Aan de slag in de kadastrale archieven rWw WÊÊÊ 'Ifiral -IUl* Aan de slag I in de kadastrale archieven ï- Boek K iflKl l JSmP A nH mm 36 I Een handleiding voor de particuliere onderzoeker Uitgave: Kadaster 2014, 224 p., ISBN 978 90 803078 0 3, prijs €18,00 zie voor meer informatie: www.kadaster.nl/web/Particulier/boek/Aan-de-slag-in-de-kadastrale-archieven.htm 5 m t 1 9! een handleiding voor de particuliere onderzoeker W Wt/lll - 1 Geo-Info I 2015-3 Dat het Kadaster naast actuele bestanden over de topografie en eigendomstoestand van Nederland ook rijke archieven van kaarten en registers heeft opgebouwd die de ontwikke ling van die topografie en eigendomstoestand op perceelsniveau vanaf 1832 beschrijven, is niet alleen bij vakgenoten bekend, maar ook bij professionele en amateuronderzoekers. Voor de laatste categorie kostte het vroeger officieel enige moeite om toegang te krijgen tot die archieven, maar de afgelopen jaren wordt toch steeds meer openheid betracht, bijvoorbeeld door het via de Digilegger van de Regionale Historische Centra (RHC's) gratis raadpleegbaar maken van scans van de oude kadastrale leggers. Recentelijk zijn daar bij de RHC's in Groningen, Middelburg en Den Bosch de gescande hulp- kaarten bij gekomen; deze zijn, samen met de leggers en het register 71, te raadplegen via de zogenaamde Kadaster Archiefviewer. Andere RHC's en archiefonderdelen zullen volgen, wordt ons beloofd. Deze lovenswaardige ontwikkelingen naar meer openheid van het kadastrale erfgoed, in samenwerking met de RHC's, zijn voor het Kadaster aanleiding geweest voor de uitgave van een weelderig uitgevoerde "handleiding voor de particuliere onderzoeker" waarmee deze in de kadastrale archieven (ook de niet gedigitaliseerde of elders bewaarde) zijn of haar slag moet kunnen slaan, zonder van slag te raken. De onderzoekers hebben het jarenlang moeten doen met de doorwrochte "Kadastergids" van Keverling Buisman en Muller uit 1979, plus nog wat andere handboeken, maar nu heeft het Kadaster, als aanbieder van de informatie, bij mijn weten voor het eerst zelf het initiatief genomen. Het boek is een mix geworden van hand leiding, naslagwerk, geschiedschrijving en verzameling van adresgegevens. Samensteller Maan Verheijen zegt er in zijn "Ten geleide" onder meer het volgende over: "Kennis inzake de meest geraadpleegde bronnen, te weten: de kadastrale legger, de minuuttoestand en de akten van eigendom, vormen de hoofdmoot van deze handleiding". Aan de legger en de transportakten en hun raadpleging (deels via de Archiefviewer) wordt inderdaad ongeveer de helft van het boek gewijd. De minuuttoe stand (minuutplan en Oorspronkelijk Aan wijzende Tafel, OAT) moet het daarentegen doen met netto ongeveer tien bladzijden, de laatste vijf bladzijden van het betreffende hoofdstuk gaan namelijk over de Suppletoire Aanwijzende Tafel (SAT), het veldwerk en de hulpkaart. Zaken die (met het bijblad) eerder tot de bijhouding moeten worden gerekend. Dit hoofdstuk is uitsluitend beschrijvend (voor OAT en SAT te kort!) en legt niet uit wat je met de besproken stukken als onderzoeker kunt doen. Dat laatste geldt overigens ook vaak bij andere minder courante archiefonderdelen. Met de openingszin op p. 138: "De hulpkaart is voor de onderzoeker in de kadastrale legger soms de redder in de nood" wordt het belang van de hulpkaart voor de bijhouding (in relatie tot het amper besproken bijblad) en voor het histo risch ruimtelijk onderzoek echt tekort gedaan. En dat is jammer, nu de gescande hulpkaarten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 38