De Bosatlas:
verleden, heden, toekomst
Internet heeft de wereld ingrijpend veranderd. Uitgevers van atlassen en wegenkaarten merken dat als geen
ander. Google Maps en routeplanners bieden adeguate en soms zelfs geheel gratis alternatieven voor de
producten waarmee zij sinds jaar en dag hun brood verdienen. Atlasuitgevers lijken daarmee eenzelfde lot
beschoren als de producenten van woordenboeken en encyclopedieën: ze leiden een kwijnend bestaan en
dreigen zelfs geheel te verdwijnen.
14 Geo-Info I 2015-1
De Bosatlas lijkt zich aan deze negatieve
ontwikkelingen te onttrekken. De positie van
De Grote Bosatlas op school is onvermin
derd sterk. En iederjaarverschijnen nieuwe
uitgaven die hun weg vinden naar een breed
publiek. De in oktober 2013 verschenen
Bosatlas bijhet VPRO-televisieprogramma
Nederland van Boven stond maandenlang
in de bestseller-top-10 en behoorde tot de
dertig best verkochte boeken van hetjaar
2013. Dit artikel probeert een verklaring te
geven voor het hedendaagse succes van de
Bosatlas.
Inleiding
De Bosatlas is in de eerste plaats een
schoolatlas. Het eerste deel van dit artikel
beschrijft hoe de atlas zich vanafi877 heeft
ontwikkeld tot het moderne multimediale
leermiddel van vandaag. Het tweede deel
beschrijft hoe de afgelopen tien jaar vanuit
dezelfde kartografische en didactische prin
cipes uitgaven zijn ontwikkeld voor nieuwe
doelgroepen: de consumentenmarkt en
de zakelijke markt. Juist het consequent
toepassen van aloude principes biedt een
verklaring voor de positieve ontvangst van
deze nieuwe atlassen.
De Bosatlas als schoolatlas
Een didactisch principe uit 1877
Het basisprincipe waarde Bosatlas sinds 1877
op voortbouwt, is al te vinden in het motto dat
de Groningse aardrijkskundeleraar Pieter Roelf
Bos (1847-1902) meegeeft aan de allereerste
editie van zijn atlasjij:
Nur ieer scheinende Karten pragen sich dem
Gedachtnisse ein.
Alleen leeg lijkende kaarten beklijven. Een citaat
van de Duitse geleerde en ontdekkingsreiziger
Alexandervon Humboldfdiezich hiermee
distantieertvan negentiende-eeuwse schoolat
lassen die letterlijk zwart zien van de namen.
Het motto is al talloze malen aangehaald,
maar pas in 2002-vlakvoorzijn overlijden -
achterhaalt oud atlasredacteur FJ. Ormeling sr.
de herkomst. Von Humboldt schreefzijn hier
te lande beroemde 'lege-kaarten'-zin in 1842
in een briefaan de redacteur van de zojuist
verschenen Schulatlas furGymnasien undBurger-
schuien te Leipzig. Hijcomplimenteert hem met
de'Klarheit und Sparsamheit der Benennungen'
en voegtdaaraan toe:'Die Überfüllung von
Schulkarten wodurch alle Übersichtverschwin-
det ist mir einen Grauel. Nur leer scheinende
Karten pragen sich dem Gedachtnis ein!' [2]
In navolging van Von Humboldt propageert
Bos kaarten die niet zijn 'overladen met namen'.
Een kaartdieeen beperkte hoeveelheid
informatie presenteert, maakt direct duidelijk
welke namen en begrippen geleerd moeten
worden. Bovendien bieden'leeg lijkende
kaarten'leerlingen de mogelijkheid patronen
waarte nemen op een kaart, maarook bijhet
vergelijken van verschillende kaarten.
Deze didactische uitgangspunten getuigen
van een geheel andere benadering van het
fenomeen 'atlas! Voor Bos is de atlas geen
naslagwerk waarin de gebruiker zo veel
mogelijk namen moet kunnen vinden, maar
een leermiddel waarmee geografische verhalen
kunnen worden verteld. In de loop van de tijd
verandert het karakter van de verhalen, maar
de functie van de atlas als leermiddel en de
eenvoud van de kaarten blijven een constante
factor.
Deopkomstvan thematischekaarten
In de tijd van Pieter RoelfBos staat het vak
aardrijkskunde nog geheel in het teken van de
'land-en volkenkunde'. De leerstof is regionaal
geordend, met veel aandacht voor fysisch-
geografische en landschappelijke kenmerken.
De oostkust van de Verenigde Staten in Andrees Schulatlas (1902) en in De schoolatlas der geheele aarde (1877).