kartografie SPECIAL 2014-2 I Geo-Info 45 Kartografie op school in praktijk Op basis van de kartografische kennis van docenten en de gebruikte methode, was het kartografisch niveau op een doorsnee HAVO-VWOschool met 1500 leerlingen in een dorp bij Utrecht heel gemiddeld. In de aardrijkskunde klaslokalen hangen kaarten, zowel wandkaarten als topografische kaarten van het dorp en de omgeving. Elk lesuur wordt gebruik gemaakt van de Grote Bosatlas, waarvan er voor elke twee leerlingen een exemplaar in een kist in het lokaal aanwezig is. De kist gaat op slot na de les. Een set atlassen drukt binnen het schoolsysteem zwaar op de middelen, ongeacht de regeling rondom de financiering van de schoolboeken door de leerling, de school of de overheid. Een atlas gaat, bij zorgvuldig gebruik en na behandeling met duct tape, zo'n drie jaar mee. Op deze school was een kartograaf aan het docententeam toegevoegd, hij maakte de overstap vanuit de archeologie en bouwhistori sche GIS wereld. Het kartografische bloed kruipt waar het niet gaan kan en binnen de marges van het lesprogramma is het team gaan zoeken naar het verrijken van het lesprogramma met een veldwerk. In het veldwerk wordt de theorie van leerjaar 4 en 5 vwo toegepast. Het veldwerk wordt vanaf 2010 aan het begin van leerjaar 6 uitgevoerd; leerlingen van 17 a 18 jaar zijn ruim genoeg voorbereid om verbanden te kunnen zien binnen de domeinen van het vak aardrijks kunde en in veel gevallen ook over de grenzen van het vak. Het veldwerk bestaat uit een fysisch geografisch dagdeel en een sociaal geografisch - kartografisch dagdeel. Het eindproduct van het veldwerk bestaat uit een verslag met daarin een landschapsbeschrijving, bodemprofiel, landenvergelijking en een thematische kaart. Een geschikte locatie voor het veldwerk is het grensgebied van Zuid-Limburg. De verschil len aan weerszijde van de grens in ruimtelijke ordening en de verschillen met de eigen vlakke omgeving geven voldoende leermogelijkheden. Om het veldwerk voor te bereiden is een tweetal lessen van 70 minuten ingepland om een minicursus kartografie te geven. In deze lessen leren de leerlingen expliciet te werken met de verschillende kaarttypen, zoals genoemd in de eindexamentermen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de Grote Bosatlas kaartbladen kaartprojecties, kaarttypen en kaartsoorten. De grafische variabelen worden uitgelegd aan de hand van voorbeelden uit de atlas en uit de verzameling kaarten van de docent. Steeds vaker staan er in de krant goede voorbeelden van kaarten die goed zijn of kartografisch beter kunnen. Kartografie in het veld Tijdens het tweedaags veldwerk in Eperheide wordt na de landschapswaarneming, grond boring en wandeling langs steengroeven en dolines de dag samengevat en de theorie van de kartografie herhaald. Op de tweede dag is er een kartografische en sociaal geografische opdracht. In tweetallen wordt een gebied onderzocht en beschreven, zodanig dat er na het veldwerk een landenvergelijking kan worden gedaan met een tweetal dat aan de andere kant van de grens haar waarnemingen heeft gedaan. Voor het noteren van de waarnemingen beschikken de leerlingen over een vijftal kopieën van een basis- kaart in grijstinten. De leerlingen noteren zoveel mogelijk waarnemingen op hun kladkaartjes en maken zelf de keuze welke waarnemingen op een bepaald kladkaartje worden genoteerd. Tegelijkertijd doen de leerlingen waarnemingen voor de vervaardiging van een thematische kaart. Het is hierbij de bedoeling geen bodem- gebruikskaart te maken. De belangrijkste reden hiervoor is de grote kans op inactiviteit tijdens de opdracht. Thuisgekomen kunnen de leerlingen eenvoudig met behulp van Google Earth een bodemgebruikskaart produceren. Het onderwerp van de thematische kaart mag creatief gekozen worden en hoeft geen concreet of relevant doel te hebben. Elk tweetal heeft een eigen veldwerkgebied. Het formaat van de gebieden is zo gekozen, dat landelijke gebieden met minder wegen een groter oppervlak hebben, tot 5 km2, dan gebieden met een dorpskern. Voor transport naar en/of van de ver gelegen gebieden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 47