DataLandcongres 12 juni 2014 te Driebergen De afgelopen edities van het jaarlijks terugkerende DataLandcongres kenmerkten zich in mijn herinnering door uitgesproken mooi weer. Misschien is dat wel de geheime attractie waardoor er telkens weer een grote groep mensen afreist naar Driebergen. Antropia. Een plezierige ambiance in een fraaie omgeving. Waarbij juist dat mooie weer een katalysator vormde voor de contacten buiten de schuifdeuren. 2014-5 I Geo-Info 37 Na de openingswoorden van Pieter van Teeffelen, directeur van DataLand, waarin hij vaststelde dat het stelsel nog niet werkt, maar wel steeds meer deelnemende gemeenten kent, was de vloer gelegd voor de discussie over knelpunten en knooppunten in de gemeentelijk informatievoor ziening. Een goed en behulpzaam initiatief hierbij is het GGB (Gemeentelijk Geo-Beraad), dat mede op initiatief van DataLand en VNG onderhand vruchten begint af te werpen: er is sprake van een groeiend bewustzijn en een groeiend aantal deelnemende gemeenten. Hierna beklom 'de geo burgemeester' Frans Backhuijs (Bestuursvoorzitter DataLand en bur gemeester gemeente Nieuwegein) het spreek gestoelte en gaf aan de hand van een aantal voorbeelden aan dat het gebruik en de beschik baarheid van geo-informatie in de lift zit en inmiddels ook geraadpleegd wordt bij de massale 3D-transitie waarvoor de overheden de komende jaren geplaatst gaan worden. Verbindingen in het sociale domein worden gelegd met behulp van geo-informatie. Juist vanwege de enorme maatschappelijke impact zou een beetje meer betrokkenheid van bestuurders geen kwaad kun nen. Backhuijs gaf af op de veelal bureaucratische wijze waarmee goede initiatieven getorpedeerd kunnen worden, terwijl de vraag 'wat hebben gemeenten nodig?' te weinig gesteld wordt. Hij ziet gelukkig meer ambities dan knelpunten en stelt dat Dataland daarin de rol van knooppunt kan verzorgen. Hierbij vormen de begrippen als toegankelijkheid, volledigheid, kwaliteit en actualiteit van gegevens kernwaarden. Kortom: een warm pleidooi voor een stevig gemeentelijk informatiebeleid waarin geo-informatie een ondersteunende functie vervult. Dat het niet altijd even eenvoudig is om een knooppunt van kennis te simuleren overkwam Marthe Fuld (Projectleider Stelsel van Basisregis traties ICTU): veel van haar pogingen de gehele zaal te betrekken bij haar visie werden geremd doordat er te weinig aansluiting was tussen de opgevoerde case en de reactie daarop van de aanwezigen. En juist omdat dit onderdeel wat niet volgens verwachting verliep, ontstond er op kleine schaal wel veel discussie. Misschien was dat de bedoeling? Er ontstonden als vanzelf knoop punten, waar er eerder sprake was van knelpun ten. Goed dat er afstemming is op en over de verschillende bestuurslagen heen: stelselregie met stromende data over de aangelegde knoop punten heen. Een mooi toekomstbeeld. Hierna konden in een aantal parallelle sessies de laatste stand van de techniek of in een workshop de laatste weetjes uitgewisseld worden. Gelet op het ruime en interessante aanbod van gebo den parallelsessies zal het ieder wel ongeveer hetzelfde zijn vergaan: je blijft na afloop even han gen, praat nog wat bij en voor je het weet ben je ruim te laat voor de volgende sessie. Netwerken. Op deze dag werd er ook nog tijd ingeruimd voor de ondertekening van het convenant tussen KING en DataLand. Larissa Zegveld van KING hield een betoog voor de omgekeerde uitvoeringstoets. Niet beleid achteraf toetsen en rechtvaardigen, maar keer het om: vooraf door 'vraagactualisatie' beleid ontwikkelen. Dat kon wel eens sneller leiden naar gewenste knoop punten en dat zal uiteindelijk de gemeentelijke klant ten goede komen. Roelof Keppel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 39