Militaire Geografische Info
van de Koude Oorlog tot h
2oo jaar Topografie
In de avond van 6 september
1976 maakten drie pelotons
commandanten zich gereed voor
de bevelsuitgifte voor een grote
aanvalsoperatie. Vijfentwintig
kaartbladen op de schaal 1:50.000
moesten aan elkaar worden geplakt
tot één geheel. De randinformatie
van de kaartbladen werd gedeeltelijk
afgeknipt om de kaartbladen
nagenoeg naadloos op elkaar te
plakken en zo een prima basis
te vormen in combinatie met
de nog te tekenen operationele
oleaten, doorzichtige overlays
waarop belangrijke routes of
troepenverplaatsingen kunnen
worden aangegeven. Aansluitend
beplakten ze het geheel met
doorzichtig landbouwplastic, zodat ze
er later met glaspotlood operationele
informatie op konden schrijven.
Dit speelde zich af tijdens de NAVO
oefening GroBer Bar in Twistringen,
een stadje in voormalig West-
Duitsland, waar Duitse, Engelse,
Amerikaanse en Nederlandse
eenheden, tezamen 60.000 man
sterk, zich voorbereiden op wat
er in de periode van de Koude
Oorlog zich zou kunnen afspelen.
10
Geo-Info I 2015-5
Door Ron Heeres
In de periode van de koude oorlog heeft de
Topografische Dienst Nederland (TDN) een
belangrijke rol gespeeld in de voorziening van
geografische informatie van Defensie. Ook na de
overgang naar het Kadaster en de veranderde,
meer expeditionaire, taak van Defensie, is deze
rol onveranderd gebleven.
Periode van de Koude Oorlog
Tijdens de Koude Oorlog stond de beveiliging
van het eigen en bondgenootschappelijk
(NAVO) grondgebied centraal in het denken over
militair optreden. Het inlichtingenproces binnen
de Nederlandse krijgsmacht was gericht op het
verzamelen van informatie van een duidelijke,
concrete en bekende vijand.
Vanaf de vijftiger jaren zijn de NAVO-partners
bezig geweest om het gevechtsveld in Duits
land in kaart te brengen. In deze periode werden
veel van de geplande locaties in de operationele
plannen daadwerkelijk tot op de enkele tank
of rupsvoertuig verkend. Grote oefeningen
zoals GroBer Bar werden gebruikt om geplande
operationele scenario's na te spelen en zo de
eenheden te trainen en voor te bereiden.
Naast de standaard stafkaarten 1:50.000,
gebruikte men ook andere kaartschalen voor
diverse doeleinden. Thematische kaarten, over
lays en Tactische Weer- en Terreinstudies (TWTS),
later Klimaat en Terrein Studies (KTS) genoemd,
gaven inzicht in het terrein, de invloed van het
weer op het terrein en dat werd weer vertaald
naar de invloed van deze facetten op het vijan
delijk optreden maar ook op het eigen optreden.
Eén van de terreinaspecten, de begaanbaarheid,
werd in kaart gebracht op de zogeheten Cross
Country Movement (CCM)-kaarten. De mogelijke
verplaatsingsroutes met de bruggen en viaduc
ten werden verkend, gearchiveerd en weer
gegeven op zogenaamde Road Bridge maps.
Daarnaast zijn alle rivieren en grote waterlopen
beschreven.
Van het complete inzetgebied van het ie Neder
landse Legerkorps is alles in kaart gebracht door
het Terrein Documentatie Centrum (TERDOC).
Vele manuren zijn gestoken in het handmatig
tekenen van oleaten voor de stafkaarten. Bij elke
stafkaart horen ongeveer 20 oleaten met ter-
reingegevens. Eind 1994 is men gestart met het
digitaliseren van het archief
Grote voorraden aan kaarten werden aange
houden in drie grote kaartenmagazijnen op
Nederlands grondgebied te weten Wezep,
De Bilt en Ruinen. Verder lagen er in het Leger
korps achtergebied in Althoorn en Cloppenburg
enorme hoeveelheden kaarten opgeslagen in
vooruitgeschoven magazijnen. Op veel mobili
satiecomplexen lagen grote voorraden kaarten
opgeslagen voor mobilisabele eenheden.
Standaardisatie
De NAVO vormt één van de belangrijkste
institutionele kaders voor militaire samenwer
king. Interoperabiliteit is een sleutelwoord en
om dat te bereiken heeft men onder andere
Standardization Agreements (Stanags) vastge
legd. De Interservice Geospatial Working Group
(IGEOWG) is een NATO werkgroep, die een aantal
Stanags beheert op het gebied van geografi
sche informatie. De Stanags beschrijven veelal
de standaardisatie van het produceren van geo
grafische informatie, zowel analoog als digitaal,
en van de uitwisseling en beheer. Deze Stanags
worden door de NAVO landen geratificeerd en
geïmplementeerd in de nationale processen.
Anticiperend op het aanbreken van het informati
seringtijdperk halverwege de jaren '80 is er vanuit
de IGEOWG de Digital Geographic Information
Working Group (DGIWG) opgericht. De DGIWG
is een niet-NATO werkgroep die zich met name
bezighoudt met het standaardiseren van de
beschrijving, uitwisseling en visualisatie van
digitale geografische informatie en wat recenter
ook architecturen. Eén van de resultaten van
de DGIWG is de Digital Geographic Information
Exchange Standard (DIGEST) en die is vastgelegd
in Stanag 7074. Hiermee is binnen het militaire
geo-werkveld een eerste generatie standaarden
vastgelegd met betrekking tot de uitwisseling
digitale geografische informatie tussen MilGeo-
instituten. Het gaat hierbij dan om de specificaties
van vectordata, raster- en/of imagedata, data-
uitwisseling en informatiecoderingen.