w
2oo jaar Topografie
THEMA
8
Geo-Info I 2015-5
Figuur 7a - Topograaf in het terrein.
Figuur7b - Kartograaf met basisgravure.
noodzakelijk was en dat de Topografische Dienst
deze moest maken. Over de betaling heeft men
vele jaren gepraat, terwijl de productie gelukkig
gewoon door ging. In 1989 werd een accepta
bele oplossing gevonden.
In het kader van de spreiding van rijksdiensten
kondigde de regering in maart 1974 aan de
Topografische Dienst te willen verplaatsen
naar Emmen. Na veel besprekingen en
protesten werd dit in 1976 in de Tweede
Kamer definitief bekrachtigd. In 1984 kwam
een nieuw gebouw beschikbaar en kon de
dienst verhuizen. Deze gebeurtenis heeft
een grote invloed gehad op het bedrijf. Jaren
van onzekerheid leidde tot terugloop van het
personeelsbestand en een ernstige terugslag
in de productie. Naast de nadelen waren ook
voordelen aan deze verplaatsing verbonden:
veel nieuw en jong personeel trad in dienst,
een modern-geoutilleerde huisvesting kwam
beschikbaar en het machinepark werd sterk
vernieuwd. De militaire productie nam toe
door het aanvaarden van grote drukopdrach
ten voor NAVO-partners. De civiele verkoop
bleek een stijgende lijn te vertonen door de
groeiende vraag naar repromaterialen voor
professionele gebruikers. Samenwerking met
enkele grote uitgevers resulteerde in het op de
markt brengen van topografische atlassen en
luchtfoto-atlassen.
Intussen waren ook de eerste stappen gezet
op het gebied van automatisering van het
productieproces. Computer en plotter deden
hun intrede, aanvankelijk voor berekeningen
en voor het graveren van ruitennetten en
kaderlijnen. Voor de specifieke kartografische
behoeften moest aanvankelijk veel program
matuur in eigen huis worden ontwikkeld.
Goede ervaringen konden worden opgedaan
met de opdracht van de Koninklijke Lucht
macht (1978) om een digitaal terreinmodel van
Nederland samen te stellen. Na voltooiing van
dit project werd alle aandacht gericht op het
ontwikkelen van digitale methoden voor de
standaardkaartseries. Na het digitaliseren van
enkele eenvoudige kaarten zoals de gemeen-
tenkaart kon in 1981 een begin worden
gemaakt met de digitale productie van de
kaartseries 1:250.000 en 1:50.000.
Einde van een tijdperk
Ondanks alle veranderingen in de maatschappij
en de verhoogde aandacht voor de geo-informa-
tievoorziening bleef het Ministerie van Defensie
haar greep op de nationale kartering handhaven.
Vanaf 1990 ging er wel iets veranderen. Delen van
de overheid werden geprivatiseerd, andere
werden verzelfstandigd of kregen te maken met
een vorm van contractmanagement. Dit gold ook
voor de Topografische Dienst. In 1990 werd een
eerste managementcontract met de Bevelhebber
der Landstrijdkrachten afgesloten. Deze gedeel
telijke verzelfstandiging en het landelijk overleg
inzake de nationale geo-informatiestructuur
schiepen nieuwe kansen om de Topografische
Dienst te doen uitgroeien tot de leverancier
van een nationale geo-database. Er werd een
meerjarenplan opgesteld om binnen zeven jaar
het gehele basisbestand (voorheen de kaartserie
1:10.000) als vectordatabase beschikbaar te heb
ben. In 1997 kwam dit bestand gereed.
Het einde van de 20e eeuw betekende het einde
van een tijdperk. De sterk gegroeide behoefte
aan geo-informatie leidde tot het besluit om
de Topografische Dienst los te maken van het
Ministerie van Defensie. De productie was tot dat
moment feitelijk overgeleverd aan de 'willekeur'
van de militaire bewindvoerder. De maatschap
pij vroeg om een sterkere verankering van de
geo-informatie.
Om geheel zelfstandig voort te gaan bleek niet
haalbaar. Voor verdere modernisering en inbed
ding in de nationale geo-informatie infrastruc
tuur was een sterke partner nodig. Deze werd
gevonden in het Kadaster. Deze grote instelling,
reeds eerder verzelfstandigd en ingebed in een
wettelijk kader, beschikte over ruime ICT-kennis
en had ook al de Rijksdriehoeksmeting en de
Grootschalige basiskaart van Nederland in haar
takenpakket. In 2004 kwam de samenvoeging
tot stand. De identiteit van het voorheen militaire
bedrijf is in deze fusie verloren gegaan. De Topo
grafische Dienst is thans volledig geïntegreerd in
de organisatie van het Kadaster.
Literatuur
P.W.Geudeke, De Topografische Dienst: een nationaal geo
grafisch instituut?, Kartografisch Tijdschrift, 1990, p.17-22.
J.A.van der Linden, Topographische en militaire kaart van
het Koningrijk der Nederlanden, Fibula-van Dishoeck, Bus-
sum, 1973.
Meetkunstige Beschrijving van het Koningrijk der Nederlan
den, 's-Gravenhage 1861.
Wilfried Uitterhoeve, Cornelis Kraijenhoff 1758-1840. Een loop
baan onder vijf regeervormen, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen,
2009.
C.A.C.Verschuuren, Beknopt overzicht van de samenstelling
der topographische kaarten en van den Dienst der Militaire
Verkennningen, 's-Gravenhage, 1930, gebrocheerd stencil.
Drs. P.W. Geudekeis
oud-directeur van de Topo
grafische Dienst.