Open data: open deur of open rekening? Column 2015-1 I Geo-Info De overheid is in 2014 actiefdoorgegaan met hetverder openen beschikbaarstellenvandata. DeWetOpenbaar- heid Bestuuren hetopzetten van het kenniscentrum Open Data in Delft zijn belangrijke mijlpalen.Ondertussen worden basisregistraties uitgerold, kan PDOKzich verheugen in een toenemende populariteit en is ook de term 'big data'goed ingeburgerd. Zullen in 2015 de beloften van de business cases overopen data worden ingelost? De business cases die ten grondslag liggen aan open data zijn stevig. Stevig indezinvan: miljarden baten op nationaal en internationaal niveau. Heteerdergenoemdeexpertise- centrum heeftonderzoekgedaan naardezebusiness cases. Het betreft de Pira studie uit 2000, de MEPSIR studie uit 2006 en de studie van Vickery uit 20n[i], Inverantwoorde termen stelt het expertisecentrum dat de geschatte opbrengsten 'waarschijnlijk te hoog zijn! Dat laatdevraag open hoeveel deze opbrengsten te hoog zijn. Ofbusiness cases hetjuiste middel zijn om het nut van open data aan te tonen, is ook een open vraag. Soms is hetvoldoendeomvanuiteen goedevisiejewerkzaamheden in te richten. Dat heeft de ABN AMRO gedaan met de imple mentatievan Lean Management. Hetwerken met open data is nietdirecten nietaltijd een feest. Het blijven data en data vereisen structuuren metadata. Metadata in brede zin: semantisch, kwalitatiefen technisch. Het rapport'de stand in open dataland'jvan het reeds genoemdeexpertisecentrum) biedteen model waarmeede open data een 'ranking'krijgen op basis van: bekendheid, bereikbaarheid, bruikbaarheid (Model Backx); governance (de interactie tussen publieke en/ of private partijen met als uiteindelijk doel het realiseren van gemeen- schappelijkedoelen); gebruikerskenmerken. Met behulpvan deze drie punten is het mogelijkom een grove positiebepaling te doen. Bekendheid en bereikbaarheid zijn in principegoed:doordekomstvan platformszoals NGR en PDOK kunnen aanbieders en gebruikers elkaar snel vinden. Governance is indrukwekkend gezien de intense samenwer king tussen publieke en private partijen. [i] www.bk.tudelft.nl/over-facuiteit/afdelmqen/otb-onderzoek-voor-de gebouwde-omgeving/kenniscentrum-open-data/ Deangel zit in bruikbaarheid en gebruikerskenmerken. Hoe weet een gebruiker of hij/zij iets aan een open data set heeft? Datzou in de metadata moeten staan. Daar zit een lastig en bekend punt: wie borgt de kwaliteit van de (meta-)data? Bij de basisregistraties is deze borging in principe goed geregeld: audits, wettelijke bepalingen, gegevens- catalogi, terugmeldvoorzieningen, gebruikersoverleg, etc. Voor andere open data is niets geregeld. Het beheren van (meta-)data vergt bovendien een bepaald type medewer ker: consciëntieus, samenwerkend, niet al te dominant en niet al te interactief. Maar wei met het vermogen om samen tedurvenenwillenwerken met mensen uitandereafde- lingen en organisaties. Bij basisregistraties zijn deze mensen al lastig te vinden, bij de andere open data is het een open vraag ofaanbieders daartijd en geld in willen steken. Om het samen te vatten: door de reeds beschikbare platforms en technische mogelijkheden zijn erveel mogelijk heden om, in aanvulling op wettelijke verplichtingen, open data aan te bieden en te gebruiken. De platforms die open data publiceren, dienen eisen te stellen aan de kwaliteit van het beheervan de aanbieder. Metalsdoeldataanbieders eenvoudig kunnen aanbieden en gebruikers snel open data kunnen vinden en bepalen ofze er echt iets hebben. Het door het expertisecentrum ontwikkelde toetsingskader kan helpen te bepalen aan welke minimumeisen open data dienen te voldoen. Wellicht dat de business cases voor open data dan toch een positieve balans krijgen. Heren4 Jochem Mollema Leen Murre Willem Sosef Harry van der Werf

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 37