Hoe adaptief zijn wij? Column Innovatie is in. Beleidsmakers zijn er dol op. Veel overheids- nota's staan er bol van en geen sector ontkomt aan innovatie. Zo hebben we innovatie in het onderwijs, innovatie in de bouw, innovatie in de zorg, innovatie in het theater en ga zo maar door. Ook internationaal kan innovatie op een warme belangstelling rekenen en veel landen zien innovatie als de weg om uit de economische crisis te komen. De vorderingen op innovatiegebied worden nauwlettend 'gemonitord' en een verschuiving op de internationale innovatie hitlijsten is steevast voorpaginanieuws. Ook in onze eigen sector doen we van harte mee aan de innovatiewedloop. Zo kennen we het ICT-innovatieplatform Geo (IIPGeo). Heeft GeoBusiness Nederland een innovatie com missie en in de nieuwe visie GeoSamen (www.geosamen.nl) vormt innovatie één van de 8 speerpunten. Kortom innovatie is belangrijk en het wordt beschouwend als een soort Haarlem merolie voor alle (economische) kwalen. Nu ben ik de laatste die zal beweren dat innovatie niet belangrijk is, integendeel, het innovatievermogen is belang rijk. Maar er is een vermogen dat nog belangrijker is voor de ontwikkeling van de economie, land, sector of individu en dat is adaptatie. Adaptatie is het vermogen om je te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Organisaties, mensen, sectoren, landen hebben allen adaptatievermogen. Bedrijven gaan bijvoorbeeld nieuwe producten maken als er naar de oude minder vraag is. Nederland legt de Deltawerken aan om zich te beschermen tegen de zee. Een medewerker laat zich omscholen om interessant te blijven voor de arbeidsmarkt. En bacteriën muteren als een reactie op antibiotica. Het com plexe en tegelijkertijd ook het aantrekkelijke van adaptatie is dat het een vermogen van een mens, dier, organisatie of land is als reactie op externe ontwikkelingen. Complex omdat het adaptatievermogen niet als een eenduidige eigenschap kan worden gedefinieerd, maar altijd afhankelijk is van de context. Aantrekkelijk omdat het het meest fundamentele vermogen is voor langetermijnoverleving. Rond adaptatie is de afgelopen jaren een wetenschapsge bied ontstaan wat met de term complex adaptieve systemen (CAS) wordt aangeduid. Het kenmerk van deze systemen is dat ze open zijn en bestaan uit een groot aantal componenten (in CAS-termen ook wel agents genoemd) die elkaar beïnvloeden. De componenten zijn in staat om zelf beslissingen te nemen en activiteiten uit te voeren. De optelsom van de acties van een groot aantal individuele beslissingen bepalen het gedrag van het hele systeem. Dit wordt in CAS-termen ook wel emergent gedrag genoemd. Indien de verandering van het systeem vrij abrupt is, spreken we van een regime shift. Het bovenstaande klinkt wellicht nogal abstract. Laat ik een concreet voorbeeld geven. We kunnen de Europese financiële sector opvatten als een complex adaptief systeem. Dit sys teem bestaat een groot aantal componenten, zoals banken, personen, bedrijven, landen. Alle componenten tezamen bepalen op basis van individueel gedrag en externe verande ringen het totale functioneren van het systeem. Door onder andere emotie over hypotheken in Amerika heeft de Europese financiële sector een stevige regime shift doorgemaakt en is zij in een crisis beland. Op dit moment wordt door adaptief gedrag van de betrokken partijen het systeem weer gezond gemaakt. Wat hierbij opvalt is dat deze adaptatie niet snel gaat. De regime shift (crisis) trad op in 2007 en we zijn nog steeds aan het herstellen. Het verhogen van het adaptatievermogen gaat niet snel en dat komt omdat er twee manieren zijn om dit te bereiken: evolutie en leren. Evolutie treedt vooral op bij biologische systemen en verloopt over het algemeen lang zaam, leren gaat sneller maar kost ook tijd. Het is uit de aard van de systeemdynamiek dan ook goed te verklaren waarom het herstellen van de robuustheid van de financiële sector zo langzaam verloopt. Het adaptatievermogen hangt af van veel factoren. Zoals de alertheid op externe ontwikkelingen, de mogelijkheid om te kunnen veranderen, de vaardigheid in samenwerken, informatie doorspelen, kritische reflectie, personeelsdiversiteit, initiatiefrijkheid, etc. Kortom: een veelheid aan factoren die bepalen of een persoon, organisatie, sector of land adaptief is. Geo-Info I 2014-3 Zijn wij als geo-sector adaptief? Ik moet eerlijk beken nen dat ik dat niet goed weet. Naar mijn weten is er nog nooit onderzoek gedaan naar de adaptiviteit van onze sector. Op basis van mijn gevoel kom ik zelf tot een gemengd beeld. We hebben zeer adaptieve bedrijven zoals bijvoorbeeld Geo- dan, maar er zijn er ook die met de rug naar de ontwikkelingen toe staan. De recent door de overheid, bedrijven en wetenschap getekende gemeenschappelijke geo-visie (www.geosamen.nl) is qua uitvoeringsprogramma ook zeer adaptief. Maar ik maak me zorgen over de betrokkenheid van de jeugd bij onze geo-activiteiten. Die is veel te laag en dat is erg slecht voor ons adaptatievermogen. Maar laat ik het niet voor jullie invullen. Stel jezelf eens de vraag: Hoe adaptief ben ik? Hoe adaptief is mijn organisatie? En hoe adaptief is onze sector? En, bevalt het antwoord? Arnold Bregt Hoogleraar Geo-informatiekunde, Wageningen Universiteit. (arnold.bregt@wur.nl)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 26