Proces Environmental Impact Assesment
2014-1 I Geo-Info
5
(tjïffiflitHg) fgianT^ji atsagn)
Royal
HaskoningDHV
fnAxnr-v tofrtht*
FiguunAfstemmen van workFowen dataFowbinnen milieu-effectrapportages.
Bedrijfsleven is altijd op zoek naar data
Geertvan Oorschot, projectmanagergeo-infor-
matie bijRoyalHaskoningDHV, vertelt spontaan
dat het bedrijfsleven altijd op zoek is naar data.
De adviesgroep waar hijwerkt laat zich het
beste omschrijven als een centre ofexcellence,
dat over businesslines heen werkt. Het gaat
om meerdan alleen kaartjes maken, hetgaat
om het vormen van bruggen tussen disciplines
en het stimuleren van interactie."Wijproberen
bewust de workflow van werkprocessen en het
gebruikvan informatie te organiseren. We gaan
na welke informatie specialisten nodig hebben.
Het is prettig als we de basisinformatie al
beschikbaar hebben. Dat scheelt niet alleen tijd,
maar ze gebruiken dan ook dezelfde basisin
formatie. Het gaat om bijvoorbeeld topografie,
CBS bevolkingsdichtheid en Natura2000. Al die
informatie op landelijk en provinciaal niveau
ontsluiten we in een vieweren deze is vooralle
projectbetrokkenen beschikbaar. Specifieke
projectinformatie en geanalyseerde gegevens
komen in de loop van het project ook in de vie
wer. Zo kleurt het plaatje zich steeds verder in."
Interactieve MER
Een concreetvoorbeeld is de milieueffectrap-
portagezeetoegang IJmond. De sluizen in het
Noordzeekanaal zijn niet breed genoeg voor
grote schepen en verbreding is MER-plichtig.
Het intensiefgeïntegreerd toepassen van
geo-informatietechnologie is een pilotvoor het
bedrijf."In de pilot streven we twee doelen na,"
zegt Geert hierover,"Ten eerste het afstemmen
van workprocessen en dataflow.Ten tweede
willen weals resultaateen meer interactieve
publicatie van MER maken."Normaal iseen
MERzeeromvangrijk, erwordtveel papier
geproduceerd. Daarbij is het MER-onderzoek
vaakin stukjes opgeknipt, elke discipline doet
zijn onderzoek. Het bijelkaar brengen van de
benodigde gegevens heeftvoordelen. Er kan
efficiënter met informatie worden omgegaan,
onderzoeken kunnen sneller in samenhang met
elkaarworden gezien en de communicatie met
het projectteam, de opdrachtgever en belang
hebbenden wordtveel beeldender."Je kanje
voorstellen dat op inspraakavonden de discussie
zal gaan over de varianten en de effecten die
op kaart gepresenteerd worden. Je maakt trans
paranter welke informatie aan de basis heeft
gelegen van de beoordeling. De betrokkenheid
van deopdrachtgeverzal naarverwachting in
hetgehele proces ookgroterzijn, simpelweg
omdat een plaatje veelzeggend is."
Actualiteit, versiebeheer en volledigheid
wekken vertrouwen
Registers zoals het PGR spelen een belangrijke
rol. Zij zijn de bron van veel basisinformatie.
RoyalHaskoningDHV gebruikt bij voorkeur de
services die via het PGR worden gevonden in
plaats van alle gegevens te downloaden. Wordt
dit laatste gedaan, dan is erintern datamanage-
ment nodig. Door de services te gebruiken
laat de gebruiker het datamanagement bij de
aanbieder en verzekert hij zich ervan de actuele
gegevens te gebruiken.Travelling light, zeg
maar."Door onze werkwijze stellen we groot
vertrouwen in de aanbieder van informatie.
Wanneer wij bijvoorbeeld de service voor
ganzenfoerageergebieden gebruiken, dan gaan
wij uit van de meest actuele versie. Dat is wat
het PGR belooft, maar kunnen we erook op
vertrouwen? En daarbij,wanneereractualisatie
van gegevens plaatsvindt, dan willen wij dat
tijdig weten. Want misschien zijn de oudere
gegevens voor de MER nog relevant. In dat
geval downloaden we de oude versie alsnog."
Geert pleit voor goed versiebeheer bijde
aanbieder, actualiteit en volledigheid van het
aanbod. Pas dan kan ervoldoende vertrouwen
bij de gebruiker zijn om een voorziening als het
PGR te gebruiken als framework met actuele en
betrouwbare informatie. Dat scheelt veel tijd,
ookvoorde aanbieder, omdat hijminder vra
gen krijgtoverdeactualiteitvan degegevens
en verzoeken om uitlevering, en dat levert meer
kwaliteitop. En datvertaalt zich ookterug in
producten die het bedrijfsleven kan leveren.
Onderzoeksinstituten krijgen meer tijd
voor de inhoud
Kees Schotten werktals wetenschappelijk
onderzoeker Sector Informatie, Data en
Methoden bijhet Planbureau voorde Leef
omgeving en is PGR-gebruikervan heteerste
uur."Beginjaren '90 werkte ik met collega's
aan de Gebiedenatlas, een atlas die de staat
van de leefomgeving presenteerde. Daar
voor moesten we voor elke nieuwe versie van
de atlas steeds alle provincies afom de actuele
gegevens op te vragen. Sinds provincies veel
van hun geo-informatie via het PGR ontslui
ten, is dit proces veel efficiënter geworden.
Zo scheelt ons het PGR zo'n halfjaar aan
manwerken is dedoorlooptijd teruggebracht
van anderhalfjaar naaréén drukop de knop."
Het PBL doet onderzoeken analyses voor onder
steuning van het beleid en de politieke besluitvor
ming in Den Haag.Als onafhankelijkinstituut kan
het kritische noten kraken. Bij welke analyse dan
ook is geo-informatie belangrijk, niet alleen die
van provincies. Het Compendium voor de Leef
omgeving, waar in kaart en verhaal feiten en cijfers
over milieu, natuur en ruimte worden gegeven, is
zo'ntoepassing/'Wegebruiken het PGRoptwee
manieren. We downloaden gegevens en zetten
die in onze eigen SDI," vertelt Kees,"Hierdoor zijn
we in staat historie van bepaalde gegevens op te
bouwen. Dit is voor het Compendium belangrijk,
omdat we de ontwikkeling in leefomgevingsa
specten willen laten zien. Het PGR biedt namelijk
vooral de actuele provinciale gegevens aan.
Ookgebruiken we services van provincies
rechtstreeks in viewers. De INSPIRE-service van de
stiltegebieden is zo'n voorbeeld. We pakken de
wms op, wijzigen onderweg de legenda en pre
senteren de stiltegebieden in het Compendium
op zo'n manier dat deze in onze opmaak past."
Wijzigingen bij provincies zijn dan ookdirect zicht
baar in de kaart. Het ultieme'data bij de bron con
cept'. Door de efficiëntere werkwijze blijft er voor
mensen als Kees meer tijd over voor de inhoud.
"Bovendien,"vervolgt Kees,"de informatie in het
PGR is hiermee uit het (technische) geodomein
gehaald en in het inhoudelijkdomein geplaatst.
En zo heeft geo-informatie direct toegevoegde
waarde. Dat is een grote stap mogelijk dank zij het
PGR'! Het rechtstreeks gebruikvan services stelt
wel eisen; de stabiliteit is cruciaal. Nu is deze voor
de INSPIRE-services gewaarborgd, maargeldt niet
per se voor de andere provinciale services.