2015-3 I Geo-Info 43 ,(ner's" orde hebben (Geo-samen), dan wil men dat ook. Een op basis van wederzijds vertrouwen opgebouwd collectief van overheid, bedrijfs leven en wetenschap. Hoe mooi kan dat zijn? Daar liggen de komende jaren de kansen: inzetten op het gezamenlijk optrekken vanuit overheid, wetenschap en bedrijfsleven. Voor ons onderhand 'gewoon', maar voor veel deel nemende landen nog zeker niet. In veel lan den is de overheid een mistige macht die op basis van willekeur of vanuit foutieve principes handelt. Overheidsparticipatie is wat anders dan overheidsbemoeienis. Vanaf nu beschouw ik het delen van de in ons vrije, polderende land ontwikkelde visie op samenwerking op het weerkerende CLGE-feestje dan ook als mijn persoonlijke speerpunt in dit gezelschap. Voor, over en boven de partijen. Nou ja: alles naar vermogen en acceptatie. De inzet in volgende edities zal erop gericht moeten zijn om deze positie te verwerven. Dat zal vast over veel bestuurlijke schijven gaan! Ten aanzien van het officiële deel van de bijeenkomst: de financiën van het CLGE zien er gezond uit, de website van CLGE onder gaat binnenkort een upgrade, de door het dagelijks bestuur voorbereide moties van wijzigingen zijn op een paar amendementen na integraal aangenomen. Overigens moet u hierbij denken aan een strak reglement van interne afspraken, verkiezingsprocedures en andere regelgeving. In berustende zin: het hoort blijkbaar bij Europese samenwerking. Naar Brussels voorbeeld: willen we samen iets bereiken dan regelen we het bijna dood! Om daarvan een indruk te krijgen adviseer ik u eens een beetje rond te neuzen op de site van het CLGE (www.clge.eu en kennis te nemen van deze reglementen en de verslaglegging en gevolgde procedures over wijzigingen hierin. Daarnaast was er ruimschoots aandacht voor een aantal interessante landelijke bijdragen door o.a. Bulgarije, wiens vertegenwoordiger met een korte impressie de onlangs gehouden 'FIG-working week' presenteerde, gevolgd door Demetris Demetriou, gastheer uit Cyprus, die ons meenam in CARSE (zie website CLGE). Hierin werden vooral de verschillen in vraag en aanbod binnen de verschillende deelnemende Europese landen benadrukt. Zo was er een bijdrage vanuit de Baltische staten die elkaar in hun samenwerking gevonden hebben en bij toerbeurt een zwengel geven aan deze regionale samenwerking. Vanuit Zwitserland kwam een bijdrage over WikiMelio, een kennis portaal over landmanagement. Ook partners van CLGE kwamen ruimschoots aan bod: naast een bijdrage vanuit EULIS (Rik Wouters) over de ontwikkelingen vanuit dit Europese initiatief over land-/vastgoedinformatie m.n. gericht op gebruik van open-data. Ook EUSI (European Space Imaging) gaf bij monde van jaarge noot' van onze Wubbo Ockels, dr. Wolfgang Steinborn, uitgebreid verslag van de mogelijk heden van de mogelijkheden van deze space imaging-systemen. Opvallend was de uitleg over de introductie van eigendomsbelasting in Griekenland, die recentelijk met behulp van deze systemen een behoorlijke opwaardering had gekregen. Ook het GNSS (Global Naviga tion Satellite System) was aanwezig en liet ons door Alina Hriscu, een van de jongere deelne mers aan deze GA, bijpraten m.b.t. de laatste stand van zaken bij dit instituut. Ten slotte was er vanuit Frankrijk aandacht voor het onderzoe- ken van de stand van zaken betreffende een marine kadaster, waarvoor in de maand mei een onderzoeksenquête naar alle deelne mende landen is gezonden. In Nederland zal deze door de Dienst der hydrografie en het Kadaster verder afgehandeld worden. Naast deze bijdragen vanuit de deelnemende landen en partners werd ook uitvoerig ver slag gedaan van de voortgang van eigen CLGE-projecten zoals het stokpaardproject BlueParking, waarin de confrères gemaand werd toch eens serieus werk te maken van het registreren en publiceren van parkeerplaatsen voor de gehandicapte medemens. Hoe zinvol en goedbedoeld ook: nog slechts op kleine schaal is gehoor gegeven aan deze oproep. In Wallonië is een particulier landmeter zo goed geweest de P-plekken in kaart te brengen. De bijhouding en beschikbaarstelling ervan is een overheidstaak of tenminste van de dataleveranciers van route- en parkeersystemen. Ook werd nogmaals gehamerd op het belang van de op forse kosten gebouwde DPKB (Dynamic Profes sional Knowledge Database). In deze database kunnen geo-professionals naast het delen en etaleren van hun eigen kennis en kunde met vakgenoten in Europa ook bijdragen kwijt m.b.t. nationale regelgeving, wetgeving, onderwijs programma's en overige zaken aangaande de nationale organisatie van geo-gerelateerde en landmeetkundige werkzaamheden. Mijn indruk is dat deze oproep volledig terecht is, gelet op de slechts schamele vulling van deze kennisda tabase. Daarom verleng en herhaal ik de oproep hierbij nog maar eens. Veel van de andere bijdragen gingen weer over interne regelgeving, verbindingen met andere denominaties en subgroepen waarin het woord geo voorkomt of - even buiten de grenzen - het onderzoeken van eventuele samenwerking met naastgelegen of verwante organisaties en verenigingen. De volgende bijeenkomst is eind september a.s. gepland in Moskou, zodat - na eerdere bezoeken aan Marbella, Reykjavik en nu dus Limassol - alle uithoeken van Europa in de afgelopen periode bezocht zijn. Er wordt nu al openlijk getwijfeld aan de opkomst aldaar. Op de een of andere manier hebben heel wat lidstaten nu al besloten daar hun gezicht niet te laten zien. Blijkbaar doet het volgende gastland iets niet goed in de ogen van velen, zodat het nog valt te bezien of er van de volgende bijeenkomst een verslag in Geo-Info zal worden opgenomen. Roelof Keppel, hoofdredacteur en bestuurslid GIN en te bereiken via r.keppel@geo-info.nl.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 45