THEMA Delft op de kaart - studiedag GIN-werkgroep geschiedenis van de kartografie, 26 juni 2015 2015-4 I Geo-Info 41 De enige manier om daar achter te komen is om het veronderstelde proces van middel eeuwse kartering te simuleren. Ik heb daartoe drie geodetische netwerken ontworpen, bestaande uit berekende afstanden en azi muths tussen punten langs de kust, rekening houdende met de gevestigde handelsroutes. Deze berekende 'waarnemingen' zijn fout loos. De berekende azimuths zijn bovendien gecorrigeerd voor de magnetische declinatie voor het jaar 1250, berekend uit een archeo- magnetisch model. De netwerken bedekken de westelijke en oostelijke Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Door middel van kleinste-kwadratenvereffening heb ik de coördinaten van de kustpunten berekend, waarbij geen correcties zijn aangebracht op de 'waarnemingen' om ze op de juiste wijze te verwerken in het kaartvlak. De 'platte aarde' karteringsmethode wordt hiermee gesimuleerd. Vervolgens heb ik de net- werkpunten beschouwd als de paspunten van 'synthetische' portolaankaart, die ik op dezelfde manier heb geanalyseerd als de echte portolaankaarten. Omdat de 'waarne mingen' in de drie geodetische netwerken foutloos zijn is de berekende gemiddelde kwadratische puntfout puur het resultaat van de vormverschillen van de 'synthetische portolaankaart' en de referentiekaart op de Mercatorprojectie. Als de Mercatorprojectie automatisch een bijproduct zou zijn van de 'platte aarde'-karteringsmethode, dan zou gemiddelde kwadratische fout nagenoeg nul moeten zijn. Dat blijkt echter niet het geval te zijn. De verschillen zijn, al zijn ze op een kleinschalige kaart niet met het blote oog te zien, zo groot, dat het in praktische zin onmogelijk is dat de Mercatorprojectie een toevallig bijproduct is. Statistisch gezien is de kans voor de westelijke en oostelijke Middellandse Zee nagenoeg nul. Alleen voor de Zwarte Zee bestaat, door zijn geringere grootte, een redelijke kans dat de Mercator projectie als een toevallig bijproduct van de 'platte aarde'-karteringsmethode kan worden beschouwd. Conclusie De conclusie is daarom dat portolaankaarten niet kunnen zijn getekend met een methode die de kromming van het aardoppervlak verwaarloosde. De Mercatorprojectie moet daarom opzettelijk in de kaart zijn aange bracht en getuigt van een geodetische en kartografische kennis die niet in de Europese Middeleeuwen aanwezig kan zijn geweest. De nog bestaande portolaankaarten zijn zonder meer middeleeuws en zijn vermoe delijk kopieën en mozaïeken van bronkaarten die de Italianen wellicht door handel hebben verkregen. Er zijn nog zoveel bestaande portolaankaarten dat vervalsing kan worden uitgesloten. De bronkaarten moeten dus van veel eerdere datum zijn. In plaats van primitieve middeleeuwse kaarten moeten deze bronkaarten behoorlijk geavanceerde, geodetisch geconstrueerde kaarten zijn geweest. Dit zet onze kennis van de geschie denis van de geodesie, kartografie en van de wetenschap in het algemeen behoorlijk op zijn kop! Summary: The origin of Portolan maps Portolan maps are the strikingly realistic and precise charts of the Mediterranean, drawn on the Mercator projection, that suddenly emerge in Italy in the 13th century. As the Mercator projection was unknown in the Middle Ages and as it was impossible for 13th century Italian or other Western mariners to measure distances and directions with the required precision, the level of contemporary Western-European knowledge did not allow for the deliberate construction of such maps. So their source must be looked for elsewhere and before the Middle Ages. This completely changes our knowledge of the development of geodesy, cartography and science in general. Referenties Roel Nicolai, 4 critical review of the hypothesis of a medieval origin for portolan charts, dissertatie Universiteit Utrecht, (Houten, Educatieve Media, 2014). In het najaar van 2015 zal de dissertatie als boek verschijnen bij uitgeverij Brill te Leiden. Tony Campbell, "Portolan Charts from the Late Thirteenth Cen tury to 1500", in The History of Cartography, Volume 1 - Cartography in Prehistoric, Ancient and Medieval Europe and the Mediterranean, edited by J.B. Harley and David Woodward, (Chicago: Univer sity of Chicago Press, 1987) 371-463. www.press.uchicago.edu/ books/HOC/HOC_V1/HOC_VOLUME1_chapter19.pdf Roel Nicolai is Principal Geodesist bij Shell en promoveerde in maart 2014 aan de Universiteit Utrecht op het hier beschreven onderwerp. In november2014 werd hem voor dit werk de prof. J.M. Tienstra Onderzoeksprijs toegekend. Hijis te bereiken via roel.nicolai@xs4all.nl. Met een ingelaste voordracht van Mar- tijn Geerdes, ontwerper van de voorstelling van de Bonnebladen 459 en 460 uit het jaar 1877 op het plafond van het nieuwe station in Delft in Delfts (kobalt) blauw, werd dit een dynamische bijeenkomst. Erik Walsmit nam de honneurs waar namens de Werkgroep Geschiedenis van de kartografie. Na verwel koming door Patrick van Mil, directeur van het museum Princenhof, mocht Peter van der Krogt het spits afbijten met een presen tatie over stadsatlassen uit de 16e-18e eeuw, zoveel mogelijk met Delftse voorbeelden. Marc Hameleers besprak vervolgens de tot standkoming en inhoud van zijn proefschrift, deel III uit de serie Kaarten van Amsterdam, waarin hij de meest door onderzoekers geraadpleegde grootschalige kaartseries van de stad aan een nader onderzoek had onder worpen. De middag werd besloten door David de Haan, die de tentoonstelling Delft op de kaert, van stadsgezicht tot Street View in het Princenhof had vormgegeven (voor de betreffende tentoonstelling was 26 juni de laatste dag). Zijn bijdrage betrof vooral de totstandkoming van de unieke eerste druk van de Kaert figuratief, een kolossale en monumentale stadsplattegrond van Delft uit 1678 door Dirck van Bleyswijck. Deze vormde tevens het hoofdbestanddeel van de ten toonstelling, die na afloop van de lezingen te bezichtigen was. Ferjan Ormeling

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 43