Komt de crisis tot leven?
kaart
National Geographic staat bekend om
de mooie foto's, mooie reportages én
een mooie website. Als één van de
weinigen zet zij storytelling vaak en
succesvol in - mét kaarten - om een
actueel probleem of wetenschappelijk
item meer diepgang te geven.
Het onderwerp van deze aflevering
van Open Kaart - hoe voorbeeldstad
Detroit de crisis doorkomt - is
wereldwijd nieuws. Zou het weer
goed komen met Detroit?
2015-4 I Geo-Info
59
Winifred Broeder
(zelfstandig kartograaf):
Dit online artikel van National Geographic toont in
drie delen de mensen, de feiten en een uitgebreide
impressie in woord, beeld en geluid van Detroit.
Het deel met de feiten start met een prachtige, diver
gerende kaart waarin de woonblokken zijn gekleurd
al naar gelang hun status. De classificatie van de
blokken wordt niet in cijfers uitgedrukt, maar uit de
onderstaande detailkaarten van een aantal buurten
blijkt dat de kaart op basis van gedetailleerde
gegevens m.b.t. bevolkingsdichtheid, leegstand
en vernieling tot stand is gekomen. De kleurkeuze
kwam bij mij in eerste instantie wat onlogisch over;
groen voor de gebieden waar de de problemen het
grootste zijn. Maar als je het artikel leest blijkt er wel
degelijk goed over nagedacht. De kleurkeuze past
namelijk goed bij de toon van het artikel, dat de posi
tieve, opbouwende veranderingen meer benadrukt
dan de enorme leegloop van de stad.
Edward Mac Gillavry
(adviseur kartografie en geo-ICT):
Dat de detailkaarten van de wijken het belangrijkst
zijn, blijkt wanneer je dit verhaal op je smartphone
leest. De overzichtskaart van Detroit wordt een
kleine, onleesbare postzegel, maar de detailkaarten
behouden hun formaat en blijven goed leesbaar.
Net als op de overzichtskaart, wordt ook op de
detailkaarten de bevolkingskrimp per woonblok
weergegeven. In de detailkaarten worden de
fotolocaties aangegeven en duidt de legenda een
algemene mate van bevolkingskrimp per stadsdeel
aan. De pandcontouren en perceelsgrenzen - afge
beeld in een afgeleide kleurschakering - brengen
de woonblokken tot leven. Deze toevoeging laat
bovendien zien, hoe het thema en de topografie
op een harmonieuze manier ook op een webkaart
daadwerkelijk kunnen worden geïntegreerd.
Meestal dekt de themalaag een referentiekaart
volledig af, wordt de themalaag transparant
afgebeeld, of worden alleen de plaatsnamen boven
de themalaag getoond. Kortom: deze kaart toont
een interessante ontwikkeling in de thematische
webcartografie!
Tjeerd Nijeholt
(adviseurgeo-informatie en auteur 'Handboek
Geo-visualisatie'):
In de VS gaat alles sneller, dus mooi dat National
Geographic dit verhaal zo verbeeldt voor ons op
het wereldwijde web. Het verhaal - en niet de losse
tekst, foto, grafiek of kaart - staat centraal. Logisch,
want hoe sommige wijken te gronde worden
gericht, en misschien weer opkrabbelen, is niet te
vatten in één kaart, één grootheid, of één foto. Vijf
wijken komen prominent in beeld, ook prominent
op de kaart. Maar hoe langer ik er naar kijk, de
kaart ontsluit toch vooral een groot raadsel, dan
een antwoord of een helder beeld. De legenda is
vindingrijk (een kleur is gelijktijdig een staaf van een
staafdiagram), maar is toch slechts een herhaling
van zetten. De kaart toonde toch ook al dat die
groene kleur weinig voorkwam? De kaart, of liever
gezegd, het onderwerp, wordt pas écht voelbaar,
wanneer de kleine wijkkaarten, samen met foto's,
meer duidelijkheid verschaffen. Het scrollen door de
foto's - een selectie uit Google Maps Street View - is
alsof je zelf wandelt door de kaart én het verhaal.
Bijna een documentaire op tv. Het mooie is dat dit
een open eind is: je mag zelf besluiten of je vindt
dat of er nu een probleem is, of niet. Ik leer ervan
dat niet één probleem te vangen is met één kaart of
één parameter. Normen bestaan niet, lege huizen
en vertrokken mensen wel.
Frédérik Ruys
(information designer en organisator jaarlijks
Infographics Congres):
Vanuit het oogpunt van visual storytelling is het
moeilijk om het enthousiasme voor het werk van
grootheden als The New York Times en National
Geographic te onderdrukken. Dat wil niet zeggen
dat hun werk door vakbroeders niet kritisch wordt
beoordeeld. Elk jaar neemt een nieuwe vakjury van
de Malofiej Awards zich voor hun inzendingen aan
een bovengemiddeld strenge toets te onder
werpen. Vergeefs. In het jaar dat ik jurylid mocht
zijn had ook ik me voorgenomen de traditionele
prijzenregen voor deze publicaties te temperen.
Maar ondanks onze bovengemiddelde kritische
blik wonnen de Times en NG in Pamplona nooit
eerder zoveel prijzen als in 2013. Toch is het interes
sant om op te merken dat de kwaliteit van hun
online graphics wel eens anders is geweest. Rond
de eeuwwisseling leken beide te wedijveren om
de meest complexe interactieve graphic. Het is voor
de journalistiek dan ook goed om te constateren
dat het verhaal weer leidend is geworden. Daar is
dit artikel over Detroit een prachtig voorbeeld van.
Links
www.nationalgeographic.com/taking-back-detroit/explore-detroit.html