SPECIAL
nieuweplannen nl
Datamodel doet recht aan juridisch-
bestuurlijk proces, maar onduidelijk
voorde burger
2013-8/9 Geo-lnfo
17
j&rtMflÉn* --fry ram UnfltvrM!
trp ét hcogrt wan Jilt ™«u»* mjmoHijk# ■MtwikktJingcn m rtedHland
■II* Intormitl* win da ftniHnti Unpew»,
all
Amami - naa«
2Ü13-C7.» Grut HrtinHMg J
2QS3 M 26 Qma&'BtifKC'Tin rq«f«i 'BJiangfibtoi. Mfflaat TVt ftfch It Mentoring'. Unocffirt
»13^Ü»Ï6 QfffnrBtifvirm rflijfw/MTO-WWfff -xn: -jngtnHl
»i3-«-ï* BBdiTrtnwraium
Siïfrii
Z013H0H9 mtnadiM. «foMfi TTfc Piltch. IC licrflMHB
2D13-0V05 velen no tnnKYmBveffiUTUng "nfttfdilk 95 Vircn'. ynacwwi
201305-29 Kem Yiren
2D13-OM7 ffMWqna Vimi
201344-» LaTCfrOrt *rtMP*WUh It 'tUirtm
Sruürl ioformiUt
b«:sT¥Ti nipp4ar
ofTldéte f/utSlcalit. bckentnakifig
«flïöÉto: pwb iKt WtiftimaJartg
Htttwn-AgiFtort
fcetfniniking
bttï frnrp.ng Jjjiln
offldfile fubHcaSe bekenarrwlang
tiflMfllt
«ïfiefTO^ptlilk
wrapcuddi
bftsierTiTi nqsplan
Hiwljibifttbtdyt
fc*i:**r«Ti rtjspün
www.nieuweplannen.nl: een attenderingsservice voor ruimtelijke plannen.
wijzigingen aanbracht in de wijze waarop
deze aangesproken moet worden, is de app
momenteel niet meer goed bruikbaar.
Sommige gemeenten hebben op basis van pro
ducten van commerciële aanbieders een viewer
voor ruimtelijke plannen op hun website die
gebruik maakt van de services van het aftappunt.
Oorzaak van dit toch wat tegenvallend gebruik
kan gezocht worden in een aantal factoren.
Zo bevatten de standaarden wel een mooi
mechanisme waarmee via een index elk digi
taal plan of besluit in Nederland gevonden
kan worden, de service waarmee deze index
ook door computers gebruikt kan worden, is
pas een half jaar geleden bekend gemaakt in
het Nationaal Georegister.
De adressen van de services van het aftappunt
en de documentatie daarvan waren lange tijd
alleen bekend bij'insiders'hetgeen natuurlijk
niet bevorderlijk is voor een frisse blik van
buiten en een bijbehorende verrassende
toepassing. Aan de ander kant was dat mis
schien maar goed ook, want zeker in het begin
waren de services erg langzaam en vaak niet
beschikbaar. Bovendien werden er bij het ver
beteren van de services met enige regelmaat
(onaangekondigd) wijzigingen doorgevoerd,
waardoor toepassingen die gebruik maakten
van deze services niet meer werkten.
Verder is het natuurlijk zo dat Nederland nog
lang niet wordt afgedekt door de beschikbare
bestemmingsplannen. De digitaliseringsver
plichting geldt namelijk voor nieuwe plan
nen. Bestemmingsplannen kunnen 10 jaar
meegaan, en daarna nog eens ongewijzigd
opnieuw worden vastgesteld voor nog eens
10 jaar. De dataset is mede daardoor nog lang
niet volledig wat natuurlijk de bruikbaarheid
voor met name onderzoek beperkt.
Naast deze hinderpalen moet de grootste belem
mering misschien wel gezocht worden in het
IMRO-datamodel dat is gemaakt voor het digita
liseren van de ruimtelijke plannen en besluiten.
Ditdatamodel is erg gedetailleerd en doet recht
aan de complexiteit van de ruimtelijke orde
ning. Daarmee is het datamodel zelf ook nogal
complex geworden. Het vraagt veel kennis van
de opbouw van dit soort datamodellen en veel
domeinkennis om bruikbare informatie uiteen
ruimtelijk plan te halen. En als je dan al de data
en het plan begrijpt, dan blijkt dat de wetgeving
rond ruimtelijke ordening erg complex is. Soms is
het erg onduidelijk wat het geldende (vigerende)
ruimtelijke plan is, en welke wetgeving nog meer
van invloed is bij de beantwoording van de vraag
"is het hier planologisch toegestaan om een
schuurtje te bouwen?".
Wat leren we ervan?
Uit deze geschiedenis kunnen we een aantal
zaken leren die van belang zijn bij het'open'
maken van datasets. Dit lijken wellicht open deu
ren, maar de praktijk laat zien dat niet alles even
vanzelfsprekend is! Een grote mate van volledig
heid van een dataset maakt deze bruikbaarder.
De Basisregistratie Adressen en Gebouwen is
daarvan een goed voorbeeld. Daarnaast dienen
services, beschikbaar en voldoende snel te zijn,
maar bovenal ook stabiel in de definitie van de
aansluiting. PDOK (Publieke Dienstverlening
op de Kaart) geeft wat dat betreft een goed
voorbeeld. In dat verband is het ook fijn dat de
ruimtelijke plannen nu ook in PDOK beschikbaar
zijn, weliswaar vooralsnog met een maximale
achterstand van een maand. Verder is het toch
erg belangrijk dat het voor de gebruiker duidelijk
is wat data betekent. Juridisch sluitende definities
zijn belangrijk voor het bestuurlijk-juridische pro
ces, maar de burger is vooral gebaat bij inhoude
lijk bruikbare definities. In dit spanningsveld is het
lastig manoeuvreren.Tot slot is het belangrijk een
eenvoudig datamodel te gebruiken, zodat zo min
mogelijk specifieke software geschreven hoeft te
worden om de data te gebruiken.
Conclusie
In de ruimtelijke ordening is door een slimme
combinatie van wetgeving, standaardisering en
een landelijke voorziening een hele mooie grote
open dataset ontstaan. Hier is veel bereikt.
Tegelijkertijd zien we een achterblijvend gebruik
van deze data en de bijbehorende services terwijl
we wel een enorm gebruikzien van de landelijke
voorziening als viewer. Oorzaken liggen (of
lagen?) in de kwaliteit en beschikbaarheid van de
services, maar vooral ook in de complexiteit van
het datamodel en de grote hoeveelheid beno
digde domeinkennis om daadwerkelijk iets met
de data te kunnen doen. Vooral aan dit laatste
kan vanuit het oogpunt van de dataleverancier
natuurlijk weinig worden gedaan.
Al met al gaat er inmiddels veel goed en is er
heel veel data over ruimtelijke ordening vrij
beschikbaar. Deze data wordt intensief gebruikt
binnen het domein van de ruimtelijke ordening.
Van een dooie mus kan daarom natuurlijk geen
sprake zijn. Wanneer vrijwel heel Nederland
bedekt is met digitale bestemmingsplannen is
er zeker sprake van een goudmijn, maar dan wel
een waarbij het goud flink diep weggestopt zit
ondereen ingewikkeld datamodel.Vooralsnog
lijkt daarom de kwalificatie "verborgen parel" het
meest van toepassing.
Marco Duiker is adviseur
digitale ruimtelijk ordening
bij MD-kwadraat.
Hij is via md@md-kwadraat.nl
te bereiken.