O W <P of s>\ S c Thes. Athens Grafische nadruk beheerst de ruimtelijke relaties die tussen groepen symbolen worden waargenomen 2014-3 I Geo-Info staan waarnemingsstudies weer op de karto- grafische onderzoeksagenda, vooral in de vorm van usability-studies. Maar ook al zijn de meeste van die vroege waarnemingsstudies vergeten, ze gaven ons inzicht in de vertekenende eigen schappen van proportionele kaartsymbolen. Men maakte gebruik van psychofysische testen (een testmethode waarbij fysiologische reacties op fysische stimuli werden bepaald), bijv. om uit te vinden of absolute hoeveelheden beter met proportionele staven dan wel met cirkels weergegeven konden worden. De waarne mingspsycholoog Stevens stelde empirisch zijn Stevens' power law vast (Stevens 1957), volgens welke, wanneer de ene cirkel tweemaal zo groot moest lijken als de andere, hij méér dan tweemaal zo groot getekend moest worden. En dat gold ook voor staven, vierkanten en driehoeken. Dat paste prachtig in mijn opvatting van de kartografie als bewuste vertekening. In plaats van proportionele symbolen te gebruiken om verschillende waarden te visualiseren moest deze proportionaliteit vertekend worden om het gewenste effect te bereiken. Iedereen begon met psychofysische testen en we volgden daarbij enthousiast de proeven van Antonin Kolacny in Praag, die bijvoorbeeld de minimumdimensies vaststelde voor verschillende symbolen om op een bepaalde afstand herkend te kunnen worden (zie figuur 13). Dat deden we totdat duidelijk werd dat die Wet van Stevens waarop al die proeven waren gebaseerd, niet voor iedereen gold. De exponent waarmee de grootte van een symbool vergroot moest worden om de gewenste waarnemings effecten te hebben, bleek een gemiddelde waarde. De standaarddeviaties van dat gemid delde bleken zó groot dat in feite slechts een klein percentage van de kaartgebruikers van die voorgestelde corrigerende vertekening zou kunnen profiteren. Dus werd dit soort onderzoek niet verder voortgezet. Anamorfoses Om de vertekening veroorzaakt bij de weer gave van niet aan het oppervlak gerelateerde verschijnselen op chorochromatische kaarten of choropleten te voorkomen, hebben we vaak onze toevlucht genomen tot anamorfoses. Omdat het oppervlak van telgebieden daarbij proportioneel wordt gemaakt met de voor die gebieden geldende waarden, in plaats van met de grootte van hun geografisch oppervlak, vertekent zo'n anamorfose de waarneming van de betreffende aantallen niet meer. We moeten daarbij wel voorkomen dat we met het badwater het kind weggooien, want dergelijke anamorfoses hebben als bijwerking dat veel kaartgebruikers moeite hebben de nieuw geconstrueerde gebieden te herken nen. Wanneer we de buitengrens van een land Figuur 14 - Anamorfose van Griekenland gebaseerd op bevolkingsaantallen (tekening Margot Stoete). Figuur 15 - Veranderingen in grafische nadruk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 13