Het oog
wil ook wat!
O)
"O
CD
O)
CD
E
.0
!4
on
'_QJ
Column
-1—1
fü
2015-4 I Geo-Info
Vooral in de 18e en 19e eeuw zijn er vele gedetailleerde
landkaarten in Nederland vervaardigd door landmeters.
Fraaie voorbeelden zijn gemaakt door de landmetersfami
lie Adan, actief in het westelijk deel van de tegenwoordige
provincie Noord-Brabant. Bijna zou je deze kaarten als
voorloper van de huidige BGT kunnen opvatten.
Opvallend is de detaillering en ook het gebruik van de
symbolen en arceringen.
Naast het vak van landmeter verstonden zij dus ook
het vak van de kartografie.
Ook de oude kaarten van waterschappen of hoog
heemraadschappen vervaardigd door landmeters laten
een enorme detaillering zien, maar ook een zeer goed
doordachte weergave van objecten en opstallen. Zoals bij
voorbeeld de kaart van Delfland uit 1712 opgemeten door
Nicolaas Samuelsz. Crucquius.
Een aantal eeuwen daarvoor hadden kartografen Mer
cator en Blaeu het al begrepen dat een kaart meer zegt
dan duizend woorden. En wereldberoemd is natuurlijk de
kaart van Amsterdam uit 1544 van Cornelis Anthonisz die
alle gebouwen gedetailleerd in 3D laat zien.
Wanneer we dan nu kijken naar de wijze waarop de
presentatie van de BGT plaats vindt, valt daar nogal wat
aan te verbeteren.
In de meeste visualisaties van de BGT wordt de nadruk
gelegd op de kleurweergave van de vlakken, omdat dit
het grote verschil illustreert met de voorganger van de
BGT, de GBKN. Deze laatste bestond alleen uit lijnen en
punten, waarbij de lijnen soms nog afhankelijk van de laag
in het CAD-bestand een kleur kregen.
Met de weergave van de puntobjecten in de BGT
is het echter droevig gesteld. De vierkante symbooltjes
geven geen enkele associatie met het object dat ze
representeren.
Het is duidelijk dat de landmeters hier toch nog wel
wat advies vanuit de kartografen behoeven.
Tijdens het BGT-congres op 11 juni jl. bleek dat de
programmamanager van het ministerie van I&M, Ruud van
Rossem, dit gelukkig ook al had ingezien.
In zijn workshop en doorkijk qua ontwikkeling van de
BGT in het komende jaar, gaf hij aan dat er aan de visuali
satie nog wel wat te verbeteren viel en dat er aan gewerkt
gaat worden.
Ook al is de BGT op de eerste plaats bedoeld voor
gebruik in een digitale interactieve omgeving waarbij
door klikken op het object (vlak, lijn of punt) de informatie
te voorschijn komt over de kenmerken van het object, de
BGT zal ook als referentie of ondergrond nog veelvuldig
gebruikt worden. Dan is het zeker belangrijk dat de visuali
satie sprekend is en direct de betekenis weergeeft van het
object of objecten die weergegeven worden.
Wij kunnen het alleen maar toejuichen dat de
visualisatie wordt verbeterd en adviseren Ruud om
daarvoor zeker advies in te winnen bij onze vakbroeders
de kartografen.
Want het oog wil ook wat!
De informatiegeleiders
Jochem Mollema
Harry van der Werf
Leen Murre
INFORMATIE
GELEIDERS