THEMA
Karteren van de
opbrengstvariatie
is erg waardevol
Tijdschriftendatabank soms incompleet...
2015-2 I Geo-Info
25
kluiterige gronden, wat moeilijker. Een tijdserie
van wdvi-kaarten kan een indicatie geven
van de ruimtelijke variatie van de opbrengst.
Dit bleek uit een analyse van H-WodKa
waarbijpleksgewijs de gemiddelde wdvi werd
berekend over een gewasspecifieke tijdspanne
en werd vergeleken met opbrengstkaarten
uit de maaidorser. Om de verschillen bij
hakvruchten te kwantificeren zijn aanvullende
metingen te velde nodig en dat is erg arbeids
intensief. Vergroting van de inspanningen om
opbrengstkaarten voor hakvruchten te maken
is erg waardevol.
Ontwerp van managementzones
Een tijdserie satellietbeelden kan, samen met
andere geo-informatie, toegepast worden
voor het'handmatig'in kaart brengen van de
heterogeniteit van de bodem van een perceel.
Deze managementkaart, die een perceel
verdeelt in maximaal 3 tot 5 relatiefuniforme
managementzones, kan gebruikt worden als
referentielaag voor plaatsspecifieke gewas- en
bodembemonstering en voortaakkaartenten
behoevevan plaatsspecifieke bewerkingen.
Vervolgens kan een nieuwe tijdserie de teler
nuttige informatie verschaffen over de ruimtelijke
ontwikkeling van het gewas: waar het gewas het
eerste opkomt, sluit, verkleurt door droogte, afrijpt
en sterft. Deze informatie kan hij bijvoorbeeld
gebruiken bij het verklaren van de variatie op een
opbrengstkaart. De beperkte beschikbaarheid
van satellietbeelden als gevolg van bewolking is
voor deze toepassing geen groot probleem.
Plaatsspecifieke bewerkingen
met behulp van taakkaarten
Tot voor kort was het lastig voor de akkerbou-
werom plaatsspecifieke bewerkingen uitte
voeren. Tegenwoordig zijn steeds meerwerk-
tuigen geschikt voor het automatisch uitvoe
ren van plaatsspecifieke taken. De taakwordt
aan het werktuig meegegeven in de vorm van
een zogenoemde taakkaart. Een taakkaart kan
worden gemaakt met behulp van een geo-
modulevan een bedrijfsmanagementsysteem
ofeen speciaal voordatdoel ontworpen app.
Hoewel het maken van een taakkaart enige
GIS-ervaring vergt wordt het meest gevraagd
van de agronomische kennis van de akker-
bouweren zijn adviseur. Huidigetoepassingen
leunen nog zwaarop ABW (algemene boeren
wijsheid). Bekende variabele bewerkingen
zijn: de zaai- en pootdichtheid, de diepte en
de intensiteit van de grondbewerking, de
hoogte van de bemesting en de dosering van
bodemherbiciden.
Tijdspecifieke bewerkingen
Bijprecisie-akkerbouw wordt vaakonderscheid
gemaakt tussen plaats- en tijdspecifieke
bewerkingen en daarmee verband houdende
beslissingen. Bekendetijdspecifieke bewerkingen
zijn bijbemesten en beregenen. Hiervoor lijkt
satellietdata op basis van reflectiemetingen
minder geschiktvanwege het beperkte aantal
wolkenvrije dagen in Nederland. Wellicht dat
satellietdata wel een rol kan spelen bij het kali
breren van gewasgroeimodellen om via die route
tijdspecifiek perceelmanagement te faciliteren.
Ook bieden satelliet-radarbeelden wellicht
perspectiefop de wat langere termijn.
Near of Remote
Satellieten vormen samen één van veel bron
nen waaruit akkerbouwers - en vooral hun
adviseurs - relevante informatie over grond
en gewas kunnen putten. Satellietdata is
relatief goedkoop en zal verder in prijs zakken
naarmate meer beelden afgenomen worden
voor toepassingen binnen, maar vooral ook
buiten de landbouw. Het grootste nadeel
van satellietdata is de beschikbaarheid door
bewolking. De betekenis voor satellietdata
voor precisie-akkerbouw hangt mede afvan
de alternatieven. Voor de alternatieven, zoals
sensing vanaf een vliegtuig, drone, trekker/
werktuig of robot geldt het omgekeerde t.a.v.
de prijs en de beschikbaarheid.
Sleutelrol
Vooralsnog rechtvaardigt het rendementop
precisie-akkerbouw geen hoge investeringen
in plaatsspecifieke data en middelen om die
data te verzamelen en te bewerken, anders
daninde onderzoek en hobbysfeer. Omdie
reden zal satellietdata voorlopig één van de
grootste aanjagers van precisie-akkerbouwzijn.
Om die sleutelrol te vervullen is het wel nodig
dat samenwerkingsverbanden van pionierende
akkerbouwers en hun adviseurs en onderzoekers
toegang krijgen ofhouden tot even hoogwaar
dige als betaalbare satellietdata. Want hoeveel
waarde ookaan satellietdata toegekend mag
worden, het blijft maar een klein radertje in het
grote precisie-akkerbouw uurwerk.
Dr.ir. Peter Lerinkis werkzaam
bij stichting H-WodKa.
Hij is te bereiken via
peterlerink@planet.nl.
Henk Holsbrink publiceerde veel en het
meest spraakmakend was zijn stukje 'NAM-
NAP' in Geo-Info 2004-1. Dat was op basis
van de Leeuwarder Courant, maar met eigen
geodetische vragen over een NAM-reken-
fout bij bepalen van bodemdaling.
Die parel werd in nummer 2004-4 gevolgd
dooreen paginagrote reactie'NAM-NAP (2) Bui
tenproportioneel mediageweld'van een oud
medewerker van de NAM. Voor historici lijkt
het dan verdacht dat de eerste bijdrage niet
in de DHC-tijdschriftendatabank kwam en de
tweede wel! De oorzaakdaarvan is tsij dóórgra
ven toch minder verdacht. GIN gaf jaren later
via haar dienstverlener MOS wel artikelen uit
2004 door ter plaatsing in de databank, maar
onder andere geen 'parels) kleine kaderteksten.
Ze deed dat weer wel met de gróte reactie op
die kleine parel... Voor onderzoekers lijkt het
het doorgeven waard dat de complete tijd
schriften niet altijd in de databank staan (en er
zijn gelukkig ook nog analogejaargangen).
Redactionele intro in:
De Hollandse Cirkel 2015-1