m 1 m b L 2014-6 I Geo-Info 35 De eerste stap van het model is alle celwaarden onder de grenswaarde '8' te selecteren. De overige responsaantallen voldoen immers al en hoeven niet te worden samengevoegd. Bovendien zijn er, door de clustering van voldoende en onvoldoende responsaantallen, geen geïsoleerde cellen met onvoldoende respons. Het resultaat is een raster waarin de cellen binnen het rode kader van figuur 1 de waarde '1' krijgen en de cellen er buiten waarde '0'. Het selecteren van de cellen met de minimum respons is de volgende stap. Dit zorgt ervoor dat de waarde van de naastgelegen cellen altijd hoger is en dat uit de naastgelegen cellen zelf ook weer de laagste respons kan worden geselecteerd (het dichtstbijzijnde responsaantal). Figuur 3 toont de afstanden van de cellocaties vanaf de cellocatie met de minimum waarde ('2' in dit geval). De cel locaties met waarde '0' staan voor het minimum zelf, cellocaties met waarde '1' zijn de naastgelegen cellen, enzovoort tot en met waarde '6' voor ver weg gelegen cellen. Bovendien kan na samenvoegen van het eerste minimum('2') het proces worden herhaald door het volgende minimum te zoeken, totdat alle celwaarden voldoen( een waarde van 8 of hoger hebben). Figuur 3 toont de locatie van de cellen naast het minimum, de cellen met waarde '1! Figuur 3 - Locatie van de cellen naast het mini mum, waarde '1'. Het vervolg van het proces is met behulp van de genoemde cellocaties met waarde '1' uit figuur 3, de bijbehorende responsaantallen uit figuur 1 op te zoeken. Wanneer deze gevonden zijn, kan uit deze responsaantallen met behulp van de locaties in figuur 3 de minimum respons in deze locaties wor den gevonden. Hierna kan wederom met behulp van figuur 1 de cel met de minimum respons uit de cellocaties van figuur 3 worden gevonden. Dit is de naastgelegen cel met de dichtstbijzijnde respons('3'), zie figuur 1. De oranje cel links naast de bovenste gele cel en de oranje cel rechts naast de onderste gele cel. Om te voorkomen dat eventuele naastgelegen, gelijke, responsaantallen worden opgeteld is nu een tussenstap noodzakelijk in het proces. In deze stap worden alle locaties van cellen in het raster van figuur 1 opgezocht met dezelfde waarde als de dichtstbijzijnde respons ('3' in dit geval). Deze loca ties worden vervolgens toegevoegd aan de locaties met de minimum respons, zodat figuur 4 ontstaat. m- Et 1 Figuur 5 - Resultaat met de samengevoegde respons. Als laatste stap dienen de eerder genoemde eventueel naastgelegen, gelijke, responsaantal len ook dezelfde samengevoegde respons te krijgen. Dit kan worden gedaan door de gevonden locaties uit figuur 4 te combineren met de nieuwe responsaantallen van figuur 5. Het resultaat hiervan wordt weer gecombineerd met het uitgangsraster (figuur 1), zodat alleen de op dat moment dichtst bijzijnde, minimale, responsaantallen worden vervangen door opgetelde responsaantallen (zie figuur 6). Figuur4 - Resultaat van de tussenstap. Het vervolg van het proces is de waarden van de cellen met de minimum respons en naastgelegen, dichtstbijzijnde respons op te tellen en toe te ken nen aan beide cellen. In de voorgaande stappen zijn de cellocaties van het minimum en de daarnaast gelegen cel met de dichtstbijzijnde waarde bepaald. Door deze cellocaties samen te voegen, ontstaan een of meerdere groepen van cellen. Door voor elk van deze groepen de minimum('2') en de maximum('3') waarde te bepalen en deze vervol gens op te tellen, kunnen de minimale respons en de naastgelegen, dichtstbijzijnde respons worden opgeteld. Nu dat de minimum respons is samengevoegd met een naastgelegen hogere respons, kunnen de nieuwe waarden worden ingevoegd in het oorspronkelijke raster (figuur 1). De originele respons van de cellocaties wordt vervangen door de samen gevoegde respons. Het resultaat is figuur 5 met de samengevoegde respons. Figuur 6 - Resultaat met opgetelde responsaantallen. Er is nu een nieuw raster met responsaantallen ontstaan (figuur 6) met een nieuw minimum('3'), waarmee het model opnieuw kan worden door lopen. Als laatste bevat het model een stap die het resultaat van de eerste stap kopieert. Beide kopieën worden met elkaar vergeleken en wanneer alle celwaarden in beide kopieën gelijk zijn aan '1', en dus een responsaantal gelijk aan of hoger dan '8' hebben, stopt het rekenproces. Toen dit model eenmaal werkte, bleek het relatief eenvoudig het model aan te passen zodat het ook bij een 'echte' willekeurige verdeling van onvol doende en voldoende celwaarden, zonder cluste ring, over het raster werkt. Desondanks voegt het model alleen responsaantallen samen en is het dus slechts een deel van de oplossing voor daadwerke lijk samenvoegen van 6 positie postcodegebieden. Een mogelijke aanvulling op het model is de 'extract by mask' systemtool van ArcMap. Na het verrasteren van responsaantallen in 6 positie postcodegebie den, kan hierop bijvoorbeeld een polygon van een buurt als 'masker' worden gebruikt. Na deze actie blijven alleen de rastercellen van de postcode- gebieden onder het 'masker' (de buurtgrens) zichtbaar. r-+ Koen Koggel was ten tijde van het schrijven van dit artikel werkzaam bij Gemeente Zwolle als adviseur Geo-Informatie en is bereikbaar via kwkoggel@gmail.com.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 37