Kaarten:
tentamens
Column
Geo-lnfo 2013-10
Binnenkort is het weer tentamentijd. Dan moet ik weer
representatieve vragen opstellen om de gedoceerde stofte
toetsen. Een van de leukste onderdelen van het samenstellen,
is het zoeken naar kaartmateriaal dat ik in sommige vragen
verwerk. Mijn vragen gaan in bijna alle gevallen over kaarten
die ik in diverse media heb gevonden en waarin iets niet klopt.
Wanneer de studenten deze, vaak subtiele missers, kunnen
vinden en kunnen aangeven hoe het wel had gemoeten,
kunnen we ervan uitgaan dat ze het betreffende deel van stof
beheersen. Voor de studenten blijkt het vinden van verkeerd
gebruik van kleuren, symbolen teksten en zelfs inhoud lastiger
dan het opsommen van kennis uit een leerboek. Maar toch
leer je het beste via vallen en opstaan. Ik moet bekennen dat
het vroeger veel eenvoudiger was om foute kaarten te vinden.
Met name de Nederlandse dagbladen bevatten tegenwoordig
professionele kaarten en diagrammen. Maar gelukkig is er
ook nog Internet. Er zijn diverse blogs waar kartografïsche
wanproducten en missers aan de orde worden gesteld, en
daaronder zijn prima voorbeelden die dienst kunnen doen als
tentamenstof.
Overigens zijn er in de onderwijswereld trends gaande
waarbij het doen van tentamens niet meer zo vanzelfsprekend
is. Dan heb ik het niet over projectonderwijs waarin de student
een portfolio opbouwt dat aan het einde van de cursus tot een
beoordeling leidt, maar over MOOC's. Dit staat voor Massive
Open Online Courses. Het gaat om cursussen waarbij het les
materiaal via Internet wordt verspreid. Dat is op zich niet nieuw
en gebeurt ook bij bestaand afstandsonderwijs. Het bijzondere
van de MOOC's is dat ze voor iedereen gratis te volgen zijn en
dat het om hele grote aantallen studenten gaat. Zijn we in onze
discipline al blij met vijfentwintig studenten, bij MOOC's kan het
gaan om honderdduizend studenten.
Afgelopen zomer organiseerde Anthony Robinson van
de Pennsylvania State University de eerste MOOC op ons vak
gebied. De cursus genaamd 'Maps and the Geospatial
Revolution'(gegeven via het Coursera platform-zie
https://www.coursera.org/course/mapstrok meer dan
46.000 deelnemers. Ja, lees dat nog maar eens: 46.000.
Overigens hebben maar 8.000 deelnemers de gehele cursus
afgemaakt. De deelnemers werden gelokt met de zin/Learn
how advances in geospatial technology and analytical methods
have changed how we do everything, and discover how to
make maps and analyze geographic patterns using the latest
tools!
In een gesprek met Anthony vroeg ik waarom hij dit deed,
het gratis geven van zo'n cursus, terwijl hij zelf aan het hoofd
staat van een van de meest succesvolle online Msc-cursussen
op ons vakgebied (MGIS - http://www.worldcampus.psu.edu/
degrees-and-certificates/geographic-information-systems-gis-
masters/overview). Zijn antwoord was tweeledig: persoonlijk
en professioneel. De eerste betrof de uitdaging en de nieuwe
ervaring, en de tweede het hebben van een lokkertje voor de
MGIS-opleiding. Als slechts één procent van de deelnemers
enthousiast geworden is en zich voor de reguliere online MGIS
opleiding inschrijft is, de inspanning voor de MOOC er al uit.
Daarnaast genereert de MOOC een geweldige naamsbekend
heid.
Met dergelijke aantallen deelnemers worden er andere
eisen gesteld aan tentamens. Tentamens in de zin zoals we die
kennen zijn niet meer uitvoerbaar. Wie kijkt er 8.000 tentamens
na? Het idee is dat de studenten elkaar controleren en beoorde
len. Je weet als docent eigenlijk alleen maar óf de student een
cursusonderdeel gedaan heeft, maar je bent niet altijd zeker
over'hoe'. Als student krijgt je na afloop wel een certificaat, maar
geen cijfer. Dat hoeft geen probleem te zijn als je je alleen maar
méér in een bepaald onderwerp wilt verdiepen.
Het wordt pas echt spannend als er een organisatie opstaat
die studiepunten gaat geven voor de cursussen die zo meetel
len voor het behalen van een academische graad. Wat moetje
dan doen als er een student aan de deur van een universiteit
klopt die zegt: 'Kijk, ik heb voldoende punten; nu wil ik een
titel.'Dit gebeurt nu nog niet, maar de universiteiten zijn er niet
helemaal gerust op, zeker als het een commerciële organisatie
zou zijn die de accreditatie van de MOOC op zich zou nemen.
Overigens is er daarnaast ook nog de acceptatie door de
maatschappij van dat soort MOOC-graden. Ik houd de ontwik
kelingen in de gaten en kom er in de toekomst op terug.
De MOOC van Penn State heeft overigens door de grote
aantallen ook heel veel studiemateriaal opgeleverd voor het
onderzoek naar hoe men kaarten maakt, en bij het ingeleverd
werk zit waarschijnlijk voldoende materiaal voor de tentamens
van de komende jaren. Overigens zal Anthony Robinson bin
nenkort over zijn ervaring met zijn MOOC publiceren.
Prof. dr. Menno-Jan Kraak
kraak@itc.nl