Recente ontwikkelingen en in het topografisch domein 2oo jaar Topografie De introductie van het automatische generalisatie proces binnen het Kadaster veroorzaakte een internationale doorbraak in het produceren van Geo- Informatie en opende deuren om nieuwe producten te ontwikkelen. 34 Geo-Info I 2015-5 Door Vincent van Altena en Marc Post Het vervaardigen van nationale kaarten is wette lijk geregeld in Nederland. Het Kadaster is één van de organisaties die is aangewezen om een aantal basisregistraties te beheren. Eén van deze basis registraties, de Basis Registratie Topografie (BRT) bestaat uit digitale topografische data sets op verschillende kaartschalen (de TOP10NL als basis dataset en de afgeleide, gegeneraliseerde kaart schalen 1:50.000, 1:100.000, 1:250.000, 1:500.000 en 1:1.000.000). Deze datasets zijn beschikbaar als open data en overheidsorganisaties zijn verplicht om de beschikbare BRT-datasets te gebruiken voor de uitwisseling van geografische informatie. De invoering van de BRT als open data stelde het Kadaster voor grote uitdagingen in de verwerving en vervaardiging van de datasets. Bezuinigings maatregelen kortten het budget, terwijl wetge ving tegelijkertijd hogere eisen aan de actualiteit van de data stelde. De wetgeving vereist een actualiteit van minder dan twee jaar voor de hele BRT-productfamilie. Aanvankelijk voldeed alleen Top10NL aan dit vereiste. Andere zaken maakten de situatie ingewikkelder. De traditionele productiemethode van het afleiden en generaliseren van mid- en kleinscha lige datasets en kaartseries was verouderd. Het gebruik van CAD software, om door middel van interactieve generalisatie kleinschaliger datasets af te leiden, was niet langer geschikt voor de hogere eisen aan de actualiteit en objectgeoriën teerde data. Deze ontwikkelingen, én de stand van genera- lisatietools in ArcGis 10 (en hoger), leidde bij het Kadaster naar een haalbaarheidsonderzoek in het 100% automatisch generaliseren van een 50.000- kaart uit de TOP10NL-dataset. De resultaten van dit onderzoek waren veelbelovend en leidden tot de ontwikkeling van een nieuwe productie lijn voor de 1:50.000 kaart die gebaseerd is op volledige automatische generalisatie en kaartver vaardiging (Stoter et al. 2011). De Nederlandse aanpak Er zijn twee onderscheidende aspecten aan de Nederlandse aanpak van automatische generalisatie. In de eerste plaats de samen stelling van het ontwikkelteam. Elk teamlid werd voor deelname geselecteerd op basis van een out-of-the-box mentaliteit en vast houdendheid. Een achtergrond in kartografie was niet van wezenlijk belang. De tweede belangrijke eigenschap was de itera tieve aanpak. Het proces werd gestart met een minimum aan voorwaarden die slechts scope en bandbreedte van de ontwikkelingen gaven: het nieuwe generalisatieproces moet 100% automatisch zijn; de "nieuwe kaart" hoeft geen exacte imitatie van de oude kaart te zijn; het automatische proces moet rechtstreeks aansluiten op de productie van de brondata (TOP10NL) om een identieke actualiteit te kunnen garanderen (minder dan twee jaar); de producten uit BRT-product moeten kosten effectief geproduceerd worden; gebruikers moeten actief betrokken worden tijdens de ontwikkeling en evaluatie is noodzakelijk. Onderdeel van het ontwikkelen van een nieuwe 50.000-kaartgeneralisatie was de vertaling van wat er in het hoofd van de kartograaf gebeurd naar computerlogica. Een kartograaf is in staat om zijn oordelen en besluiten omtrent de representatie van de topografische werkelijkheid op een kleinere schaal te baseren en op de gelijktijdige weging van meerdere criteria. Om dit te evenaren met seriële computertech nologie was een grote uitdaging. Één van de problemen was de interactie tussen verschil lende objecten. Bijvoorbeeld als de weergave van een weg overdreven moest worden, heeft dit invloed op aanliggende bebouwing die ver volgens verplaatst moeten worden. Uiteindelijk resulteerde dit in het vereiste om alle topografi sche objecten in samenhang te generaliseren. Workflow Helaas is de generalisatie workflow te complex om een landsdekkende dataset in één keer te verwerken. Daarom is de brondata opgesplitst in deelsetjes (partities) die gescheiden worden door echte topografische grenzen (zie figuur 1). Deze objecten mogen niet worden gewijzigd tijdens het hele proces om later weer in staat te zijn om

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 36