Kaarten maken
en delen
ru
ru
O
fü
CD
Column
**SS
A
3
J
a»
s>
Mr
5
2014-2 I Geo-Info
15
J
J
"j
91
3>
J
Iedereen vindt kaarten leuk. Vraag maar eens rond en je
buurvrouw, je verre kennis ofje collega's zullen het beamen.
Kaarten zijn tof, mooi, en interessant. Het gaat daarbij om
allerlei soorten kaarten. Variërend van historische kaarten, tot
Google Map achtige kaarten. De markt speelt hierop in. Er ver
schijnt een veelheid aan nieuwe atlassen die allemaal goed
verkopen. Soms in koppelverkoop met televisieprogramma's
als 'Nederland van Boven, waarin naast de prachtige beelden
vanuit de lucht de dynamische kaarten - daar data-visualisaties
genoemd - een hoofdrol spelen. En soms gaat het om de
inhoud van onze archieven en kaartenverzamelingen zoals de
'Atlas der Neederlanden. Een toe te juichen ontwikkeling.
Maar tegenwoordig kan iedereen zelf ook kaarten maken.
Het is maar hoe je dat opvat. Als je met bijvoorbeeld Google
Maps op zoek gaat naar laten we zeggen Schiermonnikoog en
je zoomt en schuift de kaart een paar keer tot een gewenste
uitsnede dan heb je zelf een kaart gemaakt. Ook spelen met
het kaartmateriaal beschikbaar via PDOK valt in deze categorie
van kaarten maken. Voor allerlei kaartgebruik is dat zeer functi
oneel, en zo ontstaan de grote hoeveelheden internetkaarten.
Maar met het kaarten maken en delen bedoel ik kaarten waar
eigen waarnemingen en gegevens aan zijn toegevoegd en via
internet zijn gedeeld met anderen. Het gaat hierbij om vrijwil
ligers die uit interesse voor een bepaald onderwerp gegevens
verzamelen en dat willen delen. Dat kan van alles zijn: obser
vaties van de eerste appelbloesem, bepaalde vlindersoorten,
maar ook foto's van gebouwen of zelfs grensstenen. Hoe maak
je zelf dat soort kaarten? Ik praat er natuurlijk over in mijn
colleges, maar echt zelf doen? Door de aard van mijn werk is
mijn 'hands-on' kennis wel wat weggezakt moet ik bekennen.
Dus aan de slag.
Om met je eigen gegevens een kaart te maken is relatief
eenvoudig. Relatief schrijf ik er hier met opzet bij, want afhanke
lijk van het programma dat je gebruikt wordt er nog wel een en
ander van je verwacht. Het meest eenvoudig zijn programma's
als CartoDB, Geocommons, Tableau en Many Eyes. Om hiermee
een kaart te maken heb je voldoende aan een spreadsheet
met een x en en y coördinaat en kenmerken van je verzamelde
objecten. De software zet vervolgens een symbool op een
basiskaart en het werk zit er op. Vaak heb je nog de mogelijkheid
om zelf een kaarttype, een symbool en kleuren te kiezen. Om te
testen heb ik een kaartje gemaakt van alle vliegvelden waar ik
ooit geweest ben. Dat gaat inderdaad snel en eenvoudig.
De achtergrondkaart kan je kaart trouwens aardig bederven.
Veelal kun je kiezen uit allerlei varianten Google, Bing, Open
Street Map of satellietbeelden. Dat klinkt mooi, maar de
inhoud van deze achtergronden is zeer beperkt zelf te bepalen.
Ten opzicht van het te karteren onderwerp levert dit vaak erg
veel ruis op. Het voordeel is natuurlijk dat er voor elke plek op de
wereld een achtergrond is. Een groot nadeel is dat men je altijd
de Mercator projectie aanbiedt en je deze niet kunt veranderen.
Er zijn nog meer oplossingen, maar die vragen meer kennis
van scripting en kartografisch ontwerp. Met deze gereedschap
pen kun je echter zeer geavanceerde resultaten kan bereiken.
Mooie voorbeelden zijn de interactive kaarten op de website
van de New York Times, gemaakt met D3; een javascript biblio
theek in html5. Daarnaast zijn er programma's als Processing
en Unfolding die zo mogelijk nog meer in hun mars hebben.
Je kunt de eerder genoemde achtergrond integreren, maar je
hebt ook wat over projecties te zeggen. Dit overzicht was zeker
niet volledig, maar geeft wel een ontwikkelrichting van ons
vakgebied aan voor zowel de doe-het-zelf kaartenmaker/deler
als de meer professionele kaartenmaker/deler.
Prof. dr. Menno-Jan Kraak
kraak@itc.nl