Talking about my generation (2) Column 2013-8/9 Geo-lnfo In Geo-lnfo 2013-4 schreefTheo Overduin onder deze titel een column over"oude geo-mannetjes"die dit blad vullen met artikelen en columns. Met daarbij een oproep aan jonge vrou welijke vakgenoten om voor het kerstnummer als gastredactie op te treden. Een vrouw ben ik niet en ik ben niet van plan om dat te veranderen. Ook heb ik op mijn 34steal behoorlijk wat grijze haren.Toch hoor ik met mijn leeftijd binnen het vakgebied en binnen de gemeentes nog altijd tot de jongeren. Maar hoe zit het dan met die jongeren en met na me de jonge vrouwen?Talking about MY generation! Naamlijst HTS Ongeveer gelijktijdig met Geo-lnfo nummer 4 viel ook de "Naamlijst ingenieurs landmeetkunde Hogeschool Utrecht 2013" in de bus. Voor degenen die dit boekwerkje niet kennen, zal ik dit eerst toelichten. Jaarlijks wordt dit boekje gratis toegestuurd aan alle afgestudeerden en studenten van de opleiding Geodesie/ Geo-informatica aan de Hogeschool Utrecht. Het bevat al hun namen, adressen en gegevens, zoals jaar van afstuderen, functie en huidige werkgever. Altijd leukom even te kijken waar je oud klasgenoten nu werken en wonen. Helaas is het moment dat het boekje per post komt ook het moment dat menigeen erachter komt dat de gegevens niet meer juist zijn. Tot die groep hoor ik zelf ook. Volgens het boekje heb ik ook nog een collega die toch echt al enkele jaren geleden voor zichzelf is begonnen. Actueel is het boekje dus niet altijd, zeker niet in vergelijking met het alom gebruikte Linkedln. Niet vreemd dus dateral eerder discussie is geweest over het voortbestaan.Toch is de naamlijst dit jaar al voor de 49e keer verschenen. Alleen al voor het werk dat de redactie van de naamlijst er ieder jaar insteekt, gun ik hetze wel om de 50 vol te maken. Oude mannen Voor deze column is de naamlijst ook goud waard. Er staat namelijk ook informatie in die op Linkedln niet te vinden is. Om te beginnen is dit boekje -niet geheel onverwacht- gro tendeels gevuld met'bude geo-mannetjes'! Waaronder een groeiend aantal gepensioneerden en helaas ook steeds meer overledenen. Maar niet alleen de geo-mannetjes staan erin. Ook de oud-geo-studenten die nu predikant, directeur van het filmtheater, gemeentesecretaris, veehouder, ballonvaarder, sportwetenschapper, camping houder en klompenmaker zijn, staan erin. Eigenlijk ben ik wel benieuwd welke rol geo- informatie nog in hun werken/of leven speelt. Alhoewel? Even oppassen dat er dan niet weer teveel oude mannen in de Geo-lnfo staan. En de vrouwen? Zoals verwacht staan er veel minder vrouwen in de naamlijst. Verhoudingsgewijs is het aantal dat niet meer met geo-informatie werkt echter een stuk groter. Zo komen we een menskundig adviseur, docent eerstehulpverlening en assistent accountant tegen. Maar ook de vrouw die thuis werkzaam is als "floormanager van 3 dochters". Kijkend naar mijn generatie, had ik maar twee meiden in mijn jaargang op de HTS. Oprechte en behulpzame meiden, waarvan er één met afstand ook nog eens de beste van de klas was. Niet verwonderlijk dat ze allebei nog werkzaam zijn in de geo-informatie. Ik ben ervan overtuigd dat ze nu bij het desbetreffende waterschap en de gemeente zeer gewaardeerd worden door hun collega's. Tegelijkertijd bedenk ik me dat het volgens mij helemaal niet in hun karakter zit om zichzelfinde kijker te zetten.En dat geldt waarschijnlijk voor de meeste vrouwen in het vakge bied. Goed werk leveren, maar het zelf niet speciaal vinden. Hulpvaardig zijn, maar zelf niet zo nodig op de voorgrond hoeven te staan. Het lijkt wel een natuurlijke combinatie tussen karakter en studiekeuze. De kans dat een vrouw geo-informatie studeert is al klein, laat staan een vrouw die zichzelf graag'in the picture'zet. Die verwacht ik eerder bij een studie toerisme of zo. Geen toeval dus dat één van de vooraanstaande vrouwen uit ons geo-werkveld dieTheo Overduin noemt, de drijvende kracht is achter het Geofort. Zou ze zelf vinden dat ze nu meer met geo-informatie bezig is, of toch met toerisme? De cijfers Nog even terug naar de column van Theo in nummer4. Zijn telling kwam uit op ongeveer tien procent vrouwen. Als ik in de geo-sector om mij heen kijk, dan klopt dat percentage wel redelijk. Van die tien procent werd echter ook maar tien procent jong genoemd. Nog meer schrikbarend wordt het als we kijken naar de telling van de mannen. Minder dan vijf procent van de getelde mannen behoort tot de jongeren. Het probleem zit dus niet zozeer bij de jonge vrouwen, maar bij de oude geo-mannetjes. Roep niet alleen dat de jongeren naar voren moeten treden. Geef ze ook de ruimte daarvoor. Niet alleen in de Geo-lnfo, maar in de hele sector. En daarvoor zul je af en toe zelf een stapje terug moeten doen. Lees ook de column van Kees de Zeeuw uit Geo-lnfo 2013 nummer 5 nog maar eens. Dat het kan, bewijst deze column. Die staat daar, omdatzo'n oud geo-mannetje begon af te bouwen en mij de ruimte gaf. Dus steun ik wel het pleidooi voor wat meer diversiteit in de Geo-lnfo. Daarbij besefikdatjuistvanwegediediversiteit er ook altijd artikelen in zullen staan die ik niet interessant vind. Ik behoor nu eenmaal (nog) niet tot de generatie die het geweldig vindt om te lezen overoude kadasterarchieven. Omgekeerd zal die generatie waarschijnlijk doorbladeren bij de social media-verhalen. Maar diversiteit houdt het blad voor alle lezers interessant. En diversiteit in redactie en auteurs is een goede basis voor de toekomst. Al is het maar om te voorkomen dat ik over 25 jaar als oude geo-man stukjes schrijf voor een oude-mannenblad. Maarten Smits, Adviseur geo-informatie Maarten.Smits@Sittard-Geleen.nl, Twitter: @geomaarten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2013 | | pagina 27