Sceptisch of lyrisch
over Eurosceptici?
OPEN
kaart
iiiiiilii
Na afloop van de Europese verkiezingen
verscheen op 31 mei 2014 in het NRC
Handelsblad een infographic die
aangeeft hoeveel Eurosceptische zetels
ieder land de komende ambtstermijn in
het Europese Parlement gaat invullen.
Het geeft een heldere opsomming van
het aantal zetels per land met daarin
aan het einde de eurosceptische zetels
duidelijk in opvallend rood. Daaronder
staan de eurosceptische partijen.
De landen zijn gerangschikt van grootst
(Duitsland, 96) naar kleinst (Malta, 6)
aantal zetels in het Europees Parlement.
Hoewel landen dus een prominente rol
spelen is er niet gekozen voor een kaart
als visualisatievorm.
24 I
Geo-Info I 2014-4
Eurosceptische zetels in het Euro pees Parlement per land
vmnigd
Koninklijk
«zetels
Ti zeiels
54/eieis
a aw e
M5s 17
Congres van het
Lega Nora s
Tsjechië
Griekenland Hongarije
Portugal
Gouden Dageraad 2
Onalhankelijke Grieken 2
KKEl
Belang 1
democraten 2
Oostenrijk
IS
Denemarken
13 nlrk
in..—
Deenw Volk spar ij 4 Ware F innen 2
Volksbeweging
tegen de EU 1
11 zetels
Orde en recti! 2
Cyprus
joo«
eiiRu; ito- r*wrtuTF> tm
Winifred Broeder
(zelfstandig kartograaf):
Hoewel helder en overzichtelijk moet de lezer een
aantal stappen zetten om zicht op de verschil
len per land te krijgen. Alle landen moeten
worden afgelopen. Dan valt pas op dat Dene
marken behoorlijk eurosceptisch heeft gestemd.
Verder moet de lezer de verhouding totaal
aantal zetels en eurosceptische zetels inschat
ten. Een aantal grotere landen met een hoog
percentage eurosceptische stemmers (Engeland
32,9%, Frankrijk 32,4% en Italië 31,5%) staan voor
aan naast elkaar. Lastiger is het om de positie van
Nederland te bepalen (15,4%), te zien dat Finland
(15,4%) en Litouwen (18,2%) beduidend hoger
scoren dan Duitsland (7,2%) en dat Denemarken
de lijst aanvoert (38,5%). Mijn neiging is daarom
om met percentages te werken en de landen op
volgorde van die percentages te zetten. Ook voor
het vergelijken van 2009 (7,3%) en 2014 (14,5%).
Edward Mac Gillavry
(adviseur kartografe en geo-ICT):
Deze infographic is een typisch staaltje van de
Weense Methode voor Beeldstatistiek oftewel van
het "International System ofTypographic Picture
Education": isotype! Deze vorm van infographics
is in de jaren '20 en '30 ontwikkeld door Otto
Neurath en Gerd Arntz en heeft als belangrijkste
kenmerk, dat grotere hoeveelheden niet worden
afgebeeld door grotere symbolen, maar door
meer symbolen van dezelfde grootte. Neurath
meende, dat symbolen van verschillende grootte
moeilijk te vergelijken zijn, terwijl je aantallen
gemakkelijk kunt tellen. Toegegeven, Arntz had
misschien beter een gestyleerd figuur van een
volksvertegenwoordiger of een zetel kunnen
gebruiken in plaats van een abstract vierkantje
om de cijfers meer tot leven te brengen. Nu de
geografie is weggelaten, ontstaat er bovendien
ruimte voor andere hypothesen om de verschil
len in Euroscepticisme te duiden. In welk jaar
werden de landen lid van de EU? Hoe groot is het
werkloosheidspercentage in ieder land? Naast
alle verkiezingskaarten is deze infographic al met
al een welkome afwisseling die leidt tot andere
inzichten.
Tjeerd Nijeholt
(adviseur geo-informatie en auteur 'Handboek
Geo-visualisatie):
Een kaart zegt meer dan duizend woorden.
Maar dat kan ook wel eens te veel zijn. Grillige
grenzen, rivieren, verschillende groottes, onder
linge ligging. Het doet er vaak niet toe, ook niet
als de geografie licht, grijs en oningekleurd is
weergegeven. De kaart van Europa kennen we al
vanaf groep 5. Terecht dus dat het NRC Handels
blad ons geen les topografie voorschotelt, maar
een serie uniforme grafieken. Ze staan recht
naast elkaar zodat ze snel zijn te vergelijken.
Niet tig partijen, maar slechts vóór of tegen is
gevisualiseerd. Die 28 grafieken zijn dus gelukkig
niet verspringend verspreid naar irrelevante
zwaartepunten van de betreffende landen,
zoals dat bij een kaart het geval zou zijn. We zien
daardoor de essentie. Door de rangschikking op
basis van het aantal zetels zien we direct welke
landen de meeste invloed hebben, in plaats van
welke landen qua oppervlak het grootst zijn...
Wat zien we nog meer? Denemarken is méér
anti-EU dan Nederland. En gemiddeld valt het
anti-EU-sentiment in het stemhokje wel mee.
Wat niet getoond wordt... is of al die kleine pro-
EU landen nu wel of niet vooral in Noordoost
Europa liggen. Dat zou leuk zijn te weten. Ware
het niet, dat dat er helemaal niet toe doet voor
de koers van Europa!