Conclusies en aanbevelingen
2015-3 I Geo-Info
7
heid van de grondbezitters hebben certifica
ten ontvangen sinds de inwerkingtreding van
de wet in 1970. Toch hebben veel mensen,
vooral in Mogoditshane, het land op informele
wijze in bezit genomen, vanwege de grote
vraag en de lange wachtlijsten. Dit wordt door
het landbestuur niet getolereerd, in bepaalde
gevallen zijn de informele grondbezitters
verdreven en hun huizen gesloopt (Kalabamu
en Morolong, 2004, zie figuur 6). Gedurende
de laatste 20 jaar hebben diverse presidenten
middels een amnestieregeling een einde pro
beren te maken aan het informele grondbezit:
door het betalen van een boete kan het infor
mele bezit worden geformaliseerd. Deze boete
(gemiddeld circa 1100 US$) is door het arme
deel van de bevolking echter moeilijk op te
brengen. Tijdens de uitvoering van het veld
werk in 2011 was een amnestie uitgevaardigd,
gericht op de formalisatie binnen een jaar van
al het informele grondbezit in Mogoditshane.
Hoewel de invloed van de landmeet
kunde op de macro-economie nog
A dikwijls onderwerp van discussie is, is
die relatie in Namibië helder: daar zetelt
de directie Staatschuldbeheer van het
Ministerie van Financiën in het voorma
lige kantoor van de Kaiserliche Landes-
vermessung te Windhoek.
Positieve gevolgen voor rechtszekerheid
De bestudeerde innovatieve landregistratie-
instrumenten hebben in meer of mindere
mate positieve gevolgen voor de rechtszeker
heid. De verleende certificaten in peri-urbaan
Gaborone zijn vooral sterk omdat daaraan
gekoppelde gebruiksrechten, zoals ook in
vroegere traditionele recht, permanent wor
den verleend. De andere instrumenten kennen
Figuur 6 - Huis aangemerkt voor sloop in 2001 in Mogoditshane.
een beperktere toename van de juridische
rechtszekerheid, deels door beperkte periodes
van geldigheid en beperkingen ten aanzien
van overdraagbaarheid. De niveaus van de
ervaren bescherming zijn toegenomen, met
name op basis van de aan het grondbezit
gerelateerde documenten. Daarbij moet
worden opgemerkt dat de ervaren bescher
ming onder druk staat tijdens de uitvoering
van de formalisering, waardoor eigenlijk een
tegengesteld effect ontstaat dan wat wordt
beoogd. In bepaalde gevallen vormen de
kosten een probleem voor de armen. In Cha-
zanga moesten de inwoners meebetalen aan
de kartering van het gebied, terwijl de formele
grond daarvoor onbekend is. In peri-urbaan
Gaborone is de boete onbetaalbaar voor de
armen, maar werkt natuurlijk wel als afschrik
king voor informeel landbezit.
Over het algemeen zijn de bestudeerde innova
tieve instrumenten als grotendeels gunstig voor
de armen beoordeeld. Alhoewel een directe
relatie met armoedebestrijding moeilijk direct is
te bewijzen, dragen innovatieve instrumenten
bij aan de integratie van de armen in de formele
administraties en economie. Implementatie
en verdere verbetering van de innovatieve
instrumenten in peri-urbane gebieden wordt
daarom aanbevolen, omdat de armen meer
profiteren van innovatieve dan van conventio
nele instrumenten.
Erkend moet worden dat de meer kapitaal
krachtigen ook gebruik kunnen maken van de
innovatieve instrumenten. Zoals wordt aan
getoond in de case studies, is het ook moeilijk
voor deze groep om land te verkrijgen,
waardoor het aannemelijk is dat zij ook hun
toevlucht zullen nemen tot het gebruik van
dergelijke instrumenten. Er zijn maatregelen
genomen om wijdverbreid misbruik hiervan te
voorkomen; zo wordt het aantal percelen wat
verkregen kan worden door het toepassen van
innovatieve instrumenten dikwijls beperkt tot
één per persoon. Dit introduceert natuurlijk
extra complexiteit en vormt een uitdaging
voor een efficiënte implementatie van de
instrumenten. Daarnaast zijn er in dit onder
zoek weinig instrumenten bekend geworden
die een bijdrage leveren aan een evenwichtige
gronduitgifte. De spaargemeenschap en
het start-landrecht uit Namibië zijn de enige
gevonden voorbeelden. De belangrijkste
uitdaging in peri-urbane gebieden in de nabije
toekomst vormt de toewijzing van beperkte
hoeveelheden land aan een grote groep
aspirant grondbezitters. Verdeling van schaarse
middelen is bij uitstek een politieke kwestie;
naast het verder implementeren van innova
tieve instrumenten zullen duidelijke politieke
keuzes ook noodzakelijk zijn.
Referenties
van Asperen, P.C.M., Evaluation of innovative land tools in
sub-Saharan Africa - Three cases from a peri-urban context,
IOS Press, Amsterdam, 2014.
Kalabamu, F. T., Morolong S., Informal Land Delivery Processes
and Access to Land for the Poor in Greater Gaborone, Bots
wana. Working Paper 3, Informal Land Delivery Processes in
African Cities, University of Birmingham, 2004.
Matibini, P, Lusaka City Council Land Tenure Initiative - A legal
assessment, Lusaka, 2002.
Muller, A., Mbanga, E. (2012). Participatory enumerations at the
national level in Namibia: the Community Land Information
Programme (CLIP), Environment and Urbanization 24(1), 2012.
UN-HABITAT, Secure land rights for all, Nairobi, 2008.
UN-HABITAT, Global Land Tool Network, Monitoring Security
of Tenure in Cities: People, Land and Policies, Nairobi, 2011.
van Oosterom, P., Groothedde, A., Lemmen, C., Van der Molen,
P., Uitermark, H., Landadministratie als hoeksteen van een
wereldwijde geo-informatie infrastructuur geïllustreerd met
internationale toepassingen, deel 3 van 3, Geo-Info 2, 2010.
Zevenbergen, J. A., Augustinus, C., Antonio, D., Bennett R.,
Pro-poor land administration: Principles for recording the
land rights of the underrepresented, Land Use Policy 31, 2013.
Dr. Ir. Paul van Asperen is senior
adviseur RWS, gastonderzoeker
TU Delft en is bereikbaar via
p.c.m.vanasperen@tudelft.nl
V