2014-4 I Geo-Info 43 mingsonzekerheden binnen het model kun nen we omgaan, maar, met modelonzekerhe den minder. 'Kies dan maar het model met de minste aannames' in navolging van Ockham, een middeleeuwse monnik en filosoof, wiens principe Ockhams Razor (Ockhams scheermes) heet. Voor hem waren betrouwbare specu laties uitgesloten. Een filosofisch principiële benadering, en toegepast op ons vakgebied: beperk je tot de meest eenvoudigste hypo thesen. Een aantrekkelijke benadering, maar hoe breng je dit principe effectief in de praktijk als je tegelijk zoveel mogelijk informatie in je model wilt stoppen? Volgens professor Hans- sen moest de oplossing gezocht worden in de geodetische bijsluiter: een document met een beschrijving van de aannames opgesteld in een vorm die 'leesbaar' is voor niet-geodeten. Vervolgens sprak Jan van Herk, Staatstoezicht op de Mijnen. Hij belichtte de rol van deze instantie. Van Herk ging, niet onverwacht, in op de bijzondere situatie in Groningen. Ook daar is sprake van modelonzekerheid, er zijn nu drie gangbare modellen van de bodembe weging: dat van Deltares/TNO, het model van Houtenbos en het model van het SodM zelf. Het is lastig om vast te stellen welk model 'het beste' is omdat de discussies onder de grote maatschappelijke druk vaak in de publieke media worden gevoerd. SodM wil het liefst een kwantificatie van de bodemdaling, zonder overige invloeden, wat voor geodeten een grote uitdaging betekent. Overigens is de schade aan gebouwen en installaties eerder Gevolgd door Ramon Hanssen van TU Delft. Hoewel we er eigenlijk al naast zaten (geen onzekerheid) bracht hij ons weer terug in de collegezaal. Geodeten gaan helemaal los als ze kunnen rekenen in een model van de werkelijkheid: vereffenen, toetsen en kwaliteit beschrijven. Maar aan de voor- en achterkant van het proces zit niet hun sterkste punt. Het vereist zowel technische als communica tieve vaardigheden om een maatschappelijke vraagstelling te vertalen in een model en daarna de resultaten weer terug te vertalen naar de echte wereld, de politiek, de media of naar andere technische disciplines. In- en uitschakeling van het model noemde profes sor Baarda dat (een aanwezige oud-student herinnerde zich dat Baarda daarbij altijd de kanttekening plaatste 'dat de maatschappij z'n eigen doelstellingen overigens verrekte slecht formuleert'). 'Er komen steeds meer data beschikbaar en deze gegevens zijn steeds vaker openbaar', aldus Hanssen. "Maar meer meetresultaten betekent ook meer tegen spraak: geodeten zijn het lang niet altijd met elkaar eens. Goed communiceren over de meetresultaten is daardoor steeds belangrijker." Misschien hebben we hier de kern van de pro blematiek wel te pakken: zitten we met onze zekerheidsmodellen niet heel vaak onzeker gedrag te vertonen voor de afnemers van de conclusies van deze modellen? Met waarne- Tenslotte van het plenaire deel bracht Hiddo Velsink 'governance'en 'geodetische tech niek' bij elkaar in zijn voordracht. Dat leidde tot kraakheldere conclusies: normeringen voor landmeetkundige werkzaamheden (a la de HTW, maar dan voor alle domeinen waar deformaties optreden) zijn noodzake lijk in combinatie met wettelijk geregelde rolverdelingen. De mijnbouwwetgeving is, wat Hiddo betreft, een mooi voorbeeld van hoe het ook zou moeten in de bouw- en infrawereld. In de daarop volgende Open Space sessies was er opvallend veel aandacht voor het 'com municatieaspect' aan de randen van het geo detische proces. Dat vertolkte overduidelijk de niet te missen boodschap uit de net gehou den voordrachten: we weten te modelleren, we doen aannames en uitspraken, maar hoe vertellen we het aan de buitenwereld. Ook wel een beetje jammer dat we met dit commu nicatieprobleem zitten te worstelen. Hebben we te lang op een rots geleefd? Of moeten we opnieuw leren uitleggen aan 'buitenstaanders' wat we doen? De presentaties er overige informatie is te vin den op: www.hu-conferenties.nl/index.php/ onzekerheidingeodesie Roelof Keppel tijdelijk is. Geodeten kunnen leren van andere disciplines waarbij de discussies vanuit de wetenschap in de media terecht komen. een direct gevolg van de optredende bevin gen dan van de (geleidelijke) daling.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 45