woonadres
naam geboortedatum
burgerlijke staat
beroep
zekerheidsrecht
gebruik
(subject)
RECHT
(rentmeester
schap)
PERCEEL
(object)
bedrijfstype
aard
gebruiksrecht
aanduiding
oppervlakte
[vorm, ligging]
waarde
2015-3 I Geo-Info
37
(en veldwerken) zo mooi beschikbaar zijn
gekomen op de Archiefviewer. Het werken
met de legger wordt, inhoudelijk gezien, goed
besproken. Ook op kleine details, zodat de par
ticuliere onderzoeker er zeker goed zijn of haar
weg in zal kunnen vinden. Maar het omgaan
met de verschillende typen kadastrale kaarten
(niet allemaal beschikbaar op de Archiefviewer
helaas, en wat is er nu precies als origineel, bij
voorbeeld aan bijbladen, bewaard gebleven?)
komt amper aan de orde. Veel kaarten zijn ook
wat te klein afgedrukt, of slechts als fragment.
De ruimte gebruikt voor het merkwaardig
anekdotische hoofdstuk "Verantwoording" (14
pagina's) achterin het boek had mijns inziens
beter besteed kunnen worden aan paginavul-
lende weergaven van complete kaarten met
daarnaast fragmenten 1 op 1.
De titel van het boek suggereert min of meer
een benadering van de stof vanuit het per
spectief van de gebruiker, diens begrippenap
paraat en onderzoeksvragen. Dit blijkt helaas
onvoldoende het geval. We lezen weliswaar
op p. 12: "Het Kadaster stelt de wensen van de
klant centraal in zijn handelen", maar in het
boek blijkt niets van een inbreng vanuit de
gebruikersgroep, en worden, anders dan in de
oude "Kadastergids" verschillende mogelijke
onderzoekstrajecten ook niet beschreven of
geanalyseerd. Voorbeeldprojecten zijn niet
opgenomen. De beschrijvingen zijn vooral
gericht op de kadastrale archiefbescheiden,
steeds vanuit het perspectief van het Kadaster,
zonder dat ook voor onderzoekers fundamen
tele begrippen als eigenaar, recht en perceel
met hun afzonderlijke kenmerken eerst uit de
doeken zijn gedaan. Schema's voor de samen
hang tussen de kleinste informatie-eenheden
onderling (zie bijvoorbeeld bijgaand schema
van Jo Henssen uit 1995) en hun relaties met
de archiefbescheiden (zoals heel goed in
de oude "Kadastergids" in beeld gebracht)
ontbreken, wat de vraag opwerpt of de begin
nende onderzoeker wel een goed "conceptu
eel model" van het kadastrale systeem heeft
gevormd voordat hij of zij meteen in het diepe
van legger en archiefviewer wordt geworpen
zoals nu in het boek gebeurt. Op diverse
plekken worden ook archiefstukken genoemd
zonder of zonder goed plaatje erbij en ik had
mede daardoor sterk de indruk dat de volg
orde van behandeling beter kon. Met de fei
telijke inhoud van de behandelde onderdelen
is weinig mis, de uitleg is vrijwel altijd helder,
maar de structuur van het totaal vond ik echt
onbevredigend. Zeker voor een boek dat een
handleiding pretendeert te zijn. Een duidelijker
onderscheid tussen de vastgelegde situatie op
een bepaald moment, en de bijhouding van
veranderingen, niet alleen in de legger maar
óók in de kaart, zou mijns inziens behulpzaam
zijn om de weg te vinden in het "donker woud
aan gegevens" waarvan Godfried Barnasconi
in zijn "Voorwoord" rept. En ik miste ook nog
suggesties hoe je als onderzoeker de geraad
pleegde gegevens zou kunnen vastleggen (op
papier, camera, laptop, usb-stick?) voor verdere
analyse en bewerking thuis. Wanneer je dat
niet goed organiseert, haal je gegarandeerd
al gauw perceelnummers en artikelnummers
door elkaar, en verdwaal je alsnog jammerlijk,
is mijn ervaring. En hoe combineer je hulp-
kaarten tot gereconstrueerde bijbladen? een
activiteit waar ik heel veel ervaring mee heb
en wat grotendeels los van leggerbestudering
kan gebeuren.
Samenvattend: het raadplegen van de
kadastrale legger komt in het boek goed aan
de orde, maar de betekenis en het gebruik
van het kadastrale kaartwerk zijn onderbelicht.
Terwijl het kadaster toch echt een eenheid is
van kaarten en registers, en een autoriteit als I.
Boer Hzn zelfs de kaart (dus niet de legger) als
fundament van het kadaster beschouwde, in
zijn voorwoord bij E. Molema's "Ons kadaster
voor oningewijden geschetst" uit 1898. Ik mis
een duidelijke volgorde van behandeling van
kleinste informatie-eenheden, via de deels
digitaal beschikbare archiefbescheiden, alles
in hun onderlinge samenhang, naar de door
de onderzoekers te maken producten. En ook
stimulerende praktijkvoorbeelden van de
mogelijke onderzoekstrajecten door het rijke
kadastrale erfgoed worden node gemist. Iets
voor een vervolgdeel wellicht. Maar ondanks
deze kritiek is "Aan de slag zijn bescheiden
prijs zeker waard, want u kunt er, hoewel naar
mijn idee niet optimaal, mee aan de slag.
Al doende leert men. Er valt een hoop te
ontdekken!
René van der Schans
hypotheken
lasten
(belemmeringen)
erfdienstbaarheden
eigendom
bezit
erfpacht
opstalrecht
vruchtgebruik
Naar J.L.G. Henssen (1995)
Basic principles of the main cadastral systems in the world
De kernbegrippen van het kadaster, hier nog zonder enige verwijzing naar de papieren documenten
of digitale bestanden waarin één en ander is vastgelegd, en ook nog zonder voorzieningen voor de
bijhouding.