THEMA 2015-5 I Geo-Info 15 met een ringband. Er werden ook nog satelliet- beelden van Kandahar Airfield, Kandahar City en beide Nederlandse locaties toegevoegd. Op de achterzijden van de bladen werd nog extra informatie afgedrukt. Beelden van zogenaamde passagepoints, vastgestelde punten met een verhoogd risico, en beelden van de omgeving. Dit alles leverde een handzaam boek op waar met stiften en glaspotloden op getekend kon worden. Bij het vertrek van een voertuig werden bij het verlaten van de poort nog de laatste inlichtingen op de kaarten verwerkt. Zo was men op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de route. De routeboeken zijn de gehele periode van de TFU gebruikt (zie figuur 3). De countryatlas was ook uitgevoerd in A3-for- maat en de 31 kaartbladen werden verdeeld over 102 deelbladen, met de kaart en randinformatie van de originele kaartbladen. De atlassen wer den voornamelijk gebruikt in wielvoertuigen. Het Korps Commandotroepen en later ook het Heli-detachement kwamen met de vraag om Evasion Charts (EVC). Dit zijn speciale kaarten, bedoeld voor militairen die afgesneden zijn van eigen troepen, met onder andere survival en navigatie-informatie. Deze kaarten kunnen klein worden opgevouwen en opgeborgen worden in gevechtspak en vliegeroveral. De in ISAF aan wezige EVC's waren van de NGA en gedrukt op tyvek, een nauwelijks te scheuren vezel. Maar er waren geen EVC's van het gevraagde gebied en werd een project opgestart om de EVC's zelf te produceren. Omdat bij gebruik tyvek lawaai maakt en op de vouwranden de kaartbedrukking verdwijnt, is Figuur 3 - Routeboek. samen met de TDN is gezocht naar een andere oplossing. Na wat testen van diverse producten werd besloten om een soort kunstzijde te gebruiken, in navolging van de pilotensjaals van de RAF vliegers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voordeel van deze keuze is dat de kaartinforma- tie tijdens de productie in de cellen van de stof wordt gespoten en niet op de buitenzijde zit. Kunstzijde maakt geen geluid en kan zeer klein worden opgevouwen. Naast de gewenste kaartinformatie staat er ook informatie op om te overleven, bijvoorbeeld navigatiemethodes en klimaatgegevens voor dag en nacht, eetbare en niet eetbare planten, hoe drinkwater te maken, gevaarlijke en giftige dieren, maar ook gebruiken van het land/gebied in kwestie. Verder staan naast de Instructiekaart "Zelfhulp en Kameradenhulp" de militaire EHBO, de Nine Line Medevac Request, een militaire standaard voor het aanvragen van een Medi sche Evacuatie Heli, erop vermeld. Buiten de kaartinformatie bepaalt de gebruiker welke extra informatie men op de EVC wil hebben. Ook zijn er van het operatiegebied diverse citymaps en city-imagemaps geproduceerd, variërend in de kaartschalen 1:5000 en 1:25.000. Nederland en een groot deel van de 40 deel nemende landen aan lSAF hadden alleen maar budget voor de geo ondersteuning van hun eigen troepen. Met als gevolg dat de beschikbaarheid van geografische data divers was. In sommige gebieden was er voldoende bedekking, zelfs dubbelingen zoals in ons eigen gebied. Australië heeft voor hun eigen troepen die deelnamen aan de inzet van het PRT een aantal TLM's-1:25.000 geproduceerd. In andere gebieden was de bedekking minder goed en soms nauwelijks aanwezig, daarnaast was de kwaliteit en de actualiteit verschillend. Het NATO Allied Joint Forces Command Bruns- sum (JFCB) was verantwoordelijk voor de operaties in Afghanistan en de Chief Geo, de geo-verantwoordelijke binnen de staf van JFCB. Hij nam maatregelen om de geo-ondersteuning te reguleren. Een werkgroep heeft de bestaande datasets geïnventariseerd, tekortkomingen maar ook dubbelingen vastgesteld en de prioriteit in de behoefte vastgelegd in een levelmatrix. Bij elk level, van 0 tot 5, werd de behoefte aan raster-, matrix- en satellietdata aangegeven en de specificaties van te produceren data vastgelegd. Alle goedgekeurde data werd aan gemerkt als Designated Geospatial Information en opgenomen in de ISAF Geospatial Catalogue. Nieuwe producten moesten via de JFCB worden aangeboden om te mogen worden gebruikt in het operationele theater van ISAF. Data die niet waren goedgekeurd mochten niet worden gebruikt. United Nations Organization Mission in the Demo cratic Republic of the Congo (MONUC) Eind 2005 kreeg Defensie via Buitenlandse Zaken het verzoek van VN Department of Peacekeeping Operations (DPKO) om ondersteuning van MONUC met geografische informatie voor MONUC's meest gevaarlijke en ontoegankelijke operatiegebied: het Oosten van de DRC, het grensgebied met Soedan, Oeganda, Rwanda en Burundi. De VN kon daar zelf niet aan voldoen. De behoefte komt voort uit het ontbreken van kaarten op de gewenste schaal, 1:50.000, van het gebied. De uiteindelijk operationele behoefte kwam uit 197 kaartbladen 1:50.000 in VMap 2-specificaties. Naast de gedrukte kaarten wer den ook drukbestanden en digitale bestanden geproduceerd en geleverd. De uitdagingen bij de productie waren vooral het regelmatig ont breken van bruikbare satellietbeelden. Veel beel den vertoonden te veel wolken of waren te oud en moesten opnieuw worden aangevraagd voor tasking. Hierdoor moest de eerder gedane prioritering worden aangepast. Later is deze data gebruikt voor het produceren van MGCP cellen van dit gebied. Heli-obstakelkaart Begin december 2007 raakte een Apache-heli van de luchtmacht een hoogspanningskabel in de Bommelerwaard. Vervolgens zaten bedrijven en huishoudens uit de Tieler-en Bommelerwaard twee dagen zonder stroom. Helikopters gebruik-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 17