2014-6 I Geo-Info
39
+5mm in lengterichting en tussen de -22mm
en +6mm in zijdelingse richting.
Voor de deformatiemetingen blijven we
gebruik maken van tachymetrie en water
passing, de laserscandata is hiervoor van
onvoldoende kwaliteit.
Nultracé
Van de gemeten sporen en beperkingspunten
(perron, ontsporingsprofiel, rijdraad boven
leiding) hebben wij een nultracé gemaakt,
waarbij wij de huidige ligging van het spoor
zo goed mogelijk benaderen en het zo goed
mogelijk voldoet aan de ontwerpvoorschriften
van ProRail voor een alignment. Het resultaat is
een schift- en lichtplot met daarop de verschil
len tussen de inmeting en het berekende tracé
en de afstanden tot de beperkingspunten
(zie figuur 10).
D-model van de tunnel
Uit de scangegevens van de trolleymeting
is er een 3D-model van de tunnel gemaakt.
Door deze aan de coördinaten van hart spoor
te koppelen krijg je een 3D-visualisatie van de
tunnel in het RD-stelsel.
Door met een PVR (profiel vrije ruimte)-profiel
over hart spoor door het 3D-model van de
tunnel te rijden, kan er worden gevisualiseerd
of er objecten zich binnen het PVR bevinden
(zie figuur 11).
Uit deze analyse is mede bepaald of er ontspo
ringsprofielen binnen PVR vallen en dat ze dus
te hoog of te laag liggen. Ontsporingsprofielen
zorgen ervoor dat de trein bij ontsporing niet
buiten de dwarsliggers komt met de flens van
de wielen. Hiermee wordt voorkomen dat de
trein gaat kantelen en tegen de wand van de
tunnel komt.
Daarnaast is geanalyseerd welke TAG-armen
(Tunnel Arm Geïsoleerd, zie figuur 12) van de
bovenleiding zich binnen het PVR bevinden.
Het blijkt dat de rijdraad soms binnen het PVR
komt te liggen en dat de ruimte tussen de
rijdraad en tunneldak te is klein om dit op te
lossen, waardoor een nieuw type bovenleiding
constructie wordt aangebracht die voldoet
aan de regelgeving van ProRail.
P76 Rotterdam Blaak
In de tunnel bevindt zich station Rotterdam
Blaak. Voor dit station is het eveneens de
bedoeling om een gelijkvloerse instap te
realiseren [Osnabrugge, 2012]. De perrons zijn
geheel geconstrueerd en aanpassing van de
perrons leek onmogelijk, maar uit een onder
zoek van Movares blijkt dat bij het vernieuwen
WillemMpoortunnel - Verloop lening buis. H
10
-30
Unite1 Wjllemtfunncl
Figuur 9 - Overzicht van de zettingen in buis H van de Willemsspoortunnel. Duidelijk is te zien dat het
rivier kruisende afzinkgedeelte harder zakt dan de rest van de tunnel.
Figuur 10 - Schiftplot van de nultracés in de Willemsspoortunnel bij station Rotterdam Blaak.
Figuur 11 - Overzicht van de scandata met daarbij de objecten in rood die zich binnen het Profiel van
Vrije Ruimte bevinden. Op deze scan is te zien dat een stukje ontsporingsprofiel, rijdraad en ventilator
binnen het PVR vallen.