Geo-vragen
gevraagd
Column
2015-2 I Geo-Info
Matthijsvan Nieuwkerkopentopzijn bekendeenthousi-
astewijze het programma DWDD. De hoofdgasten zijn deze
keerAlexander Rinnooy Kan en Beatrice de Graaf. Zezijn
beiden net aangesteld als voorzitters van de te ontwikkelen
Nationale Wetenschapsagenda. Enthousiastwordtgediscussi-
eerd overdit nieuwe, spannende project. We kunnen allemaal
meedoen doorwetenschappelijkvragen intedienen. In het
programma leveren Katja Schuurman en Mark Rutte al een
eerste bijdrage. Watging hieraanvooraf?
Op 25 november 2014 hebben Jet Bussemaker, Sander
Dekker en Henk Kamp namens het Kabinet de wetenschaps
visie 2025 naardeTweede Kamergestuurd. Een typisch amb
telijk stuk met veel fraaie woorden, vergezichten en mooie
ambities. De concrete maatregelen staan zoals gebruikelijk
watverstopt in de tekst. Ze mogen vooral nietteveel opval
len. Ik snap dat wel, wantin Nederland is zo'n visie altijd een
compromis waarbij de partijen zich snel kunnen vinden in het
fraai formuleren van ambities en algemeenheden. Maar het is
veel lastiger omheteens te worden over concrete beleids
maatregelen. Zo lezend door het stukstaan erweinig verras
singen in: er wordt wat gesleuteld aan de financiering van de
universiteiten, we gaan door met de topsectoren, de structuur
van NWO moet op de schop en er wordt gericht beleid
geformuleerd voor het creëren van ruimte voor creativiteit
en nieuweideeën. Een fantastische formulering! Hetenige
echtnieuwein het stuk is hetopstellenvan een Nationale
Wetenschapsagenda. In het beleidsdocumentwordt het43
keergenoemd.We mogen erallemaal aan meewerken en als
de agenda aan het eind van 2015 klaar is, zal hij een centrale
rol gaan spelen bij de programmering van onderzoeken het
verdelen van de middelen.
Hetopstellen van een Nationale Wetenschapsagenda
is niet nieuw. In 2011 is doorde Koninklijke Nederlands
Academie van Wetenschappen (KNAW)al een Nederlandse
Wetenschapsagenda opgesteld. Ook in Denemarken werken
ze bijvoorbeeld al een tijdje meteen Nationale Wetenschapsa
genda voorafstemmen en coördineren van hetonderzoek.
De structuur van zo'n agenda bestaat in de voorbeelden die
ikgezien heb uiteen hoofdindeling metgrotethema'szoals
bijvoorbeeld gezondheid, maatschappij, aarde, energie, etc.
Onder deze thema's staan dan vervolgens de vragen gefor
muleerd. In de Deense agenda hebben ze naast de vragen
ookeen beknopt overzicht gegeven van de huidige situatie
en een ambitie geformuleerd. Dat levert een aantrekkelijk toe-
komstgerichtdocumentop. Ikweet niet hoeonze Nationale
Wetenschapsagenda eruit gaat zien. Er wordt gesproken over
een indeling in hoofdthema's, metdaaronderdeonderwer-
pen en vragen. Een voor de hand liggende structuur.
Ikdenkdat we vanuit ons werkveld de ontwikkeling van
deze agenda zeer serieus moeten nemen en hier actiefeen
bijdrage aan moeten leveren. Mijnverwachting is dat deze
agenda deverdeling van onderzoeksgelden de komende
jaren gaat bepalen. Bij hetopstellen speelt budget nu nog
geen rol, maar in de wetenschapsvisie 2025 wordt de agenda
al het instrument genoemd om gelden te verdelen. Bij de
topsectoren stonden we als geo-sector aan de zijlijn, maar we
hebben nu de kans om mee te doen.
Hoe kunnen we onze inbreng leveren? Ikzie twee lijnen:
zowel als individu als via GeoSamen. Als individu kunt u
wetenschappelijke vragen indienen via - ikverwacht -
www.wetenschapsagenda.nl. Organiseer tijdens de kof-
fiepauzeeenseen brainstorm metuwcollega'sofpraater
overtijdensdemaaltijd met uwfamilie. Formuleer een mooie
vraag en voer hem in. Dat helpt om ons vakgebied onder
de aandacht te brengen. Let bij het opstellen van de vraag
erop dat hij voldoende omvang heeft, onderzoekbaar is en
uiteraard nog niet is beantwoord. De tweede lijn die ikzie
isom gerichteen bijeenkomstteorganiseren in hetkader
van GeoSamen en een lijst van uitdagende geo-vragen op
te stellen en deze vervolgens actiefonder de aandacht te
brengen van de Nationale Wetenschapsagenda. Hoewel de
topsectoren als beleid hun langste tijd lijken te hebben gehad,
geldt dat niet voor gezamenlijk optrekken van bedrijven, over
heid en wetenschap. Ook bij het opstellen van de Nationale
Wetenschapsagenda speelt deze drie-eenheid een sleutelrol.
Ze hebben deze keer kritiek op de topsectoren ter harte
genomen en zeerterechtookde burger een rol gegeven.
Het mooie van onze sector is dat we deze samenwerking al
georganiseerd hebben in het kader van GeoSamen. Kortom,
ik stel voorom deze keerde boot niette missen en actiefmee
te doen aan het opstellen van onze Nationale Wetenschapsa
genda met een fraai geo-randje. Dat kan zowel GeoAlleen als
via GeoSamen.
Arnold Bregt
Hoogie.raarGe.o-informatiekunde.aan de Wageningen Universiteit
arnold.bregt@wur.nl