16
Geo-lnfo 2013-10
Bekendmaking van de prijs voor de beste atlas door Jury-voorzitter Corné van Elzakker.
is thans nog onvoldoende aandacht voor
gebruikers en gebruiksdoeleinden. Gesuggereerd
wordt om de richtlijnen uit te wisselen tussen
NMCA's en tevens om meer gebruik te maken
van gestandaardiseerde symbolen, bijvoorbeeld
via de SymbolStore op internet.
De kartografïsche tentoonstelling (papieren
kaarten, atlassen en digitale kartografïsche pro
ducten) gaf veel inspiratie. Veel NMCA's toonden
recente topografische kaartbladen, enkele zelfs in
3D. Opvallend waren de praktische kaarten voor
(kleuren)blinden, en de vele zeer fraaie themati
sche kaarten en toeristische kaarten van diverse
landen en streken. De facsimilé-uitgave van de
Atlas de Wit, waarvan Peter van der Krogt een van
de auteurs was, viel in de prijzen bij de internatio
nale kartografïsche tentoonstelling.
En uiteraard trokken ook de inzendingen voor
Barbara Petchenik Children's Map competition,
terecht, veel bekijks. Suggesties voor de Neder
landse inzending bij volgende kartografïsche ten
toonstelling in Rio de Janeiro? Meer aandacht voor
storytelling maps! Hopelijk maken de organisato
ren de tentoonstelling dan ook weer toegankelijk
voor niet-conferentiebezoekers die geïnteresseerd
zijn in kaarten en in kartografisch design/ontwerp
in het bijzonder. En hopelijk worden de digitale
kartografïsche producten dan eens op een écht
toegankelijke manier gepresenteerd.
Topografische kartering en SDI
Het onderwerp Topografie komt in veel thema
sessies van verschillende aandachtsgebieden
uitgebreid aan de orde: zowel bij de thema's
webservices, visualisatie, productontwikkeling,
automatisch vectoriseren van gescande kaarten
en automatische generalisatie. Vanuit het
Nederlandse Kadaster zijn de volgende papers
en presentaties gegeven: "PDOK Kaart, the Dutch
mapping API"door Haico van der Vegt; "Dutch
NMCA launches Open Data"door Nico Bakker en
"Implementation of an automated generalisation
workflow to generalise a 1:50k map from 1:10k
data"door Ben Bruns.
De presentaties kregen ruime aandacht van
de vele congresbezoekers. Maar bijzondere
aandacht ging uit naar de presentatie over de
automatische generalisatie. In de keynote van
Jack Dangermond (de CEO van ESRI) op de
openingsdag werd de Nederlandse generalisatie
al aangeprezen als de ie in de wereld die met ESRI
software een volledige automatische generalisa
tie heeft uitgevoerd. Ook op de ESRI stand op de
beursvloer was er uitgebreid aandacht voor.
Opvallend was het grote aantal presentaties
en posters die aandacht besteedden aan het
vergelijken van topografische kaartseries van de
verschillende Europese landen. Het uiterlijk en
de inhoud van de vele Europese topografische
kaartseries verschilt nog steeds enorm. Vanuit
het INSPIRE-project worden de bestanden steeds
meer gestandaardiseerd, maar een uniforme
visualisatie is nog steeds moeilijk te realiseren.
Er waren ook speciale sessies gewijd aan de
NMCA's. Nationale organisaties, cross-border
databases en samenwerking in Europees ver
band vormden daarbij de onderwerpen. Er was
onder meer aandacht voor het project European
Location Framework (ELF), waarin Kadaster en TU
Delft uitgebreid participeren.
Zoals gebruikelijk waren er diverse technische
excursies, onder andere naar het GeoSN, zeg maar
de Saksische Topografische Dienst waar uitge
breid werd ingegaan op het topografisch-kar-
tografisch informatiesysteem, het Duitse SDI, en
INSPIRE activiteiten. Opvallend was de print-on-
demand techniek, waar de kaarten niet in oplage,
maar op bestelling worden gedrukt. Daarnaast
ging men ook naar de IABG Geodata Factory,
waar een 70-tal meest jonge geo-specialisten vele
projecten uitvoeren voor met de Duitse, maar ook
Europese overheden. Ze zijn gespecialiseerd in
fotogrammetrie, topografische en thematische
karteringen en satellietbeeld interpretatie.
Naast de vele presentaties en tentoonstellingen
was er ook aandacht voor kartografïsche kunst.
Handscape van Ferjan Or meling door Angela Dorrer.
Een van de kunstenaars tekende bij vrijwilligers
een minuscule kaart op de handpalm. Uiteraard
heeft Ferjan Ormeling hiermee de Kartografie in
zijn hand.
Gebruikers, gebruik en bruikbaarheid
De gebruikers hebben hun definitieve vaste
plaats veroverd in het programma van de
Internationale Kartografïsche Conferentie. Dat is
logisch, want alles wat wij geo-informatici produ
ceren wordt uiteindelijk door iemand gebruikt. In
het wetenschappelijk programma kon er op elke
dag en tijd uit de zes parallelle sessies wel een
lezing gekozen worden die inging op specifiek
gebruikers- of bruikbaarheidsonderzoek of op
de methoden en technieken daarvan. Het mag
wel eens gezegd worden dat de ICA Commis
sie on Use and User Issues, die al jarenlang een
Nederlandse voorzitter heeft, daar mede een rol
in heeft gespeeld. Het beleid van deze commissie
was van begin af aan om meer jonge (PhD) en
vrouwelijke onderzoekers in het internationale
ICA-netwerk te betrekken. Dat lukte van begin
af aan prima bij de specifieke activiteiten van
de commissie, maar nu was ook bij de grote
conferentie in Dresden een duidelijke verjon
ging en vervrouwelijking zichtbaar. Deze jonge
onderzoekers, waaronder ook studenten van
Menno-Jan Kraak en Corné van Elzakker, die
samen met hen bijdragen hadden voorbereid,
gaven vaak interessante presentaties vooral over
de toepassing van een combinatie van moderne
en alternatieve onderzoekstechnieken, zoals
oogbewegingsregistratie.
De ICA Commissie on Use and User Issues heeft
zich altijd bezig gehouden met die methoden en
technieken van gebruikersonderzoek. De basis
vraag was daarbij altijd:"Werkt het kartografïsche
product of niet?" Aan "Hoe het werkt (cognitie en
perceptie)?" kwam de commissie door tijdgebrek
niet toe, maar sinds kort heeft deze vraag de
aandacht van de nieuwe ICA Commission on
Cognitive Visualization, die wordt geleid door
Sara Fabrikant (Zwitserland) en Amy Griffin
(Australië). Beide commissies werken uiteraard