Duurzaamheid Geo-Info I 2014-6 ringsorganisatie, een overheidsorganisatie of beter gezegd een consortium van meerdere overheidsorganisaties, moeten gaan doen. Ook is het belangrijk te weten dat de kosten en de baten bedoeld zijn om de business case van het stelsel te kunnen bepalen. En deze is positief binnen de overheid. Momenteel wordt het bestuurlijk besluitvormingstraject ingericht. We mikken op definitieve besluit vorming medio 2015. Belangrijk issue daarin is ondermeer de ambitie die wordt gekozen en hoe we die gaan bekostigen. Gaan we voor een minimumvariant, waarin alleen AIM, OLO en Ruimtelijkeplannen.nl worden aangepast, of gaan we verder. Richten we de huizen in en voorzien we het stelsel van slimme beslisbo- men die gebruikers op de vraag toegesneden informatie voorzien. Dit laatste hopen we wel, omdat de business case nu juist de meer waarde laat zien van dergelijke opties." In de Programmadefinitie wordt geconstateerd dat er momenteel veel handige websites, programma's en databanken zijn, maar dat de gebruiker zich een weg moet zien te banen door dit woud van slecht vindbare en slecht op elkaar afgestemde ICT-voorzieningen. Waarom wordt dit anders met de uitvoering van GOAL? Cees Moons: "Het wordt anders, omdat er regie komt. Al die losse voorzieningen gaan als stelsel functioneren. We maken bij de realisatie van het stelsel gebruik van wat er al is en verbinden dit slim aan elkaar, zodat er als het ware een laan ontstaat. Het gaat dan om het samenstellen van modules, het vullen van de huizen aan de laan met data. Daarnaast wordt het gebruik gemak kelijk, omdat het stelsel zich richt op de fasen: oriënteren, indienen, besluiten. Precies het proces waar het in de Omgevingswet om gaat. De link tussen het digitale stelsel en de wet is vrij sterk. De informatievoorziening via de huizen krijgt daarmee nagenoeg een vergelijkbare status als de basisregistraties." Gebruiker staat centraal Het streefbeeld 2024 op het digitale stelsel is opgebouwd vanuit de gebruikers. De uitvoerings organisatie zal een publieke aangelegenheid zijn. Op welke manier wordt in de realisatie van het stelsel de gebruiker betrokken? Cees Moons: "Een gebruikerspanel is erg belang rijk. Daarmee kun je onderweg blijvend toetsen of de werking van het stelsel voldoende goed aansluit bij de gebruikerswensen. En momenteel wordt een ICT-haalbaarheidstoets uitgevoerd door het bedrijfsleven." Bij de inrichting van de laan en de informatiehuizen staat de gebruikers- vraag centraal; dit vergt dus wel een transitie van aanbodgericht- naar vraaggestuurd handelen. De gebruiker wordt hierbij nauw betrokken. In april dit jaar is de visie GeoSamen gepresen teerd, een gezamenlijke visie op geo-informatie van overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Het streefbeeld in deze visie - het real time zicht heb ben op de stand van het land, goede basisdata, -diensten en -modellen en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap effectief ingevuld - sluit aan op het streefbeeld van het digitale stelsel. Hoe kan deze 'gouden driehoek' worden benut in de realisatie van het stelsel van de Laan van de Leefomgeving? Cees Moons:"Het zou zo maar kunnen dat de realisatie van de ambities van beide visies tot win-win kunnen leiden. Dat is dan iets wat de uitvoeringsorganisatie op moet pakken." Op de vraag hoe het bedrijfsleven betrokken kan wor den bij de uitvoering, merkt Cees Moons op dat bedacht moet worden dat de regie op realisatie bij de overheid moet liggen. Het gaat immers om een stelsel gericht op besluiten met rechtsge volgen. Wel kan het zo zijn dat de uitvoering van het programma leidt tot aanbestedingen bij het bedrijfsleven en waardetoevoegende informatie producten. Ook ideeën die bij het bedrijfsleven leven moeten een plek krijgen. In dit verband zijn ICT-haalbaarheid toetsen belangrijk. "Er valt veel te winnen" Zoals gezegd is het opstellen van de business case bedoeld om gemotiveerd de besluitvor ming een positieve impuls te geven. Weliswaar in definitiefase, maar de contouren zijn overtui gend. De getallen uit de kosten-batenanalyse zijn indicatief en niet bedoeld om nu al de winst uit te tellen. Wel zijn we natuurlijk nieuwsgierig naar de meest opvallende winstpunten. Cees Moons: "Echt verrassende resultaten waren er niet. Je kunt je voorstellen dat efficiëntere vergunningverlening baten oplevert voor gemeenten, omdat daar de meeste vergun ningverlening plaatsvindt. De maatschappelijke baten moeten nog in de business case worden opgenomen. Opvallend is wel dat de business case zo overtuigend positief is. En ja, iets wat opviel was dat duidelijk werd dat de huizen er echt toe doen. Het streefbeeld 2024 voor het digitale stelsel laat zich vooral uit over kostenverlaging voor betrok kenen. Maar waar zit de winst voor duurzaam heid en de leefomgeving? Cees Moons: "Omdat iedereen straks dezelfde informatiebasis heeft, leidt dit tot betere en duurzamere besluitvorming. Het wordt mogelijk integrale afwegingen te maken en dat leidt tot optimale besluiten voor de leefomgeving. Bovendien verwachten we terugmelding op de informatiekwaliteit door gebruikers. Het digitale stelsel krijgt daarmee een zelfreinigend karakter, waardoor de kwaliteit steeds beter wordt." Op de vraag of gebruikers die aanvullend onder zoek doen de nieuwe data terug moeten leveren aan de huizen - in analogie met de basisregistra ties - antwoordt Cees Moons dat teruglevering in de juiste maatvoering moet plaatsvinden. Het is wel een manier om de kwaliteit van de informa tievoorziening blijvend te verhogen. Digitaal stelsel Laan van de Leefomgeving InddtTWilfffWf B-cIjnihcbtjf-ndicin Gto-baslircf litraTlfs Catarofui B+wf ilif Ini Gtn*?!*k« 'HHVIIIti ■nidfttDMU Generieke data Infrastructuur Figuur 1 - Schematische weergave van het digitale stelsel, waarin de relatie met bestaande basisregistraties, registers, datasets (waaronder INSPIRE en de informatiehuizen duidelijk wordt). Bron: Programmadefinitie GOAL.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2014 | | pagina 8