Geo-informatie in 3D: wat moet je ermee? 3D kent veel verschil lende interpretaties Tien jaar geleden was 3D een onderwerp dat vooral onderzoekers bezighield. Standaarden voor 3D bestonden niet; 3D werd niet of nauwelijks ondersteund in GIS pakketten (hooguit 2D+hoogte) en 3D was voor veel overheden een ver van-mijn-bed show. De laatste jaren is daar sterke verandering in gekomen. Maar een echte 3D doorbraak lijkt uit te blijven. Heeft 3D dan meerwaarde, en zo ja, voor welke toepassingen? Wat zijn de huidige ontwikkelingen en wat moet er gebeuren wil 3D een generiek geaccepteerd concept worden in onze ruimtelijke data infrastructuur waarvoor we voor 2D inmiddels veel hebben georganiseerd? 4 Geo-Info I 2014-5 Door Jantien Stoter Figuur 1 - 3D-TOP10NL, gevisualiseerd in een Esri omgeving. Bron: Kadaster. Met 3D wordt in het algemeen bedoeld dat naast het platte vlak (x,y) de hoogte of diepte wordt meegenomen om geo-informatie te beschrijven. Maar de uitwerking van 3D kent veel interpreta ties. De niet-professionele gebruiker is vaak op zoek naar een op de werkelijkheid gelijkende omgeving, liefst van zijn eigen huis en achtertuin. Deze gebruiker heeft ook verwachtingen omtrent 3D omdat hij/zij er al ruimschoots mee wordt bediend in bijvoorbeeld gaming en TV. De uitdaging bij professioneel gebruik is het actueel houden van eenmaal ingewonnen gegevens: het 3D-model is vaak al verouderd bij oplevering. Een andere uitdaging voor de professional is "correcte" 3D-data, nodig voor analyses (meer dan visualisatie). Een huismodel moet dan bijvoorbeeld gesloten zijn om volumes te kunnen berekenen (checken of een volume- geometrie (in GML) valide is kan via de webap plicatie ontwikkeld door Hugo Ledoux, TU Delft: geovalidation.bk.tudelft.nl/val3dity). Ook de professional kent verschillende 3D-sma- ken (niet anders dan in 2D). Vaak ligt de nadruk op het modelleren van gebouwen. Maar er zijn veel andere verschijnselen en objecten relevant in 3D. 3D-data kan variëren van hoogtegegevens van de bovengrond (zoals AHN2), van de ondergrond (geologisch modellen van TNO) tot die van waterbodems van havens en vaarwegen; van 3D-modellen van ontwerp- en bouwconstructies (Building Information Models; BIM) en 3D-model- len van fysieke objecten in de wereld om ons heen tot 3D-modellen van ruimtelijke processen (wind, geluid, fijnstof, klimaat, waterstromen); van vector tot voxel (3D-gridcellen voor het represen teren van continue verschijnselen). Allen op ver schillende detailniveaus (verschillende resoluties, met meer of minder geometrische details). Een belangrijk onderdeel van een 3D-model is de representatie van terrein. Een terreinmodel met één z coördinaat voor ieder x, y coördinaat noemen we '2.5D'. Vertikale hoogtevariaties (denk aan kademuren en stoeprandjes) kunnen dus niet in 2.5D worden weergegeven, maar de volume presentaties welke we aanduiden met "echt" 3D zijn hier ook niet voor geschikt. Veel software kan ook niet overweg met vertikale driehoekjes in een Triangular Irregular Network (TIN), terwijl dit belangrijke 3D-terreinkenmerken zijn. Een 2.5D-terreinmodel wordt vaak als opstap naar 3D gezien. Denk aan de verschillende

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 6