Anno 2020: de vergunningaanvraag is een formaliteit ru cd CD "O CD Q_ Column 2014-6 I Geo-Info 9 Laatst interviewde ik een groep vergunningverleners. Het gesprek kwam op iets dat werd aangeduid als "de Baggerbrief" Geamuseerd vertelden ze mij dat de eerste stap van een vergun ningaanvraag veelal bestaat uit het opstellen van een brief waarin de aanvrager vriendelijk en puntsgewijs wordt gewezen op de vooronderzoeken die hij had moeten uitvoeren. Later in het interview schetsen de vergunningverleners hun ideaalbeeld van het omgevingsvergunningsproces in 2020. Een online omgevingsloket waar je niet alleen je vraag kunt plaatsen en een paar weken moet wachten, maar ook een plaats waarop je geholpen wordt met je idee. Een plek waar je het con cept kunt meten, toetsen, bijstellen. Een loket waar je suggesties krijgt voor mogelijk alternatieve locaties. In mijn beleving bedoelde zij zoiets als 'wat-mag-waar?'. Of liever nog: 'waar-en-wanneer-kan-het?. De kenners van het proces rondom de omgevingsvergun ning weten dat dit voorbeeld van een "baggerbrief" wat scherp is geformuleerd. Maar zij zijn het er ook mee eens dat een vergun ningaanvraag voor zowel bedrijven en overheden onnodig tijdrovend is. En dat terwijl alle benodigde omgevingsinformatie altijd wel ergens digitaal is vastgelegd. Tegelijk weten we ook dat het ideaal van een super overheidsloket, waarin alle omgevingsvragen kunnen worden beantwoord, een achterhaald idee is, niet meer van deze tijd en ook bewezen onmogelijk. In 2020 is er dus geen super overheidsloket, maar het ideaalbeeld van een vlot, klantvriendelijk vergunningsproces komt er aan. Niet gefaciliteerd door de overheid, maar door adviesbedrijven met een slimme informatie infrastructuur. Ik beschrijf drie belangrijke ontwikkelingen die dit beeld ondersteunen. De eerste ontwikkeling is dat overheidspartijen beseffen dat een beter vergunningaanvraag start bij het creëren van een level- playing-field voor informatie en kennis. Burgers, bedrijven en hun adviseurs moeten dezelfde informatie- en kennispositie hebben, zodat zij betere aanvragen in kunnen dienen en vooronderzoeken uit kunnen zetten. Op rijksoverheidsniveau ontwikkelt de Laan van de Leefomgeving zich richting het beschikbaar stellen van al de informatie, alle kennis en alle algoritmen en niet meer op één overheids-voorwas-machine. Nog interessanter vind ik de bereidheid van regionale en lokale overheden die mogelijkheden zien om ook hun beleid en regels te structureren volgens een landelijke standaard, waardoor deze ook gebruikt kunnen worden in een landelijke voorziening zoals Omgevingsloket Online. Bij een aantal gemeenten en een waterschap bleken veel ruimtelijke regels best in een IMRO of zelfs INSPIRE standaard te passen zonder de typische eigenbeleidsin- houd te verliezen. Als we dit in 2020 voor elkaar hebben, kunnen bedrijven zelf aan de slag met een haalbaar plan. Een tweede ontwikkeling richting 2020 zijn de explosief toegenomen gegevens die in veel gevallen bestendiger zijn dan de voorhanden gegevens die bij vergunningverleners bekend zijn. In 2020 gaat het om slim combineren van oneindige eventstreams uit sensordata, social media en gegevens die buiten de overheids- domein worden verzameld. Hierin spelen nieuwe communities en samenwerkingsvorm een cruciale rol. Zo'n community kan tijdelijk, maar ook een meer permanent karakter hebben. Een voorbeeld van zo'n nieuwe community is de Boomregister coöperatie. Het Boomregister is ontstaan vanuit een wetenschappelijk algo ritme waarmee alle bomen op basis van AHN, een reeks basisre gistraties en satellietdata, alle bomen van Nederland zijn gedetec teerd. Cool, 97 miljoen bomen, maar het unieke is dat dit register wordt aangevuld en verbeterd door hun leden, gemeenten, bosbeheerders, boom inventarisatie apps. Een coöperatieve vorm dus. Deze leden delen informatie uit hun interne management systemen om daar in groepsverband nieuwe gegevens voor te krijgen. En de groep samen creëert nieuwe waardevolle landsdek- kende informatie, bijvoorbeeld voor een vergunningenproces. Een derde ontwikkeling van een andere orde is dat ook het bedrijfsleven kans ziet om adviesportalen te ontwikkelen op basis van de beschikbare overheidsinformatie en de nieuwe gegevens bronnen en algoritmen. Vergunningadviseurs, planologen en vergunning softwarebouwers tonen de laatste twee jaar veel meer interesse in geotechnologie. Wij merken vanuit onze dataverkoop afdeling dat de groep bedrijven die voorheen om data vroegen nu simpelweg een lijst willen hebben met bevoegde gezagen, relevante wateronttrekkingsgebieden of de geluid- en bouwvoor schriften die er gelden op de specifieke locatie. Een voorbeeld is het bedrijf Genetics, dat voor Rijkswaterstaat en vier Waterschappen hun vergunning- en handhavingsysteem inricht. Het huidige systeem is vooral een zaaksysteem. Aan dat zakensysteem wordt nu wordt een enorme hoeveelheid geo- intelligentie aan toegevoegd. Het is in dit voorbeeld nog indirect de overheid die met slimmere informatie gaat werken maar het is een trend. Een ander voorbeeld is dat een provincie samen met Royal HaskoningDHV een 'vergunningenchecklist' ontwikkelt die straks beschikbaar komt voor ook weer burgers en bedrijven. De checklist wordt gevoed door informatie en algoritmen vanuit rijksoverheden, lokale overheden én nieuwe informatiebronnen. In 2020 is het ideaal beeld van de vergunningverleners werke lijkheid geworden. Maar niet alléén, of zelfs primair, verzorgd door de overheid; het zijn bedrijven die met hun adviseurs haalbare, getoetste plannen indienen. De aanvraag is dan een juridische eindstation, gefaciliteerd door de overheid. Peter van den Pol Business developer Slimme Leefomgeving, Geodan bv. peter.van.denpol@geodan.nl

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 11