IMY
30 I Geo-Info I 2015-4
Het project
Het georefereren werd uitgevoerd door eer
stejaars studenten Geodesie/Geo-Informatica.
Voor hen was het een eerste kennismaking
met het werken met oud kaartmateriaal. Om
te beginnen werden de studenten uitge
nodigd om naar de Universiteitsbibliotheek
Utrecht te komen voor een kennismaking met
het onderwerp en om de originele oude kaar
ten te bekijken. Het werken met digitale scans
van oude kaarten is praktisch, maar er gaat
niets boven de sensatie van het zien en het
vasthouden van het oorspronkelijke materiaal.
Vervolgens werd het georefereren zelf op de
Hogeschool uitgevoerd, onder toezicht van
de kaartbeheerder, een technisch specialist
van de bibliotheek en de docent (zie figuur
7a en 7b). Nadat de ca. 120 waterstaatkundige
kaarten en ca. 100 militaire kaarten waren
gegeorefereerd, moesten de studenten een
presentatie geven over hun bevindingen.
Het werken met oude oude kaarten bracht voor
de studenten een aantal onverwachte zaken met
zich mee. Een viertal aspecten viel hierbij op.
Figuur 7a en b - Hard werken en veel overleg tijdens het georeferentie-proces (foto door E. Heere).
Ten eerste hadden de studenten soms grote
problemen met het lokaliseren van de oude
kaarten. Vooral de vestingplattegronden
waren soms zeer moeilijk te lokaliseren. Als
hulpmiddel bij de lokalisatie hadden de
studenten enkele atlassen met moderne en
i9e-eeuwse topografische kaarten tot hun
Figuur 6 - Nauwkeurigheidsanalyse van de kaart van de Wieringerwaard.
heen gelegd worden. Hierdoor zijn land
schappelijke vergelijkingen tussen kaarten,
bijvoorbeeld uit diverse perioden, mogelijk.
Ook kunnen de gegeorefereerde kaarten als
GIS-bestand worden gedownload, waardoor
ze bijvoorbeeld te koppelen zijn aan andere
databestanden en er analyses mee uitgevoerd
kunnen worden. Voor de bibliotheek is het
grote voordeel dat de toegankelijkheid tot de
kaarten op deze manier is verbeterd.