijke realisatieprojec ten plaats. Het ministerie van l&M zeifis hier geen opdrachtgever voor. worden voor te hoge ambities en is het wel licht beter in stappen te denken. Ook dient het opdrachtgeverschap goed belegd te zijn. Algemeen Strakke inschakeling van het bestaande recht zal niet alleen leiden tot kostenbe sparing, maar ook tot kwaliteitsverbete ring en een betere planning en realisatie in de tijd van de BGT-projecten. Het een gaat immers met het ander samen. Op grond van de rapportage van de AR valt niet aan de indruk te ontkomen dat het vooral de rijksoverheid zelf is die intern orde op zaken moet stellen en haar administratieve organisatie (AO) in orde moet brengen. Extrapolatie van de rapportage van de AR en tussentijds door de auteur met ICT-leveranciers gevoerde gesprekken geven de stellige indruk, dat dit ook zal blijken uit de voor 2013 op de rol staande rapportage van de AR en het na de parlementsverkiezingen van 2012 op te starten Parlementaire Onderzoek. Het begin van de problemen lijkt zich dus te concentreren binnen de rijksover heid zelf. Daarbij bestaat het risico dat de hoofdrolspelers bij de komende BGT-aanbestedingen (ministerie van l&M, Bronhouders, Data- en ICT-leveranciers) elkaar gijzelen als belanghebbenden om de projecten complex en ambitieus te maken met alle risico's van problemen van dien. In het BGT-programma wordt dit risico zoveel mogelijk ondervangen door het ministerie als 'senior responsibele owner' (in Prince2-termen) de aansturing van het programma te laten verzorgen. Er is een goede vertegenwoordiging van producen ten en gebruikers in de programmastuur groep, maar bij impasses kan het ministerie de knoop doorhakken. Projectmanagers en projecten over de grenzen van organisaties heen Het is uiterst belangrijk dat de projectma nagers een juist, actueel en volledig beeld hebben van de informatievoorziening (vooral kosten), en dat zij de relevante wetgeving en het desbetreffende contract kennen. Dit stelt hen in staat om op de bepalingen in wet en contract te sturen. Dit moet volstrekt niet vrijblijvend zijn. De projectmanagers moeten hierop worden beoordeeld door hun leiding gevenden. Voordeel hiervan is, dat die leidinggevenden dan ook de informa tievoorziening, de wet en het contract moeten kennen! Het besturen van projecten over de grenzen van organisaties heen is een complex en vrij nieuw terrein, aldus de AR. Een complexe besturing stelt eisen aan de samenstelling van projectgroep en stuurgroep. De AR geeft dit aan en dit blijkt ook uit ervaring. In de beleidsontwikkeling ten aanzien van de BGT is zeer veel ruimte gegeven voor participatie uit het veld. Bronhouders, gebruikers en bedrijfsleven hebben op verschillende momenten input gegeven waar dankbaar gebruik van is gemaakt. Ook in de realisatie blijkt deze benadering Geo-lnfo 2013-6 35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 37