Gebruik topografische kaart
verrassend constant
2oo jaar Topografie
Een kaart wordt gemaakt om
gebruikt te worden. Een goede
kartograaf ontwerpt daarom een
kaart aan de hand van vragen als
'wie gaat deze kaart gebruiken,
waarvoor en op welke manier?'
De antwoorden op deze vragen
waren tweehonderd jaar geleden
natuurlijk anders dan nu. Hoe heeft
het gebruik zich door de tijd heen
ontwikkeld en wie waren haar
gebruikers? Dit artikel geeft een
overzicht van het gebruik van de
topografische kaart in het verleden
en heden, en we wagen ons aan
een beschouwing over het gebruik
in de toekomst. We hanteren in
dit artikel de term topografische
kaart voor zowel de gedrukte
kaart als de digitale kaart (nu
BasisRegistratie Topografie (BRT)).
30 I Geo-Info I 2015-5
Door Dick Eertink en Arnold Bregt
De auteurs danken Peter Lentjes en Nico Bakker
voor hun bijdrage aan dit artikel.
Terugblik historisch kaartgebruik en
haar gebruikers
Tweehonderd jaar geleden ontstond de
landsdekkende topografie vanuit de noodzaak
het land goed in kaart te brengen om het te
kunnen verdedigen tegen ongewenste indrin
gers. De kaart moest inzicht geven in vragen
als: welke routes kunnen infanterie en cavalerie
gebruiken om van A naar B te komen, waar
kunnen ze zich legeren, welke beschutting
is waar aanwezig, waar kan land onder water
worden gezet, enzovoorts. De gedetailleerde
weergave van de landschapselementen in de
topografische kaart is vooral ontworpen met
dat doel voor ogen.
Vanzelfsprekend had deze gedetailleerde
informatie het karakter van 'staatsgeheim'.
Toch werd vrij snel na het ontstaan van de
topografische kaart het nut voor andere toe
passingsgebieden ingezien. De voorgangers
van de Topografische Dienst kreeg dan ook
de opdracht om het kaartmateriaal, ontdaan
van de meest gevoelige informatie, geschikt te
maken voor andere vormen van gebruik.
Al in de negentiende eeuw werd de topogra
fische kaart gebruikt als ondergrond voor the
matische kaarten (Conen, 1968). Vaak werden
deze kaarten ook gedrukt bij de Topografische
Inrichting. In de periode 1825 - i860 ontstond in
opdracht van het Departement van Waterstaat
de Rivierkaart, bedoeld voor het onderhoud en
de verbetering van de Nederlandse rivieren, en
in de periode 1865 - 1890 de Waterstaatskaart,
waarin alle relevante waterstaatkundige gege
vens overzichtelijk werden weergegeven.
In de periode 1858 - 1867 ontstond de Geolo
gische kaart, waarop geologie en grondsoor
ten in kaart werden gebracht. Nederland had
hiermee een internationale primeur, die werd
bekroond bij de Wereldtentoonstelling in 1869
in Londen. Vanaf 1918 werd dit werk overge
nomen door de Rijks-Geologische Dienst, en
voor de ondiepe ondergrond vanaf 1945 door
de StiBoKa (Stichting voor Bodem Kartering),
later overgegaan in Alterra.
De hierboven genoemde jaartallen maken
duidelijk dat met de totstandkoming van deze
kaarten grote investeringen gemoeid waren,
deels vanwege de inwinning van de specifieke
thematische informatie, deels ook voor de
productie van de kaarten zelf met het destijds
gebruikelijke lithografische procédé.
Met de toenemende mobiliteit in de twin
tigste eeuw groeide de behoefte aan goede
wegenkaarten. Ook hiervoor werd een topo
grafische ondergrond gebruikt, zowel door
bedrijven als door de overheid. Het Nationaal
Defensiegebruik (bron: Beeldbank Kadaster).